Omdat ik de laatste weken vaak binnen ben, wegens de reenoovaatsie, doe ik niet zoveel.
Patroeje
Als ik gewoon naar buiten mag loop ik een paar keer per dag mijn patroeje, en ik loop vaak ook een stuk over de daken van de schuurtjes. Soms moet ik zelfs een stuk rennen, omdat er ergens katten ruzie maken en ik daar dan ga kijken.
In ons huis kan ik niet zoveel lopen, want het heeft maar twee kamers. En een badkamer. Daar kijk ik altijd even in het putje en ik ruik er aan. Het is een biesondere lucht, van water en onder de grond. Meer is er niet te doen, in de badkamer. Er is in ons huis ook nog een klein gangetje, waardoor ik naar mijn tuin kan. Maar mijn huispatroeje is dus altijd zo klaar.
Mijn mensen zijn nu bang dat ik nog weer een beetje dikker word. Ook omdat ik door de pilletjes om rustig te blijven veel meer ging eten.
Daarom spelen ze ekstraveel met me, zodat ik toch genoeg beweeg.
Spelen
Mijn vrouw zegt dat dat spelen nog niet meevalt, omdat ik niet veel dingen leuk vind.
Balletjes snap ik niet zo goed. Meestal zit ik beleefd te kijken als mijn mensen balletjes gooien, maar ik heb eerlijk gezegd geen flauw idee wat ze nou presies van me willen.
Ik heb een paar puzzels, voor brokjes. Daar kijk ik naar, en héél af en toe pak ik er een brokje uit.
Ik heb een vis met ketnip, waar ik vroeger aan likte. En ik kreeg een nieuwe banaan, een kussentje en een muis, allemaal met ketnip. En ik doe er niks mee.
Maar er is één ding waar ik altijd mee wil spelen. Daar kun je me voor wakker maken, eerlijk waar.
Als je me een beetje kent weet je vast wel dat ik mijn veer bedoel.
Stip
Meestal speel ik het spel met de veer met mijn vrouw en met Stip, mijn rode kleedje.
Mijn vrouw haalt de veer onder Stip door en ik vang de veer. Ik speel dit spel al vier jaar, maar het gaat nooit vervelen.
Volgens mijn mensen krijg ik altijd hele grote ogen, en soms ook een dikke staart als we met de veer spelen. Ik moet zelfs gapen van de zenuwen, zo superspannend vind ik het.
Nieuwe spelletjes
Mijn mensen zeggen wel eens dat ze het saai vinden, de hele tijd hetzelfde spel. Daarom heeft mijn vrouw een paar nieuwe spelletjes met de veer bedacht. Zij kent me goed en ze weet presies wat ik leuk vind, soms zelfs voordat ik dat zelf weet.
Eigenlijk hou ik niet zo van nieuwe dingen. Ik wil graag dat alles altijd het zelfde is, dan voel ik me veilig. Maar de nieuwe spelletjes durfde ik meteen te doen. Dat vinden mijn mensen superstoer van me, dat ik dat durf. Ik ben zelf ook best een beetje trots dat ik zoveel durf.
Kleedje
Het eerste nieuwe spel is met een nieuw kleedje in de slaapkamer. Mijn vrouw heeft het een tijdje geleden gekocht en was een beetje bezorgd dat ik er bang voor zou zijn. Maar ik zag het kleedje en ging er meteen languit op liggen, en aan krabbelen.
Nu spelen we op dat kleedje met de veer. Elke dag ga ik een paar keer op dat kleedje zitten en kijk naar mijn mensen. Die weten dan meteen wat ik bedoel.
Eén van mijn mensen beweegt de veer onder het kleedje en ik spring er bovenop. Soms doen ze het kleedje dubbelvouwen, zodat er een soort tunnel is. Daar kijk ik dan steeds in, of ik de veer al zie.
Wat ik dan weer nóg leuker vind is als mijn vrouw een tasje op het kleed legt en de veer zich daaronder verstopt. Het is een tasje van dunne stof en als ik zie dat de veer onder het tasje zit neem ik een sprong en schuif op het tasje een stuk over het kleed. Alsof ik aan het surven ben, zeg maar. Ik maak een prop van het tasje en ik bijt erin, net zolang tot ik de veer heb gevangen.
Als ik de veer heb beginnen we weer opnieuw.
Poten
Ook kan de veer nog om de poten van de eettafel heen gaan, heel snel. Dan ga ik aan de andere kant van de tafelpoot staan en sla mijn voorpoten om de poot heen, en probeer de veer te pakken te krijgen.
Grappig hè, dat je zoveel kunt doen met een veer? Dat had ik nooit gedacht.
Mijn mensen kiezen altijd de veer uit waar we mee gaan spelen, want ik heb heel veel verschillende veren. Kleine veren, grote veren, veren in een bosje aan een stokje,
veren aan een touwtje. Ik heb veren van Vlo gekregen, van vogels die bij hem in de buurt wonen. En sinds kort heb ik ook veren van pouwen, met een oog erop.
Mijn man vraagt wel eens hoeveel veren ik eigenlijk nodig heb.
Nou, in prinsiepe maar ééntje, maar meer is altijd beter.
Zo zie ik dat, met veren. Van veren kun je er nooit teveel hebben.