Alle berichten van @Bertje

Dopey en het geheim van de haarbal

Vandaag mag ik, Dopey het verhaal vertellen, een bijzonder verhaal. En met een aantal van ons in huis is het soms voor vrouw ook niet duidelijk wie wat gedaan heeft.

Spugen

Jullie kennen het allemaal wel dat je iets eet en dan opeens begint je maag te protesteren. Dan ga je snel een plekje zoeken waar je alles kunt uitspugen.
Die plekjes die we uitzoeken daar is vrouw niet altijd blij mee.
Maar daar hebben wij geen boodschap aan. Nee, we moeten het kwijt op een plek waar wij dat willen. Dat betekent ook niet op een reclameblaadje dat vrouw, als ze het ziet gebeuren, snel onder onze kop houdt.
Wat wij fijn vinden is onze maag ledigen op een vloerkleed, op de keukentafel of stoel, op de bank, op het dekbed en boven de verwarming als we toevallig op de vensterbank staan. Maar nooit op de stenen vloer in huis.
Onze vrouw moppert nooit. Ze ruimt alles op en maakt alles weer netjes schoon.

Haarbal

Een ander verhaal zijn de haarballen die we af en toe moeten uitspugen omdat we teveel haren van onze vacht hebben opgelikt.
Onze vrouw vindt dat echt vreselijk en als ze dat opruimt, maakt ze altijd van die rare vreemde geluiden. Wij staan dan altijd bij haar te kijken of er misschien ook een haarbal komt.
En toen gebeurde, zoals onze vrouw zegt, iets vreselijks.

Slof

In de winter draagt zij altijd lekker warme sloffen. Als we naar bed gaan zet ze die naast het bed zodat ze ’s morgens weer zo er in kan stappen.
Ze werd wakker, rekte zich uit en gooide de benen buiten het bed en zo met de voeten naar pantoffels in.
Zoals ze toen deed hadden we nog nooit gezien. Ze begon te springen en op een been te huppelen en met het andere been probeerde ze de slof uit te trappen. En ze zei steeds: ‘Gatver, wat is dat?’
Toen ze eindelijk de slof uit had en zag wat het was, begon ze weer die rare vreemde geluiden te maken. Ze hield snel haar voet onder de kraan en de sloffen gingen de prullenbak in.
Geheim

Wij vonden het toch wel een beetje zielig voor haar want we wilden haar helpen door de haarbal ergens uit te spugen zodat ze het niet zou zien en geen rare vreemde geluiden hoefde te maken.
Tja en nu vragen jullie zich natuurlijk af wie de dader is geweest. Ik weet het, maar ik ga het niet verklappen. Dat blijft voor altijd een geheim.

Dikke knuffel van ons allemaal.

Lucky heeft spannend nieuws

Hoi allemaal, ik heb deze keer best wel spannend nieuws te vertellen. Ik moest pas geleden naar de witte jas maar daar had ik natuurlijk helemaal geen zin in.
Kijk, die prik zal me tamelijk worst wezen want daar word ik als stoere katermans eigenlijk niet koud of warm van om eerlijk te zijn. Ik geef gewoon geen kik als ze me proberen te prikken maar verder heb ik eigenlijk het liefste dat ze snel klaar zijn en me vooral niet op die weegschaal die altijd stuk lijkt te zijn, proberen te zetten. Ik ben nu gewogen met mand en al dus volgende keer weegt mijn man de mand apart zodat ze precies weten wat ik weeg.

Dropje

Nu is inmiddels Dropje, na veel pogingen om haar in de mand te krijgen ook bij de dierenarts geweest. Alleen gaat zij in een andere mand dus die van mij moet nog gewogen worden maar dat komt goed. Voor zowel Dropje als mezelf geldt nu dat we twee prikken gekregen hebben en we zijn ook weer voor een hele tijd beschermd tegen allerlei kriebelbeestjes.
We hebben allebei onze jaarlijkse enting gehad maar ook nog een extra prik, een speciale die we nog niet eerder gekregen hebben. Dit is een prik tegen rabiës. Wat dat nu weer precies is weten we eigenlijk niet meer in Nederland hoef je zo’n prik eigenlijk niet te hebben als kat zijnde maar daarmee kom ik ook meteen op het volgende.

Huis

In het huis waar we nu wonen, heb ik altijd gewoond. Nu ja, ik ben ook in een pleeggezin geweest toen ik klein was en heel even in het asiel maar daarna heb ik altijd hier gewoond. Dat geldt ook voor Dropje en Molly. Maar nu komt het spannende nieuws: we krijgen een ander huis. Dat is in een ander land zeggen mijn mensen en daarom hebben we nu een extra prik gekregen omdat het daar moet. Ik was pas toch zo boos op de witte jas he? Toen kreeg ik dus die prik en probeerde ik flink te bijten. Maar goed, die prik op zich deed me niet zoveel hoor maar ze moeten gewoon niet aan me gaan zitten friemelen. Dat vind ik niks. We gaan verhuizen naar hetzelfde land als waar onze kattenvriendjes met de krullies wonen en dat land heet Duitsland. We moeten daarvoor wel een poosje in de auto maar niet zo heel ver dus dat valt weer reuze mee. We hoeven geen Duits te leren zeggen onze mensen want miauw verstaan ze daar ook heus wel. Het is het land waar ze nu veel voetbal doen, dat komt echt iedere dag op de televisie. Soms kijk ik ook mee en ik heb de juiste vachtkleur om voor Nederland te supporteren natuurlijk.
We gaan over een poosje in het blik met wielen daar naartoe, dus dat is wel spannend. Dropje gaat waarschijnlijk apart want zij krijst zo hard in de auto dat we daar zowat doof van worden. Of teveel stress krijgen maar het komt goed. Om daar naartoe te moeten hebben we nu een heel speciale penning gekregen. Die zou je aan een bandje kunnen doen dat we dan om moeten hebben maar dat hoeft niet van onze mensen en verplicht is dat ook niet. gelukkig maar want ik houd niet zo van bandjes. Toen ik klein was deed mijn vrouw me ooit een riempje om waarmee ik buiten mocht maar niet zo ver weg kon lopen. Ja, die is gek zeg. Daar deed Lucky niet aan mee. Heb net zolang gegild tot ze het weer af deed en daarna hoefde ik het nooit meer om. Ik denk ook niet dat het nog past hoor want het was een speciaal bandje voor kittens en mijn snuit en nek zijn natuurlijk wel wat groter gegroeid in die tijd.

Paspoort

Maar goed, een speciale penning dus en een nieuw paspoort. Daarvoor hoefden ze geen nieuwe foto te hebben maar wel mijn chip uitlezen. Dat geldt ook voor de rest en Dropje en ik zijn inmiddels klaar als het moment daar is om te vertrekken. Moos en Molly gaan uiteraard ook mee maar zij krijgen nog zo’n mooi nieuw boekje dat de witte jas moet invullen en een prik. Het voordeel van verhuizen is nu wel dat er veel dozen in huis staan. Eerst zijn ze leeg en dat betekent dat ik erin kan gaan liggen. Altijd leuk natuurlijk. Daarna doen ze er spulletjes uit het huis is en maken ze de dozen dicht. Dan kan ik er dus bovenop gaan liggen.
Ik moet zeggen, verhuizen zelf lijkt me spannend maar die dozen, die houden we erin wat mij betreft. Dubbel leuk omdat je erin en erop kunt liggen. En al onze spullen gaan uiteraard ook mee. Die zijn het belangrijkste natuurlijk! In ons nieuwe huis krijgen we ook weer een tuin. Een grote tuin zeggen ze hier dus dat lijkt me wel wat. Vooral Dropje is enthousiast denk ik. En er is een vijver…met vissen. Daarover wordt nog nagedacht wat ze ermee gaan doen. Wij mogen ze niet vangen hebben ze hier gezegd. Maar daar moeten we zeker nog eens een woordje over miauwen met onze mensen.

Wordt vervolgd, veel knuffels en kopjes van Lucky

Kever heeft een mening over erfaren tijgers

Hier maak ik muziek aan de stoel.

Als Pokon stiekum mijn tuin in komt gaat hij vaak speelgoed dat in mijn gras ligt, er liggen kleine balletjes, twee speelmuisjes, mijn plestik dobbelstenen en twee grotere ballen die eigenlijk voor hondjes zijn, Pokon pakt iets in zijn mond, gooit het in de lucht en springt omhoog om het te fangen, of hij tikt tegen een balletje aan zodat het wegrolt en rent er achteraan.

Twaalf

Ikzelf doe dat soort dingen niet, nau ja: heeeeeeel soms doe ik zoiets, maar ik heb veel leukere spelletjes in mijn tuin die ik liefer doe, het zijn spelletjes voor als je wat auder bent en geen jonge katermans zoals Pokon, ik ben ongefeer twaalf jaaren, net als mijn Milamuis, en daarom kan ik al hele biesondere spelletjes doen, waar je veel erfaring en ferstand voor noodig hebt.

Tuin

Zo kan ik keihard rondjes rennen over mijn gras met doorgezakte feering, zo noemt mijn man dat, dat is als je je pooten korter maakt zodat je met je buik bijna over de grond gaat, daardoor heb je minder weerstand van de lucht en kan je harder rennen, probeer het maar eens!, ik kan ook door mijn hele tuin rennen en erbij tetteren, dat doe ik met gewone pooten, ferder heb ik een spel dat ik op een stoel spring en er weer af, en dan spring ik op een andere stoel en er weer af, en zo ga ik door, dat is de Stoelendans, die we toen met ⭐️ Oscar op het feest hebben gedaan.

Mijn liefelingsspel in mijn tuin is dat ik onder een stoel ga zitten en er aan krab, eerst keihard, zo van RENG RENG RENG, en daarna ga ik muziek maken, net als op de spieraal, mijn vrouw roept dan Welja, sloop jij de boel maar weer!, dat komt omdat ze niets begrijpt van kunst, maar heel soms helpt ze mee met muziek maken: ik krab aan de onderkant en zij aan de bofenkant, en dan spelen we een duuet.

Natuurlijk speel ik ook met mijn mensen in mijn tuin, met grassprieten of met die balletjes die dus in het gras liggen, of mijn vrouw gooit een kouwstik in hele kleine stukjes in het gras en die ga ik zoeken, maar nau heeft mijn vrouw zomaar een nieuw spel voor me gemaakt.

Tauwtje

Ze fond ergens een tauwtje, het tauwtje is van een biesonder spul dat heet leeeer, het ruikt heerlijk en het foelt ook fijn aan, mijn vrouw heeft er knopen in gemaakt en daarna liet ze het aan mij zien, ik fond het meteen fantasties!, mijn vrouw (of mijn man, dat kan ook) beweegt dat tauwtje door het gras of over de teegels en ik bijt het tauwtje en ren er achteraan, zooo heee en ik word zo entoesjast dat ik mijn vrouw fandaag per ongeloos krabte!, maar dat geeft niets zegt ze, ze is blij dat ik het spel zo leuk find, en we spelen het elke dag.

En weeten jullie wat zo gaaf is?, we kunnen dat spel ook binnen spelen, daar ferstopt het tauwtje zich soms onder het kleed, of het kruipt zomaar ineens om de hoek van de bank, nau ja!, het is echt keispannend, het is een ingewikkeld spel dus je moet er goed bij nadenken, maar dat kan ik, iedereen kan het spel spelen, maar het is spesjaal voor slimme, dappere en erfaren tijgers die geen twee meer zijn, dus het past presies bij mij!

***

Ik stuur iedereen die iemand mist zachte kopjes, en ik tetter zoals altijd voor vreede!

Joep kijkt terug en vooruit

Vorig jaar rond deze tijd was ik net vier maanden oud en had ik binnen in m’n eigen huis nog zóveel te ontdekken dat ik helemaal geen belangstelling had om naar buiten te gaan. Buiten, dat was voor mij alles wat ik in de tuin zag vanuit de vensterbank, net voordat ik ging slapen. Want dat deed ik als beebiekitten heel graag. Dutjes, spelen, knuffelen, ontdekken. En eten natuurlijk.

Te jong

Ik had geen idee van wat tweebeners ‘seizoenen’ noemden want als de zon scheen ging ik daar lekker in liggen, ik keek naar de blaadjes die door de tuin waaiden, probeerde de regendruppels van het raam te likken en heb toen ik veilig op de arm van Senior even in de tuin was zelfs sneeuwvlokken gevangen. En ik vond ‘t eigenlijk best heel leuk om buiten te zijn. Dat wilde ik ook wel vaker, maar m’n personeel zei dat ik nog te jong was om alleen op stap te gaan. En dan kwam er ook nog iets over meisjespoezen en kittenallimentatie achteraan maar daar begreep ik helemaal niks van, dus dan ging ik maar weer spelen. Of slapen, of door het huis rennen…

Weiland

Intussen zijn we vijf maanden verder en heb ik m’n katerlijkheid bij m’n eigen lieve dierendoktermeneer achtergelaten in ruil voor een chippie, een slaapfeestje en een katerig gevoel toen ik thuis weer uit m’n reismand stapte. Dat moest wel een geweldig feest zijn geweest, alleen jammer dat ik me er helemaal niets meer van kon herinneren.
Maar toen het dit jaar dus echt voorjaar werd mocht ik eindelijk naar buiten. Eerst nog heel voorzichtig alleen in de achtertuin, samen met m’n personeel. Maar al snel leerde ik over het tuinhek te springen zonder in de sloot terecht te komen en ontdekte ik dat het lange achterpad een fantastische racebaan was om als een echte Joep Verstappen keihard overheen te rennen. En de schutting met horizontale planken was een prima klimrek om m’n evenwicht op te leren bewaren. Of om op het schuurdak te komen, want daarvandaan had ik het beste uitzicht van de buurt.
‘t Duurde daarna niet lang meer voordat ik de weg naar ‘t weiland ontdekte en kennis maakte met de buurkatten, die ik sindsdien vriendelijk goeiedag mauw als we elkaar tegenkomen. Behalve dan tegen die grote zwart-witte kater, aan wie ik m’n tweede onvrijwillige zwemles te danken heb. Hij en ik zijn nog steeds geen vriendjes want hij blaast naar me in ‘t voorbijgaan. Ik denk dat hij gewoon bang is dat ik boos op ‘m ben, maar dankzij hem heb ik inmiddels wel m’n snorkeldiploma en m’n slootvisvangpas gehaald. Misschien moeten we gewoon ’s een keer de tijd nemen om rustig met elkaar in gemauw te gaan, want ik geloof echt niet dat ’t een kwaaie is.

Zomer

‘t Wordt m’n tweede zomer dit jaar, maar de eerste waarin ik heerlijk buiten kan zijn. En dat is echt kattastisch want de temperaturen zijn nu al aangenaam, zelfs als het bewolkt is of regent. Maar wanneer de zon schijnt heb ik ‘t helemaal naar m’n zin. Dan zoek ik een lekker plekje in de tuin en als ‘t me te warm wordt ga ik onder ‘t afdak in de schaduw liggen. Lekker dutten of een beetje om me heen kijken, af en toe een grote bromvlieg uit de lucht meppen, luisteren naar de vogeltjes en niet te vergeten, de dagelijkse wasbeurten. Want nu ik zoveel buiten ben moet ik m’n vacht, en zeker m’n poten, vaker schoonmaken dan toen ik nog gewoon een huiskittenkater was. Maar ik heb ‘t er graag voor over…
Sinds kort heb ik ontdekt dat het niet alleen heerlijk is om overdag buiten te zijn, maar ook ‘s nachts. Dat heb ik geleerd van mijn Drentse vriend Zorro, die wel ‘s vertelde dat hij naar buiten loopt als z’n personeel gaat slapen. Lekker in de tuin genieten van de frisse lucht en de stilte. En vooral dat laatste leek mij ook wel wat, want als m’n personeel gemiddeld een heel bos per nacht in stereo omzaagt wordt ‘t voor mij als lichte slaper toch best wel moeilijk om m’n rust te pakken.

Dienst

Dus voordat ik tegen middernacht naar buiten ga eet ik nog een hapje, lebber wat uit m’n waterbak, mauw m’n personeel welterusten en dan ga ik in m’n tuin zitten om, als ‘t helder weer is, op m’n gemak naar de sterren te kijken die naar me knipogen en fonkelen. En dan knipoog ik terug naar allemaal, maar nog ‘s extra naar die sterren waarvan ik van naam ken…
Daarna ga ik de buurt- en tuin inspectie doen. Die dienst is ‘s nachts een stuk rustiger, omdat er dan heel weinig verkeer en tweebeners op straat zijn. Soms kom ik een buurkat tegen en dan lopen we al mauwend over onze belevenissen van die dag een eindje met elkaar op. Omdat m’n buurkatten allemaal een stuk ouder zijn dan ik weten ze mooie plekjes te vinden die ik zelf nooit ontdekt zou hebben, en mauwen ze door in welke huizen de aardige tweebeners wonen. Maar ik weet dankzij hun nu ook bij welke huizen ik een eind uit de buurt moet blijven.
Na een tijdje samen gaan we dan ieder weer onze eigen weg, want net als ik zijn m’n buurkatten ook allemaal lekker op zichzelf, zeker ‘s nachts.

Terug

Wanneer de zon opkomt ga ik terug naar m’n eigen tuin om op de dekenkist voor ‘t raam te dutten tot ik hoor dat m’n personeel wakker is. Soms duurt het even voordat ze doorhebben dat ik ‘t tijd vind voor m’n ontbijt, maar als ik te lang moet wachten voordat de achterdeur open gaat dan is een zacht mauwtje genoeg om die deur heel snel open te krijgen.
Het is ons vaste ochtendritueel tegenwoordig, bij binnenkomst krijgt m’n personeel kopjes en ik krijg aaien en knuffels terug. Zij vertellen dat ze me gemist hebben en blij zijn dat ik weer thuis ben, en ik mauw tegen hun dat ik honger heb.
Ook daarom hebben we geen kattenluik in de deur, want dit is elke keer weer een heerlijk moment om samen de nieuwe dag te beginnen. Maar wat belangrijker is, m’n etensbak wordt direct daarna gevuld met overheerlijk natvoer. Daar kan ‘s nachts écht geen rauwe muis of dikke bromvlieg tegen op. Ik eet liever thuis.

Stevige poot en zachte kopjes,

Joep.

Opeens was ik weer bang

Aan de mannen in de straat ben ik nou een beetje gewend en het gaat best goed behalve als ze herrie maken, dan blijf ik weg uit de fensterbank. Maar mijn vrouw zegt dat ik het heel goed doe en dat ik een dappere katerman ben en daar heb ik steun aan.

Spul

Voor mij is steun belangrijk als er iets gebeurt dat moelijk voor me is. Dat komt ik heb angstklachten. Dus dat ik gauw bang ben, dan foel ik al het moeilijke van vroeger weer in me en dan durf ik niks meer. Toen ik hier pas woonde heb ik een tijdje spul genomen tegen bangzijn, het was Bach Rescue Remedy en toen op een dag wilde ik het niet meer dus toen was het klaar.
Alleen het bang zit nog in mij en soms komt het naar boofe.

Bonk

Het gebeurde een paar dagen geleden. Ik lag gewoon op het krukje bij de werktafel van mijn vrouw te doezelen, dat is dat je gezellig wakker bent en toch een beetje in de slaap al, en toen opeens was er bonk bonk op de foordeur.
Nou ik zat meteen rechtop.
Mijn vrouw ook. Zij houdt ook niet van bonk.
Ze liep naar het raam en riep WAT? naar beneden. Toen had ik vanzelf nog meer spanning. Zo roept ze anders nooit.

Taksie

Het was een man dat hoorde ik. En het bang in mij kwam naar boofe en het bang zei: Bert het is de man van de taksie je moet mee je moet naar de dokter en daar wordt het heel erg. Dus ik van het krukje af en hop achter de gordijnen, ik hoorde dat mijn vrouw naar beneden ging ze ging vast zeggen van we komen zo.
En toen ze terugkwam in de kamer zei ze wel van Bert het was een postbode maar ik wist gewoon straks grijpt ze me en dan moet in in die reiskorf en in de taksie, nou ik hou me stil.
Ze zei nog van ik heb mijn pyjama toch al aan maar ik wist dat maakt niks uit.

Het moeilijke was weeges het bang had ik heel hard knuffels nodig maar ik durfde ze niet te halen. Dat is bang. Dat het leefe opeens moeilijk in je gefoel.

Gewoon

Pas toen het afond werd was ik weer gewoon. Ik kon goed eete. We lagen saamen op het matje en toen kreeg ik heel feel knuffels en liefe woordjes. En ik was niet meer bang.