Categorie archieven: Bolle

kater Bolle over als je veel binnen bent

binnen
Zolang als ik bij mijn mensen woon heb ik een eigen deurtje gehad. In de grote deur naar de tuin. Een kattenluikje heet dat. Dat was altijd open, ik mocht dag en nacht naar buiten.

Nooit dicht

Dat komt omdat mijn mensen zijn gewaarschuwd door de mensen die me voerden toen ik een zwerfkat was. Zij hebben me ooit één nacht binnen gehouden en toen heb ik de hele boel gesloopt, en ook nog iemand aangevallen.
Dus je snapt dat mijn mensen het deurtje nooit dicht deden. Alleen met dat feest van een jaar, als er allemaal lawaai en vuur in de lucht is. Maar die avond wil ik geeneens naar buiten, dat durf ik dan helemaal niet.

Op slot

Maar met de reenoovaatsie moest mijn deurtje op slot, omdat het buiten veel te gevaarlijk was.
Mijn mensen maakten zich wel zorgen. Over wat ik er van zou vinden. Vooral mijn vrouw was helemaal zenuwachtig. Ze dacht dat ik, als ik na een dag binnen weer naar buiten mocht, buiten zou blijven en weer in de tuinen zou gaan wonen.

Popje

Dat komt ook omdat mijn mensen met Popje geprobeerd hebben om hem af en toe binnen te houden. Dat ging helemaal mis.
Pop had nog wel eens een probleempje met zwerfkatten die niet geopereerd waren. Die vielen hem aan, en Pop dacht dat hij kon winnen en ging het gevecht aan. Dat gebeurde vooral in de nacht. Het is een paar keer gebeurd dat mijn mensen met een bloedende Pop tot de ochtend hebben moeten wachten om naar de dokter te kunnen.
Dat was natuurlijk niet fijn, niet voor Pop en niet voor mijn mensen. Daarom hadden mijn mensen besloten dat Pop in de nacht binnen moest blijven.
Dat ging een paar dagen goed, maar daarna ging Pop de hele nacht klieren. Omdat hij naar buiten wilde. Hij ging heel hoog mauwen, over mijn mensen heen lopen, door de kamer rennen, mijn Molletje pesten en ga zo maar door. En na nog een paar dagen kwam hij ’s avonds niet meer binnen, omdat hij wist dat hij dan niet meer naar buiten zou mogen. En toen kwam hij ook overdag niet meer naar binnen.
Dus dat was het einde van het projekt. Pop mocht weer altijd naar buiten.
Je snapt dat mijn mensen zich afvroegen hoe ik zou reageren.

Druksdruppels

Ik moet eerlijk zeggen dat ik best een beetje schrok toen ik de eerste keer niet naar buiten mocht. Ik was bang dat er iets heel ergs zou gebeuren. Dat ik naar de dokter moest ofzo.
Maar mijn vrouw liet me zien dat er buiten allemaal mannen liepen, gewoon in MIJN tuin! Dus toen snapte ik waarom ik binnen moest blijven.
Natuurlijk hielpen mijn druksdruppels ook. Daardoor sliep ik meer, en was ik een beetje slomig.
Af en toe was ik wel onrustig en wilde ik persee naar buiten. Maar als ik dan naar buiten mocht, kwam ik na een minuut al weer binnen. Ik wilde alleen weten of ik nog wel naar buiten kon. Het was gewoon een test.
Meestal ging ik gewoon slapen, op het grote bed.

Binnen

Ik mag inmiddels al weer een paar weken gewoon naar buiten wanneer ik wil. En wat doe ik?
Ik lig op het grote bed. Of ik lig op vensterbank, lekker te stoven boven de verwarming.
Soms loop ik naar de achterdeur, en kijk naar mijn mensen. Of ze hem open willen maken, bedoel ik daarmee. Want dat is makkelijker dan door mijn deurtje gaan (dat komt door mijn buikspieren). Als ze de deur voor me open houden blijf ik binnen op de mat zitten. Dat is handig, dan heb ik het niet koud en kan ik toch door de open deur naar buiten kijken. Perfekt.
Als mijn man of vrouw zegt: Wat gaat het worden? loop ik weer naar binnen, en klim op het bed. Of ik ga naar buiten, zit even op het terras en kijk van buiten weer naar de deur. Zodat mijn mensen weten dat ze hem weer open moeten doen. Dat kan een heleboel keren achter elkaar zo gaan. Totdat mijn mensen op een gegeven moment zeggen nou is het mooi geweest Bol, je kunt ook door je deurtje. En dan lopen ze weg, flauw hè?

Buiten

binnen

Af en toe ben ik een beetje langer buiten. En dan kom ik ineens keihard binnen rennen, in één keer door naar de slaapkamer en hóps zo mijn weecee in. Die staat naast de verwarming, dat is echt superdeluuks.
Soms loopt mijn vrouw even mee, mijn tuin in. Dat vind ik gezellig, met zijn tweetjes. Maar als ik merk dat ze weer naar binnen gaat ben ik meestal sneller binnen dan zij.

Dat gaat van de lente en van de zomer wel weer anders worden, voorspelt mijn vrouw.
Maar voor nu ben ik superblij met mijn leven als bijna-alleen-maar-binnen-huiskater.

Kater Bolle over als je veel gevoelens tegelijk hebt

gevoelens
Vroeger dacht ik dat ontroering alleen was voor als je verdrietig bent. Maar ik weet nu al lang dat je soms ook ontroering hebt omdat je juist heel blij bent of omdat je iets heel mooi vindt.

Uit zijn rugzak

Een paar dagen geleden kwam mijn man thuis. Hij was naar mijn dierendokter geweest. Ja, dat vond ik ook vreemd en ik wist er niks van. Maar hij zei dat hij iets voor mij had opgehaald. Hij haalde een grote plestik tas uit zijn rugzak. Mijn vrouw kwam er bij, en samen hebben we alles uitgepakt.
Ik zag brokken voor brits korthaarkatten. Toevallig ben ik brits korthaar, maar dan verkeerd in elkaar gezet. En ik ben dol op die brokken.
Er zaten ook brokken in dat je goed naar de weecee kunt als je veel haar in je buik hebt. Dat heb ik, dat haar in mijn buik. Ik voel dat het geen winter meer is, dus ik laat mijn winterharen los en die lik ik dan allemaal op. Volgens mijn mensen kan het nog best heel koud worden en is het nog wél winter. Maar ik weet zeker van niet, ik voel het toch als ik door mijn tuin loop?
De brokken zijn erg lekker, ik heb er van geproefd. Ik krijg ze nu elke dag door mijn slankbrokken heen. Ook waren er nog soepjes, van Feliks en Goermet. Ik hoef vast niet te zeggen dat ik die superlekker vind. Maar het allermooiste kwam nog. Mijn vrouw liet me een kaart zien. Het was een kaart van Vlo!

Twee veren

Vlo heeft me geschreven, dat we altijd vrienden blijven. En dat hij me twee veren stuurde. gevoelensEen prachtige gestreepte veer, en een veer met een hele biesondere kleur. De veer is groen. Dat heb ik nog nooit gezien, een groene veer.
Ik rook meteen aan de veren. De veren roken naar vogel, maar ook naar iets anders. Of moet ik zeggen naar iemand anders. Ik wist het meteen, de veer rook naar mijn vriend Vlo, toen hij nog thuis bij zijn vrouw woonde. Toen hij nog geen ster was.
Ik moest meteen denken aan toen Loes de egel van Katrientje kreeg. Dat ze meteen wist dat de egel van Katrientje was, omdat ze dat rook. Dat had ik met de veer van Vlo. De veer ruikt naar vogel en buiten en hoog in de lucht en naar Vlo. Gek hè, terwijl Vlo niet kon vliegen, dacht ik.
Misschien rook ik wel de hemel, dat kan best.

Sterren

Ik heb een tijd bij de veren gelegen en aan Vlo gedacht en aan mevrouw Vlo. Aan prinses Katrientje en beebiePop. Aan mijn Molletje, aan Pop en Beer. Aan Billy, onze tuinkat. Aan opa. Aan alle sterren waarvan ik weet dat ze bestaan, maar die ik zelf niet heb gekend: Tim, Bart, Catootje, Boris, Joerie, Poncke en Derrick, Broddel, Charlie, Alonso, en zo zou ik nog veels te lang door kunnen gaan. Wat zijn er een boel sterren!
Ze worden allemaal gemist door iemand, en er zijn altijd katten en mensen die aan ze denken. Die misschien moeten huilen, van verdriet. Of misschien moeten ze glimlachen, van dat ze mooie herinneringen hebben.
Ik ga heel zuinig zijn met de veren, want ze zijn heel biesonder. Omdat ze gestreept zijn, en groen, maar vooral omdat ze van Vlo waren. Elke keer als ik met de veren speel denk ik ekstra aan Vlo.

Karpe Diejem

Ooit ga ik alle sterren ontmoeten. Als ik zelf een ster ben.
Maar nu ben ik nog hier en daar ben ik blij mee.
Ik weet weer dat het biesonder is, dat je gezond bent en dat je leeft. Want voordat je het weet kan het helemaal anders zijn. En je weet nooit wanneer dat is.
Mensen zeggen wel eens Karpe Diejem, dat betekent Pluk de dag. Dus dat je elke dag moet genieten.
Daarom hebben mijn vrouw en ik echt KEIhard met mijn veren gespeeld. Ik heb gesurfd op mijn tassen, ik heb gesprongen, ik heb gegromd en geblazen. Maar ik bleef voorzichtig met de groene en de gestreepte veer.
En daarna had ik heel veel gevoelens door elkaar heen, ontroering heet dat.
Wegens verdriet, liefde, vriendschap en verlies.
Wegens alles.

 

 

Kater Bolle over als je tweifelt

BolleVorige week had ik geschreven dat ik op diejeet ben. Ik vind zelf mijn buik mooi. En ik dacht dat iedereen door die buik meteen kon zien dat ik een oudere, ernstige katerman ben die geen tijd heeft om steeds maar te sporten.

Naar buiten

Maar nu heb ik gemerkt dat niet iedereen dat zo bekijkt. En daardoor ben ik gaan tweifelen, of ik misschien toch op diejeet moet.
Het heeft te maken met iets dat een tijdje geleden gebeurde.
Toen de reenoovaatsie een paar weken bezig was mocht ik nog wel eens naar buiten van mijn vrouw. Alleen als er geen mannen in mijn tuin waren, dat is logies. Mijn man was het er niet mee eens. Hij vond het ris-kant. Zo heet dat, als iets gevaarlijk kan zijn.

Schuurtjes

Op een dag was ik in mijn tuin aan het patroejeren, er waren al uren geen mannen geweest. Mijn vrouw had me daarom naar buiten gelaten, maar ze lette wel steeds op.
Toen ze even een beker thee pakte en daarna weer naar buiten keek stonden er drie mannen in mijn tuin en ik was nergens meer te zien.
Mijn vrouw dacht dat haar hart stilstond, vertelde ze me later. Ze rende meteen naar buiten om te kijken waar ik was. Ze heeft de hele tuin doorgezocht maar ik was nergens te vinden.
De hekken waren open, omdat de mannen mijn tuin in waren gekomen. Daardoor kon ik twee tuinen verderop zó de straat oprennen.
Mijn vrouw riep mijn man, die aan kwam rennen. Hij was boos en zei zie je nou wel. Maar ze zijn meteen met zijn tweetjes gaan zoeken, ook in de tuinen naast die van mij.
Mijn vrouw heeft ook nog gevraagd of ze op een stijger mocht, daar kon ze heel ver kijken. Maar ze zag me nergens.
Mijn man vroeg intussen aan twee mannen die door mijn tuin liepen of ze een kat hadden gezien.
Eén van de mannen zei dat hij een zwartbruin gestreepte kat het trapje op had zien rennen, de schuurtjes op. Toen mijn vrouw dit hoorde was ze zó blij, dat ze moest huilen.
Ze liep meteen naar de schuurtjes en begon te roepen. Maar er kwam niemand.
Mijn man kwam aanlopen met een blikje Goermet, en met een zakje Feliks partiesneks. Daar rammelde hij mee. Maar ik kwam niet tevoorschijn.

Geluidjes

Overal stonden nog mannen op de stijgers. De meesten waren aan het werk, maar sommige mannen riepen mijn naam. Dat was lief bedoeld, maar mijn mensen wisten wel dat ik daar niet op zou reageren.
Mijn man ging naar zolder, om te kijken of hij mij kon zien uit het raam.
Mijn vrouw is op haar hurken bij mijn trap gaan zitten en heeft een hele tijd zachtjes gepraat. Ze noemde mijn naam, en maakte de geluidjes die zij en ik altijd tegen elkaar maken: Proe-iet!
Ik reageerde niet. Ze was heel bang dat ik misschien toch de straat op was gerend, en wat dan?

Geheime naam

BolleUiteindelijk zei mijn vrouw mijn geheime naam. Die naam is geheim omdat hij een beetje raar is, voor een grote jongenskater. Als ik die naam hoor ga ik altijd meteen spinnen en kusjes geven.
Ze bleef mijn geheime naam steeds noemen, en ja hoor! Ineens kwam ik met mijn hoofd omhoog.
Ik lag op een schuurtje verderop.
Het duurde nog een hele tijd voordat ik naar mijn eigen schuur durfde te komen, en weer nog een langere tijd voordat ik mijn trap af duurde te komen.

Slapen

Ik bleef op de onderste tree staan en keek naar mijn vrouw. Ze tilde me op en droeg me in haar armen naar het grote bed. Ik was helemaal nat op mijn buik, en mijn staart was ook nat en vies. Omdat ik superplat op het dak had gelegen, zodat niemand me kon zien.
Op het grote bed hebben we met zijn drietjes keihard geknuffeld en ik was zo hard aan het spinnen als ik nog nooit had gedaan. Daarna heb ik de hele middag geslapen, zo moe was ik van de spanning.

Meneer

Maar het ergste heb ik nog geeneens verteld.
De meneer die mij de trap op zag rennen vroeg de volgende dag of ik weer terug was. Hij was helemaal blij toen mijn vrouw zei dat ze me gevonden hadden.
En wat hij toen zei…
Ik vertel het alleen als jullie me niet uitlachen.
Is dat beloofd?
Eerlijk waar?
Hij vroeg of ik zwanger was, wegens mijn buik.

Dus daarom doe ik nu een beetje mee, met het diejeet.

Kater Bolle over als je buik te groot is

buikVaak lees ik dat katten moeilijke eters zijn. Dat betekent dat ze veel dingen niet lusten. Of dat ze snel last van hun maag krijgen.

Ik ben zelf een makkelijke eter, dat kan ik wel zeggen.
Ik lust bijna alles.

Lekker

Ik vind brokjes lekker, als ze maar niet te klein zijn. Want dan kan ik ze niet kauwen, wegens dat ik een vreemde mond heb. En als ik brokjes niet kan kauwen slik ik ze zo door, en spuug ik ze even later allemaal weer uit. Daarom krijg ik altijd grote brokken.
Natvoer vind ik ook heerlijk. Alle soorten eigenlijk wel. Alleen patee niet, want ik snap nooit goed hoe ik dat moet eten. Hoe kan ik nou een groot stuk dat er overal hetzelfde uitziet eten? Waar moet ik dan beginnen? Ik heb liever iets met saus of sjelei, met stukjes erin. Ik eet altijd eerst de saus of de sjelei en spuug de stukjes terug in mijn kom. Als ik alles saus opheb, eet ik pas de stukjes.
Het allerlekkerste vind ik stukjes rauw runderhart. Of stukjes rauw rundvlees, die mijn vrouw klein maakt. Dan eet ik meteen alles op, en ik sta al een beetje te dribbelen als mijn vrouw het klaarmaakt. Van de zenuwen, dat het zo lang duurt.
Snoepjes vind ik ook heerlijk. Ketisfeksjons, of Feliks Partiemiks, of antihaarbalsnoepjes, ik lust het allemaal.
Menseneten hoef ik niet. Mijn mensen eten vegetatie, dus nooit vlees of vis ofzo. Ik ben geen konijn, dus daar begin ik niet aan. Kaas is lekker, maar dat krijg ik nooit. En sjips lust ik ook.
Pas geleden had mijn vrouw een schaaltje met iets heel kouds erin. Ze zegt dat het eis heet, dat kan best. Ze had het eventjes op de grond gezet en voordat ze zag wat er gebeurde had ik er al een paar keer aan gelikt. Het was biesonder en ik vond het lekker. Maar mijn vrouw zei dat het eigenlijk niet voor katten is en pakte het van me af.
Hoe dan ook, ik lust dus bijna alles.

Diejeetbrokken

Behalve diejeetbrokken. Ik heb wel een miljoen soorten diejeetbrokken geproefd. Meestal lust ik ze een paar dagen en dan niet meer. Vaak zijn ze heel mienieklein, en zo kan ik dus niet eten. Of ze ruiken al meteen als de zak opengaat heel vies. Of helemaal nergens naar, dat is ook vaak zo. Dat is natuurlijk niet lekker, dan kan ik net zo goed steentjes uit mijn tuin eten. Of het vogelvoer. Dat deed Popje altijd, dan was het maar opgeruimd. Daar moesten mijn mensen altijd erg om lachen. Ik laat het voor de vogeltjes staan, die hebben ook honger.

Pillen

En toch ben ik al weer een tijdje op diejeet, ook al lust ik geen diejeetbrokken.
Toen ik steeds binnen moest blijven en een druksdruppel kreeg, ging ik ook meer eten. En van die pillen van de dokter, dat ik rustig bleef, nou daar leek ik wel een stofzuiger van. Eerlijk waar, ik at alles wat me voor de voeten kwam, ook dingen die ik eigenlijk niet lekker vind zoals mijn slankbrokken. En toch ben ik toen niet slank geworden, raar hè?
Mijn buik is te groot geworden, zeggen mijn mensen. Net als bij Loes. Dat vind ik niet hoor, dat de buik van Loes te groot is! Dat zou ik nooit zeggen, dat had de dierendokter gezegd. Ik vraag me wel af wat die er eigenlijk van weet!

Kauwen

Nu heb ik weer de brokken die Bert ook heeft, en ik ben al afgevallen zegt mijn vrouw. Maar ik heb geen honger gehad, gelukkig maar. Ik heb even gevraagd aan mijn vrouw om op te schrijven hoe die brokken heten, hier komt het: Hills Metabolism.
Ik heb ze eerder gekregen, toen moest ik er steeds van spugen omdat ik ze niet goed kon kauwen. Nu gaat dat prima, hoe dat kan weet ik niet. Zijn de brokken groter geworden, of ik heb ik meer kiesen en tanden gekregen?
Ik vind het prima brokken. Ze zijn best lekker, maar ook weer niet zó lekker dat je er steeds nog meer van wilt. Ik krijg een paar keer per dag een klein beetje natvoer, voor het lekkere. En een paar snoepjes tegen haarballen, want anders krijg ik daar weer problemen mee.

Krom

Tot nu toe gaat het goed met mijn diejeet. Ik vind het zelf nog steeds niet nodig, maar ik wil ook liever geen suikerklontjesziekte. Dan moet je steeds een prik, bah.
Ik wil ook niet dat ik niet kan plassen, dat mijn blaas dicht zit met een soort stenen. Dat kan bij katers, zeker als ze niet heel slank zijn.
En ik ben geen 10 meer, en het is niet goed voor je knieën en je rug als je een grote buik hebt. Mijn benen zijn al krom en mijn tenen ook. Omdat ik vroeger te weinig te eten kreeg, als beebie. Maar als ik nu te dik ben dan wordt dat erger, dan kan ik niet goed meer lopen.
Dus ik doe nu mee met mijn diejeet. Maar ik hoef niet helemaal superslank te worden, vind ik.
Volgens mijn vrouw hoef ik me daar voorlopig nog geen zorgen om te maken.

Wat wel fijn is van mijn diejeet is dat we ekstraveel spelen met de veer (nóg meer?! riep mijn vrouw) en dat we ekstraveel knuffelen.
Dat helpt, bij het slankworden. En zo kan ik het wel volhouden.
Hoop ik.

Vlo

Het is nog maar net een nieuw jaar geworden en er is al verdriet.
Kater Vlo, die altijd antwoordde op de blog, is een prachtige ster geworden.
Het ging heel snel, zijn nieren waren zomaar ineens kapot en konden niet meer gemaakt worden.
Vlo heeft vast al een hoop sterren gesproken en gezien. Hij is daarboven gelukkig niet alleen.
Maar zijn vrouw is natuurlijk superverdrietig en mist hem heel erg. Daarom wil ik haar heel veel kopjes sturen, om haar een klein beetje te troosten.
Ik mis hem ook, want Vlo schreef altijd, echt altijd! En hij stuurde me veren op, van vogels in zijn tuin. Ik zal me Vlo altijd blijven herinneren.
Tot ziens Vlo!

Je vriend Bolle

Kater Bolle over als je soms Jozef heet

Jozef
Vorige week was een rare week. Voor mij en ook voor mijn mensen. Ik had geeneens tijd om een antwoord te schrijven op de verhalen van Bert en Loes, zo druk was het.
Ik ga nu vertellen wat er is gebeurd.

Stijger

Op een ochtend zat ik op het buro, naar mijn tuin en mijn stijgers te kijken. Er waren erg veel mannen in de tuin, dat vond ik wel. Ze maakten ook meer lawaai dan anders en ze liepen veel verder de tuin in.
Het was best eng maar mijn vrouw zat naast me, en daarom durfde ik te blijven zitten.
Mijn stijger was helemaak in stukjes gemaakt en die lagen op een grote berg.
Ineens kwam er iets uit de lucht naar beneden, met een ketting eraan. De mannen maakten de ketting vast aan de stukken van mijn stijger. En wat er toen gebeurde … de stukken stijger werden zó over ons huis heen getild. Door een grote masjiene, een heiskraan heet dat.
Dat is natuurlijk supermoeilijk, want de stijger mag niet vallen en is heel zwaar. Maar alles ging goed.
Nu is mijn tuin dus weer bijna zoals altijd, dat is fijn.

Grote masjiene

Jozef

Maar er was nog iets anders.
Dinsdagochtend, heel vroeg, is mijn opa een ster geworden.
Mijn opa is de vader van mijn vrouw.
Als opa en oma bij ons thuis waren, zei opa altijd tegen mij: “Dag Jozef”. Terwijl ik geeneens Jozef heet! Dat wist opa best, het was een grapje.
Popje, Beer, mijn Molletje en ik kregen soms een kaart van hem. Die had hij dan aan ons geschreven.
Mijn opa was groot en sterk, totdat hij dat opeens niet meer was.
Net voordat hij een ster werd, was hij oud en moe.
Misschien is hij ook wel met die grote masjiene naar de hemel getild, en tussen de andere sterren gezet. Want hij kon bijna niet meer lopen, dus hij heeft hulp gehad. Gelukkig maar.
En nu twinkelt hij naar ons, samen met alle andere sterren. Vooral naar oma en mijn vrouw natuurlijk. Maar ook naar mijn man en mij en naar iedereen die hem mist.

Nu is alles dus ineens helemaal anders geworden. Mijn stijger is weg, daar ben ik blij om. En mijn opa is plotseling een ster geworden, daar ben ik verdrietig om.

Oma

Mijn vrouw doet veel huilen en dan troost ik haar. Ik geef haar likjes over haar gezicht, en ik maak kleine geluidjes. Als mijn man huilt lik ik zijn handen.
En we denken alledrie aan oma.

Nieuwe ster

Als ik ’s avonds in mijn tuin ben, kijk ik naar de sterren.
JozefEr zijn al een heleboel sterren die ik ken. Mijn Molletje, Popje, Beer, Billy, prinses Katrientje, beebiePop, Tim. Maar er is nu een nieuwe ster.

Als ik die zie zwaai ik, en zeg: dag opa, ik ben het, Jozef.