Lieve furriendjes, ga er even goed voor zitten, want ik heb breaking meows. Voordat ik het ga miauwen, is het belangrijk dat jullie eerst een rustige plek opzoeken. Dat kan je mand zijn. Op je denkpaal. In de vensterbank. Onder een struik. Op bed. Zolang jij er maar fijn ligt!
Eerlijk gemiauwd ben ik zelf nogal onderste boven van het bericht dat ik zojuist hoorde. Daarom wil ik het gelijk met jullie delen. Daar zijn we furriends voor. Zijn jullie er klaar voor? Dan ga ik het nu meowen. Ik ga namelijk furhuizen!
Zo dat is eruit. Ik hoorde het Mo zeggen. Dat Japie gaat verhuizen. En Japie, dat ben ik.
Vragenvuur
‘Maar waarom?’, hoor ik jullie denken.
‘Ben je stout geweest?’
‘Waar ga je naar toe?’
‘Gaan Foppe en Catootje mee?’
‘Hoe moet het dan met CW?’
‘En met Vriendje?’
Ho, ho, ho, niet allemaal tegelijk hoor. Of ik stout ben geweest? Nee, natuurlijk niet. Ik ben toch de allerallerliefste. Dat zegt Mo tenminste altijd. Of zou ze doen alsof? Ik heb haar niet horen zeggen waar ik heen ga. Er staat wel een rammelbak in de gang. Eentje maar, dus we gaan niet met z’n allen. Nu we het er zo over hebben, slaan de zenuwen acuut toe. Wat als ik als enige weg moet? Wat nou als ik niemand me meer lief vindt? Waar moet ik dan heen? Voor ik me kan verstoppen, zit ik al in de val.
Witjas
Niet veel later zit ik bij witjas op een tafel die uit zichzelf omhoog gaat. Die kan zo hoog, dat ik mijn mens bijna recht kan aan kijken. Terwijl witjas aan mijn lijf frunnikt en dingen doet die ik echt niet leuk vind, piep ik: ‘Ik hoef toch niet hier te blijven?’ ‘Hoe kom je daarbij, Japie?’, vraagt Mo, terwijl ze zachtjes over mijn koppie kriebelt. Ik weet heus wel dat ze dat doet om me af te leiden van wat er gebeurt in de buurt van mijn staart. ‘Je gaat straks gewoon weer mee terug naar huis. Naar Foppe en Catootje. Je woont toch bij ons?!’ ‘Maar hoe zit het dan met dat verhuizen?’, wil ik weten. ‘Ach lieverdje toch. Dat gaat alleen maar over je furhaal op de website van Oom Bert. Die gaat naar een andere dag, net als die van Lucky en Kever. Zij verhuizen namelijk ook. Vanaf nu gaat onze wijze, zwarte vriend terug naar de zondag om zijn mening te geven op zijn kijk van het leven. Rooie Roodmans en jij gaan jullie sterke verhalen weer op maandag miauwen.’ Opgelucht haal ik adem. Furhuizen is niet altijd in een bakkie.
Bloedbad
Mijn blije gevoel slaat spontaan om als witjas de haren van mijn prachtige plumeau voorzichtig opzij schuift. Ze wijst mijn mens op een paar gaten die daaronder zichtbaar worden. Het zijn overduidelijk de afdrukken van hoektanden. Ik weet nog precies wie die lafaard is die in mijn staart heeft gebeten toen ik een conflict wilde vermijden. Maar dat hou ik voor mezelf. Mo buigt iets voorover om mijn gehavende staart beter te kunnen bekijken. Als witjas er op drukt, spuit er een stinkend goedje omhoog. Ik schreeuw het uit van de pijn en op hetzelfde moment denk ik aan de meows van Oopa Floris, klap toe die bek. Razendsnel zet ik mijn kaken weer terug op elkaar. Alleen zit de neus van Mo ertussen. Witjas heeft haar handen vol aan een bloedbad op twee fronten. Nu staan we quitte, met allebei vier gaten extra.
Tot over twee weken, plus één dag.
Koppie van Japie