De toon is gezet. Sinds de genadeloze diagnose van witjas sta ik bekend als veelvraat, vreetzak, allesvreter, kliko, stofzuiger, afwashulp of – zogenaamd liefkozend – Japie Smulpapie. Namen die me al meer dan een jaar achtervolgen. Want, zo moet u weten, mijn levensfurhaal begon al in oktober 2021. Uit vele lieve reacties maak ik op dat lezers zich zorgen om mij maken en denken dat het onlangs gebeurde. Daarin heb ik een beetje gejokt (en jokken mag helemaal niet). Om u gerust te stellen, ik woon al ruim een jaar bij mijn mens en het gaat nu hartstikke goed met mij. Daar waren de nodige lessen voor nodig. Lessen, die zowel ik als mijn mens moesten volgen. U wilt niet weten hoe vaak ze met haar handen in haar haar heeft gestaan. Geen idee waarom ze dat deed. Het had geen enkel poesitief effect op haar toch al zo warrige kapsel.
Geen dramatiek deze keer
Voordat ik verder ga met de laatste drama’s in de start van mijn bestaan zal ik eerst duidelijk meowen wie er allemaal een rol spelen in mijn leven. Ik heb behoefte om het vandaag een beetje luchtig te houden. Want het was echt heel spannend wat er nog gebeurde net toen we allemaal dachten dat ik veilig gered was. Dat stukje bewaar ik voor een andere keer, omdat het wel belangrijk is te weten waarom ik ben geworden zoals ik ben. Ik laat u in vogelvlucht kennismaken met mijn familie en furriends. Een aantal namen heeft u al eens voorbij zien komen.
Mijn familie
Kraaloog en zijn stekelige vrienden. De egels schooieren hier in de tuin en zijn nu in winterslaap in hun eigen huisjes. Als u het sprookje terugleest, weet u weer welke belangrijke rol zij speelden in mijn redding.
Foppe, mijn grote broer. Hij draagt een sjieke zwart-witte smoking. Hij merkte mij buiten als eerste op. Waar hij normaal altijd alle soortgenoten met poot en tand wegjaagt, nam hij mij juist onder zijn hoede. Zo kwam zijn – en nu ook mijn – mens mij op het spoor.
Tante Cato, de moeder van Foppe. Een mevrouw in een grijswitte bontjas die overduidelijk de broek aan heeft in huis. Toch is zij ook lief voor mij. Toen ik nog een verweesd zwervertje was, heeft zij zich om mij bekommerd. Ook dat was een signaal dat er iets niet pluis – of beter gemiauwd, iets pluizigs – in de tuin was.
Magnum en Nola, de konijntjes die buiten in de grote ren wonen. Zij gaven mij een schuilplek onder hun golfplaten dak in de tijd dat ik een zwervertje was. Heel verdrietig is Magnum onlangs weduwnaar geworden. Ik ga vaak even bij hem op de grasspriet. Dan snuffelt hij mooie herinneringen over zijn lieve meisie.
Oom Sjaak, een ex-zwerver in rood-witte outfit, die hier jaren geleden ook al eens asiel aanvroeg. Hij heeft mijn grote broer Foppe de fijne kneepjes van het katervak geleerd. Daar pluk ik de vruchten van bij mijn opleiding tot huiskater. Hij wordt nog altijd gemist en daarom meowen we thuis heel vaak over hem.
CW, oftewel, Cypers Wit. Al woont hij aan het eind van de straat bij leuke mensen hij is al twaalf jaar kat aan huis. Bij ons is het ook gezellig en daarom komt hij iedere dag even kroelen en brokjes bietsen. Als u even denkt aan mijn bijnamen snapt u dat ik dat helemaal niet erg vind.
Tante Luna. Mijn grote broer heeft furkering met een allerknapste poezendame aan de andere kant van het land. Gezien de reisafstand hebben ze een kat-relatie. Daar zijn ze allebei purrrrfect mee in hun nopjes. Tante Luna woont op een erf waar het wemelt van de muizen. In de zomervakantie mag ik bij haar logeren en neemt ze me mee op pad om het vangen van die piepertjes tot in de finesses te leren.
Opa Pepper woonde bij mijn opa en oma op twee benen. Ik heb hem een paar keer mogen ontmoeten. Omdat oma op twee benen niet meer naar ons kan komen, ging ik af en toe mee op visite. Tante Frenkie is na Opa Pepper bij opa en oma gaan wonen. Zij heeft geen behoefte aan mijn bezoek. Sindsdien ga ik niet meer mee.
Tot slot noem ik mijn mens. Andere mensen noemen haar Mo. Dat doe ik ook vaak. Waarom ik haar geen vrouwtje noem, meow ik een ander keertje.
Furriends
En jullie natuurlijk! Al mijn toffe furriends van de blog. Er zijn heel veel bladzijdes nodig om al jullie namen hier neer te schrijven. Jullie kleuren mijn wereld mooier. Ik ben in mijn poezensas dat er zoveel zijn die van mij houden. Liefde is het antwoord op alles. Echt waar. Dat leer ik uit de furhalen van onder meer Tante Loesje, Oom Bert en Oom Kever. Over een paar licht en donkers is het Catmis, een feest van licht en liefde en nog veel meer. Maak er met elkaar een mooie tijd van. Tot in het meowe jaar.
Koppie van Japie