Ik hoorde mijn vrouw roepen, ze liep in de huiskamer heen en weer, ze keek onder de tafel, ze keek achter de kastjes, ze keek in mijn doos en toen keek ze in de vensterbank en ze zei: “Bertje, waar ben je toch?”
Andere kant
En ik dacht hoe kan het dat ze me niet ziet? Weeges ik was er gewoon, alleen ik lag op mijn nieuwe matje dus helemaal aan de andere kant van de vensterbank. Daar had mijn vrouw zelf het tweede matje neer gelegd.
Een ander soort matje, dat had ik meteen gezien. Misschien was het zelfs wel een kussen en iedereen weet., kussens horen op de bank of op het bed. Dus ik deed net of het matje er niet was. Op een nacht heb ik er wel zachtjes aan gesnuffeld en toen wist ik het zeker, dit is veel te nieuw om op te gaan liggen.
Dus dat deed ik niet.
Wennen
Maar ja hoe gaan die dingen. Ik begon er toch aan te wennen. Als ik op mijn gewone matje lag dan kon ik het nieuwe zien, helemaal in de ferte aan de andere kant van de vensterbank.
Het zag er eigenlijk best goed uit. Lekker dik, dan lig ik goed. En stevig, daar hou ik ook van. Toen ik weer een keer snuffelde, rook het naar thuis. Het nieuwe was weg.
Zon
Dus die dag, toen de zon scheen en de hele vensterbank warm was, dacht ik, nou doe ik het. En ik sprong van het tapijt in de zon, liep naar het nieuwe matje dat nou niet meer nieuw was en ging liggen.
Meteen goed.
Presies wat ik al wist. Dat zachte, lekker hoor. Ik ontspande meteen en eerlijk waar, ik was bijna in slaap gevallen alleen toen kwam mijn vrouw dus roepen van waar ben je.
Ik ben gewoon hier, dacht ik. En toen ze opzij keek, zag ze me en ze zei: “O ben je daar.” En dat wist ik zelf natuurlijk al. Maar weeges ik woon toch saame, deed ik zachtjes meww. Toen ging ze naar haar werktafel en ik kon weer verder met ontspannen.