Dag liefe frientjes, baasjes en frouwtjes,
Deze week was moeilijk, eggie waar. Ik ga het niet mooier maken dan het is. Ik foel mij slap en slaap eigenluk de heele dag. Ik ga ook niet feel blog schrijve dese keer, mijn poote zijn moe.
Eete
Of het nou kwam van het warme weer of door mijn hooge leeftijd, ik weet het niet. Het is ook de ene dag keiwarm en de andere dag weer koud en reege. Dat kan voor niemand goed zijn toch? Als seeniejor kater wil je dat alles staabiel is, en dat is het niet.
Eete hep ik altijd goed gedaan sinds ik hier woon, maar forige week ging het mis. Ik eet de helft minder en soms de heele dag niet. Krijg het eggie niet weg hoor. En soms moet ik spuuge als ik gegeete hep. Mijn meediesijnensnek spuug ik soms ook uit. Frouwtje zeg, Oscar zo ga jij snel achteruit en als het niet meer gaat moet ik de dierendokter bellen.
Meediesijn
Ik weet het ook niet liefe frientjes, maar dingen gaan anders nu. Ontbijt en diner laat ik staan en eet ik een beetje als ik denk dat ik honger hep. Maar natfoer smaakt niet als het de hele dag heeft gestaan, dus probeert frouwtje het met kleine hapjes tussendoor. Mijn meediesijnensnek foert frouwtje op een leepel want ze zegt, als je de meediesijnen niet meer naar binnen krijgt dan is het einde furrhaal!
Dus die eet ik, want wanneer is het einde furrhaal? Aan de buitenkant zie je niks aan mij. Ik loop nog normaal, mijn kop is normaal, ik ben alleen wat maagerder geworden. Maar omdat ik niet goed reejageer op de meediesijnen moet er van binnen iets ziek zijn dat niet meer beeter wil worden. Waar ligt de grens, roept frouwtje dan.
Reservekracht
Frouwtje had forige week frijdag een afspraak gemaakt bij de dierendokter. Dat zou zijn foor kontrole omdat de meediesijnen mij niet van de piep in mijn neus en benauwdheid af kan helpen. Maar ze zou ook met de dierendoker er over praten dat het misschien beter zou zijn dat ik ging inslaape. Ik dacht nou ja, ik hep een lang leefe gehad en als ik slechter ga worden dan ga ik het echt moeilijk krijgen, dan is oofer de Reegeboogbrug gaan een befrijding.
Bang ben ik niet hoor, want ik weet dat alle frientjes in Reegeboogland op mij staan te wachten. Maar de dierendokter van de natuur belde ook nog. Ze zei tegen frouwtje jij moet beslissen of je het wil maar ik kan je nog 2 meediesijnen stuuren, dan kan je met de Pinksteren zien hoe Oscar er op reejageer.
Frouwtje heeft toen aan mij gefraagd of ik de nieuwe meediesijnen van de natuur nog wilde proberen en ik dacht dat is goed, ik foel nog wel reservekracht. Toen ging frouwtje de afspraak bij de dierenarts afzeggen, want controle of inslaape gingen we toch maar uitstellen tot na het Pinksterwiekent.
Wachten
Maar toen was er iets heel verveelends, frouwtje was al een paar keer naar de brievenbus geloope, want frijdag waren de meediesijnen er niet, en zaaterdag ook niet… en frouwtje zei, potjandosie, het had er gisteren al kunnen zijn! Dus nu zitten we zonder meediesijnen en hoopen we toch echt dat het morgen komt. Want rekke, rekke doen we niet hoor, er moet een beslissing komen oofer mij en dat moet niet lang meer duren. Dat is voor mij niet fijn en foor frouwtje ook niet. Oud is oud en ziek is ziek. Maar we wachten morgen met spanning de brievenbus af…
Ik had mij van de week terug getrokken en op schoot kwam ik bijna niet meer. Ik foelde dat het beeter was op mezelf te zijn en feel naa te denken en te slaape. Ik hep nu een eigen stoel foor meselluf en op frouwtje haar rug liggen ’s nachts doe ik ook niet meer iedere keer. Misschien komt het wel weer hoor, maar ik hep nu feel rust nodig. Ik hoop dat ik van de nieuwe meediesijnen een boest krijg en ze morgen in de brievenbus liggen.
Taai
Zo gaan wij een week in die onzeker is en we niet weeten wat er met mij gaat gebeuren. De natuur dierendokter heeft alles foor mij gedaan. De gewone dierendokter ook, en gaat mij inslaape als het zo moet zijn, en in Reegeboogland staan ook alle frientjes paraat. Maar taai ben ik, ik ga nie foor mijn tijd!
Dag liefe frientjes, baasjes en frouwtjes, waar ik ook ben, ik zie jullie altijd en blijve we saame!
Dikke knuf en poot,
Oscar
Nawoord van Bertje