Categorie archieven: Bertje weet raad

De enige kat… of niet

Ik woon in een tweepersoonshuishouden. De ene persoon is mijn vrouw en de andere persoon ben ik.  Dus ik ben de enige kat hier. Is dat zielig? Sommige mensen denken van wel.

Toen ik nog in het asiel zat, vond ik niet zo veel aan andere katten. Als we op de binnenplaats waren, keek ik een keertje. Meer niet.  Spelen of vechten of wat dan ook hoefde voor mij niet. Ik had ook veel aan mijn kop, want door alle toestanden van het straatleven was ik nogal onzeker geraakt. Op mezelf.  En gevoelig al zou je dat niet zeggen als je me ziet. Ik weet dat ik stoer en mannelijk oog.

Mijn vrouw mocht me alleen meenemen omdat ze een rustig huis heeft waar nooit iets gebeurt. Als ze niest, schrik ik al. Als ik miauw, schrikt zij soms ook. Ze zit meestal te lezen of te schrijven.

Dus je zou kunnen zeggen, nu kan er een poes bij. Maar ik wil dat niet. Ik ben zo’n kater die weet dat hij in zijn eentje het beste af is. Dan kan ik alles beter overzien. Komt er iemand bij, dan zou ik de hele tijd zenuwachtig zijn. Zoals het nu is, moet het blijven.

Het gaat dus om de wensen en mogelijkheden van de kat. Er zijn katten die door omstandigheden het liefste alleen zijn. Dan moet u niet gaan zitten dwingen omdat u meer katten zo leuk vindt. Ga dan maar op het internet plaatjes ervan kijken en thuis is gewoon thuis. Er zijn ook katten die altijd samen zijn geweest en die opeens alleen komen te staan. Dan moet u met heel veel overleg en goed nadenken een kat erbij kiezen en heel erg lang doen over aan elkaar laten wennen. Een maand minimaal.

Ik vind dit het belangrijkste: dat u het verschil weet tussen wat u leuk vindt en wat uw kat nodig heeft. Dat wilde ik even zeggen.

Miauwen om middernacht

Er zijn van die momenten dat ik keihard en doordringend miauw. Dan wil ik gehoord worden.  En ’s nachts klinkt het miauwen harder dan overdag. Waarom ik dat doe?

Aandacht, dat zei ik al. Maar die aandacht heb ik ergens voor nodig. Dat is met alle katten zo die ’s nachts miauwen.

Ik weet dat je als kat ook wazig kunt worden. Dat je de dingen niet meer zo goed weet of herkent. Dan ga je vanzelf miauwen. Je wilt dan aandacht en hulp, dat iemand je gerust stelt. Het is dan fijn, als er in huis wat aanpassingen komen. Van die kleine nachtlampjes bijvoorbeeld dat je altijd goed kunt zien waar je bent en licht stelt ook gerust. En overdag heb je wat meer rust nodig en een vaste plek waar je je altijd veilig voelt. Het is wel goed om even naar de dierenarts te gaan want misschien is er iets aan de hand.

Zelf miauw ik vanwege twee belangrijke zaken. De eerste is dat ik de bak goed gebruikt heb en daar graag een nabespreking van wil, of op z’n minst aaien met een compliment. Overdag spreekt dat vanzelf. ’s Nachts wat minder.  De tweede reden is dat ik graag op bed wil maar het opeens niet meer durf. Dan miauw ik. Mijn vrouw wordt wakker, aait me en zegt wat en dan is alles weer in orde. Ik spring op bed en het miauwen is over.

Maar dat ben ik.

Het is belangrijk dat u weet dat wanneer katten ’s nachts miauwen er altijd een goede reden voor is. En die moet u zien te ontdekken, dan kunt u er wat aan doen.

Wat doe je als het warm is? Drie tips

Het gebeurt niet vaak maar als het gebeurt, is het belangrijk dat je je goed blijft voelen. Zomer in Nederland. Wat doe je als het warm is?

Voor een kater met een dikke vacht als ik heb, betekent elke warme dag een hele warme dag. Dan moet je ook verstandig zijn.  Hier volgen mijn tips.

1 Drink water waar en hoe je zin hebt. Dus nou misschien niet uit je vaste schaaltje de hele tijd. Je mensen moeten experimenteren. Een schaaltje op een gekke plek. Een glas dat helemaal bomvol water zit. Soms is vers water het lekkerste. Dan weer hou je van rijp water. Het beste is dat je af en toe iets nieuws krijgt, dan blijft het leuk. Extra tip: poezenlimonade. Daar schreef ik eerder over, in als je te weing drinkt: lees het hier.

2 Aaien. Ja dat klinkt gek. Maar als het warm is, kun je sneller gaan verharen en die losse haartjes gaan er niet allemaal meteen uit. Wel bij aaien. Of kammen. Of borstelen. Net wat je leuk vindt.

1 Niet (altijd) in de zon. Ik zit graag in de vensterbank te zonnen, lekker hoor. Maar ik spring er ook uit om op de bank te gaan slapen. De hele tijd in de warmte is me te veel. Misschien moeten je mensen je daarbij helpen dat ze zeggen nou effe niet.

Dat was het. Normaal doen en rustig aan, daar komt het op neer.

Er zit iets in mijn ooghoek

U ziet het meteen: er zit iets in mijn ooghoek. Iets dat uit mijn oog komt ofzo en dat daar even blijft hangen.  Geeft niks, dacht ik.

Hoe dat verdwijnt, weet ik niet precies. Soms valt het eruit. Of het gaat weg als ik mezelf was en met mijn pootjes over mijn kop ga. Ik vind het niet zo belangrijk. Maar ik weet wel, dat sommige mensen er meteen iets aan willen doen.  Het afvegen. Het schoonmaken. Een doekje, een wattenstaafje, een hand, een weet ik het. Ik hou daar niet van.

Kijk, als het echt erg is en het zit er te lang, dan heb je als kat wat hulp nodig. Zit het in twee ogen en ruikt het raar, dan is de kans groot dat je wat onder de leden hebt. Dus even naar de dokter, want je weet maar nooit.

In alle andere gevallen hoeft het niet. Als ik voor mezelf spreek, kan ik eerlijk zeggen dat ik schoon op mezelf ben. Netjes. Grote stukken van mijn vacht zijn wit en die hou ik mooi in mijn uppie. Dus als er wat in mijn ooghoek zit, en ik was het niet weg, dan valt het er wel uit. Niks mis mee.  Vind ik.

Help! De kat slaapt te veel

Ik kan slapen terwijl ik zit, terwijl ik lig en terwijl ik hang. Ik kan ook doen alsof ik slaap. En ik slaap graag, dat is ook waar.  In mijn doos ligt flanel, ik heb een eigen kussen en meer slaapplaatsen. Soms denkt mijn vrouw dat ik veel te veel slaap.  Kan dat?

Nou, daar zijn we nog niet uit. Als het de hele tijd regent, lig ik graag op mijn kussen te soezen en te doezelen en te slapen. Soms ben ik even wakker voor een brokje, of om te gapen, of ook wel om geaaid te worden. Dan heb ik een gezellige dag. Daar word ik niks slechter van.

Maar wanneer mijn vrouw een uur te lang in bed ligt, klaagt ze over hoofdpijn en dat ze zich sloom voelt. Daarom ga ik tegenwoordig miauwen als het me te lang duurt. Soms snapt ze wat ik bedoel.

Een kat kan niet veel te veel slapen. Een kat slaapt altijd precies genoeg of te weinig, dat is als we niet met rust worden gelaten. Normaal is zestien uur per dag, en als je ouder of jonger bent dan heb je meer slaap nodig. Ik zeg het maar even.

Maar wanneer je als kat opeens anders slaapt, kan er iets mis zijn. Dus dat je uit jezelf opeens van gewoonte verandert.  En als je opeens niks meer wilt, dus ook niet spelen of eten, dan is het goed om naar de dierenarts te gaan. Ja, wat moet dat moet, ik kan het ook niet helpen.

Zo, nou ga ik even een dutje doen.