“Kom dan Bert,” zei mijn vrouw en ze klopte op het bed. Ik keek nog eens goed. Ja, op bed. Maar hoe dan en waar presies?
Soms gaat het vanzelf en soms helemaal niet.
Tweedes
Als het vanzelf gaat dat is het gemakkelijk. Ik ga als tweedes naar de slaapkamer, loop daar eefe rond, ga aan de paal hangen voor het rekke en strekke en ook voor mijn nagels en dan zegt mijn gefoel dat ik op het bed wil, gezellig erbij. Dus hop, erop. Daar heb ik mijn eigen kussen en vaak ligt daar een kussensloop op of een handdoek of een dekentje, ik wil weleens wat anders daarom is het.
Maar er zijn ook keren dat het helemaal niet lukt. Dan sta ik foor het bed te kijken en het is net of ik van binnen niet meer weet hoe ik moet springen.
Dat komt door de artroosie.
Soms weet ik het opeens. Soms niet. Dan ga ik weer naar beneden, want trappen op en af dat lukt gewoon dat is loope en dan met trappen.
Krieties
Nou zegt mijn vrouw dat ze iets gaat bedenken. Maar ik weet nou al dat ik me krieties foel. Dus ik hoef geen loopplank dat is voor honden. En een klein trapje dat is niks ik ben een grote kater dus ik moet mijn poote ergens op kunnen zetten dat ik foel hier sta ik stevig.
Tim, dat is de kater die hier voor mij was, had ook artroosie. En hij wilde ook geen trapje dat snap ik. Toen kreeg hij van die hele grote kussens voor de bank en het bed om oferheen te lopen. Ik heb dat ook gehad en toen snapte ik wat een dappere kater hij was want ik fond het eng en ik deed het niet.
Knuffels
Dus nou praate we erofer tijdens de knuffels, of nou ja mijn vrouw praat. Ofer op bed springen en wat het gemakkelijk maakt en ofer artoosie en ofer gezelligheid. Ik krijg er wel buik-knuffels bij en eerlijk waar ik luister nooit goed dat kan ook helemaal niet als je moet spinnen. Maar ik lig gewoon stil en ik geniet erfan want artroosie of niet, buik-knuffels zijn superfijn.