‘Slaapt Magnum uit?’ vraag ik Pita Piraat die net haar bekkie volpropt. Steevast als ik terug kom van mijn nachtelijke patrouille tref ik ze samen smikkelend aan het ontbijt. Deze keer zit ze alleen te knagen. ‘Hm, mijn man had nog niet zo trek.’
Dat is raar. Magnum heeft dezelfde eetlust als ik. Altijd zin in wat lekkers. Ik tuur door de tralies waar ik em languit zie liggen. ‘Pssssst, Magnum,’ fluister ik tussen de metalen stangetjes door, ‘wat is er aan de poot, furriend?’ ‘Het is mijn buik, jochie. Die doet weer eens zeer.’ Magnum heeft vaker buikpijn. Dan heeft ie medicijntjes nodig en is in mum van tijd weer het ventje. Ik haal ons mens erbij. Niet veel later hoor ik Mo roepen: ‘We gaan even naar witjas, jongens. Magnum voelt zich niet zo lekker. Pita is mee om zijn oor vast te houden.’
Stil
’s Middags zie ik haar stilletjes in een hoekje zitten. Ik kijk in de ren, maar nergens een glimp van mijn vriend met zijn wapperende manen. Met een iel stemmetje fluistert ze oorverdovend hard: ‘Magnum is een ster geworden, kleintje. De rit erheen en het onderzoeken waren te veel voor zijn hoogbejaarde lijfje. Zijn hartje is van schrik gestopt. Dit is al mijn tweede liefde die bij witjas op de tafel sterft.’
’s Avonds klim ik in mijn boom en zwaai met mijn staart naar de aller helderste ster. ‘Dag mooie Magnum, het was een eer dat je mijn furriend was. Dank je wel dat ik bij je mocht schuilen toen ik zo bang was als verdwaald kitten.’ Een heleboel sterren fonkelen terug. Magnum is veilig aangekomen. De volgende ochtend knabbelt Pita lusteloos op haar witlof. Ze is duidelijk van slag. Ik moet iets doen voor zijn treurende weduwe en roep ons mens erbij. Even later klapt Mo de laptop dicht. ‘Het profiel van Pita staat op de datingsite voor seniorenkonijnen. Nu moeten we afwachten.’
Geen enkele reactie. Te veel licht en donkers gaan voorbij. Wat ik ook doe het lukt me niet om Pita op te beuren. We worden er moedeloos van. Tot dat ene plingetje. Vier woordjes die alles veranderen. ‘Pita mag bij ons!’ Alle seinen springen op groen.
Mo propt de laatste zak hooi in de overvolle auto. De klep gaat amper dicht. De complete inboedel van Pita zit erin. Pita zelf past er amper bij. Met zijn drietjes zwaaien we onze allerliefste vriendin met flapperoren uit. We wisten dat dit moment een keer zou komen. Dat was de afspraak toen ze bij onze familie kwam wonen. Dat we een ander thuis voor Pita zouden zoeken als Magnum er niet meer zou zijn. Dat het moment zo abrupt zou komen, dat hadden we niet verwacht. Magnum leek onsterfelijk met zijn vele jaren op de teller. We dachten dat hij minstens honderd zou worden, net als Oopa Floris. Die twee hebben elkaar vast al gevonden.
Op avontuur
Al weet ik dat het goed is, ik slik mijn tranen weg als ze dapper in haar reisbox springt. Daar gaat ze, een nieuw avontuur tegemoet. Helemaal in Brabant. Naar de plek waar het tien jaar geleden allemaal begon. De plek waar Magnum woonde voordat hij lid werd van de BBB-familie. Ook zijn meisjes Fleurtje en Nola komen daar vandaan. Als Mo vertelt dat Pita bij Konijnenopvang Lapina gaat wonen, spring ik op de barricatten. Dat was niet de afspraak! Niet naar een opvang! Mo stelt me gelijk gerust. Lapina is geen opvang meer. Wel woont er een groepje konijnen van seniore leeftijd die met elkaar gezellig oud mag worden. Als een van hen een ster wordt, hebben ze steun aan elkaar. Niemand hoeft meer alleen achter te blijven. De hele achtertuin van Lapina is een speelparadijs voor konijntjes waar ze kunnen rennen door tunnels, verstoppertje kunnen spelen in de vele holletjes en kunnen springen op huisjes waar de zon de daken verwarmt. Lekkers is er in overvloed. En bovenal een heleboel furriendjes met flapperoren, net als Pita.
Het is een zonnige zaterdagmiddag als ze vertrekt. Ik klim in mijn boom en zwaai net zolang met mijn staart tot ze als een stipje aan de horizon is verdwenen. ‘Dag lieve, levenslustige en altijd vrolijke Pita. Heel veel plezier bij je nieuwe familie. Stuur je af en toe een kattenbelletje?’
Heel veel koppies van Japie