Categorie archieven: Bolle

Kater Bolle over: als je veel veren hebt

veren
Omdat ik de laatste weken vaak binnen ben, wegens de reenoovaatsie, doe ik niet zoveel.

Patroeje

Als ik gewoon naar buiten mag loop ik een paar keer per dag mijn patroeje, en ik loop vaak ook een stuk over de daken van de schuurtjes. Soms moet ik zelfs een stuk rennen, omdat er ergens katten ruzie maken en ik daar dan ga kijken.
In ons huis kan ik niet zoveel lopen, want het heeft maar twee kamers. En een badkamer. Daar kijk ik altijd even in het putje en ik ruik er aan. Het is een biesondere lucht, van water en onder de grond. Meer is er niet te doen, in de badkamer. Er is in ons huis ook nog een klein gangetje, waardoor ik naar mijn tuin kan. Maar mijn huispatroeje is dus altijd zo klaar.
Mijn mensen zijn nu bang dat ik nog weer een beetje dikker word. Ook omdat ik door de pilletjes om rustig te blijven veel meer ging eten.
Daarom spelen ze ekstraveel met me, zodat ik toch genoeg beweeg.

Spelen

Mijn vrouw zegt dat dat spelen nog niet meevalt, omdat ik niet veel dingen leuk vind.
Balletjes snap ik niet zo goed. Meestal zit ik beleefd te kijken als mijn mensen balletjes verengooien, maar ik heb eerlijk gezegd geen flauw idee wat ze nou presies van me willen.
Ik heb een paar puzzels, voor brokjes. Daar kijk ik naar, en héél af en toe pak ik er een brokje uit.
Ik heb een vis met ketnip, waar ik vroeger aan likte. En ik kreeg een nieuwe banaan, een kussentje en een muis, allemaal met ketnip. En ik doe er niks mee.
Maar er is één ding waar ik altijd mee wil spelen. Daar kun je me voor wakker maken, eerlijk waar.
Als je me een beetje kent weet je vast wel dat ik mijn veer bedoel.

Stip

Meestal speel ik het spel met de veer met mijn vrouw en met Stip, mijn rode kleedje.
Mijn vrouw haalt de veer onder Stip door en ik vang de veer. Ik speel dit spel al vier jaar, maar het gaat nooit vervelen.
Volgens mijn mensen krijg ik altijd hele grote ogen, en soms ook een dikke staart als we met de veer spelen. Ik moet zelfs gapen van de zenuwen, zo superspannend vind ik het.

Nieuwe spelletjes

Mijn mensen zeggen wel eens dat ze het saai vinden, de hele tijd hetzelfde spel. Daarom heeft mijn vrouw een paar nieuwe spelletjes met de veer bedacht. Zij kent me goed en ze weet presies wat ik leuk vind, soms zelfs voordat ik dat zelf weet.
Eigenlijk hou ik niet zo van nieuwe dingen. Ik wil graag dat alles altijd het zelfde is, dan voel ik me veilig. Maar de nieuwe spelletjes durfde ik meteen te doen. Dat vinden mijn mensen superstoer van me, dat ik dat durf. Ik ben zelf ook best een beetje trots dat ik zoveel durf.

Kleedje

verenHet eerste nieuwe spel is met een nieuw kleedje in de slaapkamer. Mijn vrouw heeft het een tijdje geleden gekocht en was een beetje bezorgd dat ik er bang voor zou zijn. Maar ik zag het kleedje en ging er meteen languit op liggen, en aan krabbelen.
Nu spelen we op dat kleedje met de veer. Elke dag ga ik een paar keer op dat kleedje zitten en kijk naar mijn mensen. Die weten dan meteen wat ik bedoel.
Eén van mijn mensen beweegt de veer onder het kleedje en ik spring er bovenop. Soms doen ze het kleedje dubbelvouwen, zodat er een soort tunnel is. Daar kijk ik dan steeds in, of ik de veer al zie.

Wat ik dan weer nóg leuker vind is als mijn vrouw een tasje op het kleed legt en de veer zich daaronder verstopt. Het is een tasje van dunne stof en als ik zie dat de veer onder het tasje zit neem ik een sprong en schuif op het tasje een stuk over het kleed. Alsof ik aan het surven ben, zeg maar. Ik maak een prop van het tasje en ik bijt erin, net zolang tot ik de veer heb gevangen.
Als ik de veer heb beginnen we weer opnieuw.

Poten

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Ook kan de veer nog om de poten van de eettafel heen gaan, heel snel. Dan ga ik aan de andere kant van de tafelpoot staan en sla mijn voorpoten om de poot heen, en probeer de veer te pakken te krijgen.

Grappig hè, dat je zoveel kunt doen met een veer? Dat had ik nooit gedacht.
Mijn mensen kiezen altijd de veer uit waar we mee gaan spelen, want ik heb heel veel verschillende veren. Kleine veren, grote veren, veren in een bosje aan een stokje,
veren aan een touwtje. Ik heb veren van Vlo gekregen, van vogels die bij hem in de buurt wonen. En sinds kort heb ik ook veren van pouwen, met een oog erop.
Mijn man vraagt wel eens hoeveel veren ik eigenlijk nodig heb.
Nou, in prinsiepe maar ééntje, maar meer is altijd beter.
Zo zie ik dat, met veren. Van veren kun je er nooit teveel hebben.

Kater Bolle over: als je het zat bent

BolleVorige week waren mijn mensen en ik het allemaal een beetje zat. Het voelde alsof de reenoovaatsie al jaren aan de gang was. We waren in het begin al zat ervan, maar nu ekstraveel.

Op avontuur

Mijn vrouw was ziek geworden van het stof, mijn man was heel moe en ik liep de hele tijd te dribbelen. Ik had peper in mijn bips,  zo noemt mijn vrouw dat (ze zegt eigenlijk een ander woord, maar dat is niet netjes). Ik wilde steeds naar buiten en dat mocht niet. Wegens die mannen op de stijgers. Toch bleef ik de hele tijd bij de deur zitten.

Meestal doe ik niet moeilijk als ik iets niet mag.
Ik zeur niet en maak niets kapot. Nu met de reenovaatsie ga ik niet op avontuur en blijf vooral in mijn eigen tuin, als ik naar  buiten mag.

Pop en Beer

Mijn vrouw zegt vaak dat ze gek was geworden als ze dit met Popje, GroteBeer en mijn Molletje had moeten meemaken. Want Pop en  Beer zouden binnen de hele dag lopen klieren en mauwen, tot ze weer naar buiten zouden mogen. Mijn Molletje zou boos zijn, wegens het lawaai en dat ze binnen moest blijven. Ze zou de hele dag mokken, en niet willen eten.
De mannnen (zo noemden mijn mensen Pop en Beer altijd) zouden de hele nacht op ontdekkingsreis gaan bij de stijgers en alle spullen die er liggen. Pop zou allerlei dingetjes stiekem meenemen, dat deed hij altijd. Stukjes hout of kwasten om aan mijn
mensen te laten zien. Hij zou overal in stappen of vallen, want dat deed hij ook altijd. Hij heeft een paar keer een grote

Pop

Pop als kuiken, op de stijgersnee in zijn buik gehad omdat hij ergens aan was blijven hangen, een speiker waarschijnlijk. Hij is een keer in een ander huis door de terpentiene gelopen, dat was supergevaarlijk. Mijn mensen moesten midden in de nacht naar de dokter met hem. Hij had de terpentine  opgelikt en hij had wel een ster kunnen worden.
Mijn mensen en onze buurvrouw noemden Pop altijd de opzichter, omdat hij bij elk huis waar gewerkt werd ging kijken. Hij had ook vaak verf in zijn haren, en Beer zat een keer onder het sement. Dat vond hij niet erg, hij wilde niet dat mijn mensen het er uithaalden. De mannen waren echte klussers, volgens mijn vrouw.
Pop, Beer en mijn Molletje hebben een keer meegemaakt dat alle huizen aan de buitenkant werden geschilderd. Maar toen woonden ze nog niet bij ons.

Ik ga niet kijken bij spullen van de reenovaatsie en ik klim niet op de stijgers. Meestal leg ik me er bij neer (op het grote bed, haha, zie je mijn grapje?) dat ik binnen moet blijven.
Als de mannen van de stijgers weg zijn en ik naar buiten mag ben ik vaak na twee minuten weer terug. Ik wil alleen even zeker weten dát ik naar buiten mag.

Onrustig

Maar deze week was ik onrustig. Mijn druksolie hielp niet genoeg, ik was de hele tijd zenuwachtig.
Ik had pijn in mijn buik en ik moest spugen. Op het grote bed. En daarna moest ik heel snel naar mijn binnenweecee, wegens die pijn in mijn buik. Mijn mensen snappen dat heel goed, maar mijn vrouw zei wel dat de ‘lucht niet te harden was’ ofzo. Ik weet niet
wat ze daarmee bedoelde, het zal wel iets zijn dat alleen mensen snappen.
En toch mocht ik niet naar buiten. Maar ik bleef rondlopen en wilde niet gaan liggen.
Mijn mensen werden een beetje wanhopig van mij. Mijn vrouw zei dat er nog één ding was dat we niet hadden geprobeerd. En dat wilde ze gaan kopen.

Geps

Na een halfuurtje kwam ze weer thuis, heel entoesjast. Ze liet iets aan mijn man zien, die moeilijk keek en zei dat hij er niet in geloofde.
Ik zat zelf weer bij de achterdeur, want ik wilde nog altijd naar buiten. Mijn vrouw kwam naar me toe en begon aan me te frummelen. Ze deed iets over mijn hoofd en deed twee gepsjes dicht (volgens mijn vrouw heten die dingen gespjes, maar dat is gewoon niet waar). Ineens klikte ze nog een geps vast, en deed de deur open. We liepen samen naar buiten en toen bleek ik ineens een tuigje met een riem aan te hebben. Zoiets heb ik nog nooit meegemaakt. Alsof ik een hond was!
Ik liep wel mee met mijn vrouw, maar toen hoorde ik iemand op de stijgers. Ik raakte helemaal in paniek, en ging plat op de grond liggen. Ik probeerde zo plat mogelijk weg te rennen, maar ik zat vast aan die riem. Mijn vrouw tilde me meteen op en ging met me
naar binnen. Gelukkig.

Op bed

Binnen heb ik gegeten, en daarna heb ik op het grote bed liggen slapen. Buiten was niet wat ik er van verwacht had, zolang die mannen er nog zijn.
’s Avonds mocht ik wel weer naar buiten, toen alles rustig was. Ik heb een tijdje op mijn stoel gezeten, in het donker. Mijn man kwam kijken, en ik liep samen met hem naar binnen.
We hebben met zijn drietjes op het grote bed geknuffeld, ik heb iets gegeten en ik ben samen met mijn vrouw gaan slapen.

Maar de volgende dag was ik weer zo onrustig. De hele week eigenlijk. Ik wilde niet op mijn weecee, en bleef maar rondlopen. Ik wilde mijn tuin in, ook al zijn de mannen daar bezig.
Ik hoefde gelukkig niet meer het tuigje aan. Want het maakt niet uit hoe erg ik dribbel, ik mag niet naar buiten als er nog iemand op de stijgers is.

Terras

En elke dag, als ik dan eindelijk weer naar buiten mocht, draaide ik me op het terras al weer om en ging naar binnen. Soms was ik maar heel eventjes buiten en kwam dan snel naar binnen rennen om op mijn weecee te gaan. Mijn vrouw zei WAAROM?
Ik kan het zelf ook niet echt uitleggen.
Behalve dan dat ik nou eenmaal een kat ben, en dat ik de reenoovaatsie zat ben.
Dat snappen mijn mensen, die hebben dat ook. Niet dat kat-zijn, maar dat zat-zijn.
Nou doen we maar ekstraveel knuffelen en met de veer spelen, dat is voor ons alledrie leuk.
Vind ik.

kater Bolle over: als je zelf een buitenkater bent

buitenkater
Elke dag lees ik samen met mijn vrouw de krant. Er staan vaak verdrietige dingen in. Over mensen die oorlog maken, die vechten en die andere mensen kapot maken. Of dat er een aardbeeving is, of brand in de bossen.

Onderzoek

Soms staat er ook iets leuks in. Ik heb gelezen dat twee pingwin-mannen in de dierentuin een ei met een beebie erin hebben gekregen. Ze pikten steeds eieren van andere pingwins om op te broeden, of ze gingen op een steen broeden. Maar daar komt natuurlijk nooit een beebie uit. Nu hebben ze een ei gekregen dat ze samen uitbroeden. Binnenkort hebben ze dus hun eigen pingwinkindje. Dat is een mooi verhaal, vind ik.
Soms staat er wat over katten in de krant. Dat lees ik altijd ekstra goed, om te kijken of het klopt.
Deze week las ik over een onderzoek dat twee mannen hadden gedaan. De mannen zeiden dat katten veel te veel vogels vangen en eten. Dat is zielig voor vogels. En daarom zouden katten eigenlijk van de wet niet meer buiten mogen komen.

Vogel

Toevallig ben ik een kat die buiten komt. Als er geen mannen met stijgers in mijn tuin zijn, tenminste. Want dan durf ik niet, en het mag ook niet van mijn mensen.
En nou zal ik het maar eerlijk zeggen: ik heb nog nooit een vogel gevangen. Ik wist eigenlijk niet eens dat dat kon! Ik zou niet weten wat ik met een vogel moest doen. Daar zitten toch alleen maar veren en botjes aan, dat lijkt me helemaal niet lekker.

Beebies

Deze zomer hebben er in mijn tuin twee nestjes met kleine vogeltjes gezeten. Mijn vrouw zegt dat het kool-me-zen zijn. Ze kregen allebei twee kindertjes. De vogelbeebies waren heel klein en hadden nog geen echte veertjes maar een soort pluisjes. Ze vlogen in mijn tuin rond en aten van het eten dat mijn vrouw altijd ophangt. Soms zaten ze op de grond, buitenkateromdat ze nog niet zo goed konden vliegen. Alle kindertjes zijn groot geworden, ik heb ze niks gedaan. Waarom zou ik ook? Ik vind het prima als er vogels zijn, alleen duifen vind ik eng. Die maken zoveel lawaai als ze gaan zitten in de struiken en ze zijn ook best groot.
Bij de buurvrouw van de grote hond was in de zomer een vogelbeebie gekomen die nog niet goed kon vliegen. Een zwartwitte vogel, dat heet een ekster. Zijn ouders bleven de hele tijd in de buurt en riepen hem. Het was niet echt een beebie meer, maar hij kon nog niet goed vliegen. Hij zat steeds op de grond en probeerde te vliegen maar hij kwam niet hoger dan de onderste takken van een struik.
Hij heeft bijna een week wat van mijn natvoer gekregen en de buurvrouw heeft meelwormen voor hem gekocht. Het was gezellig, zo met de vogel in de tuin.
Na een tijdje heeft de buurvrouw hem hoog in een struik gezet, hij fladderde wat en ineens kon hij vliegen! Het was superspannend, we zaten allemaal te kijken hoe het ging. Hij vloog naar zijn ouders en met zijn drietjes vlogen ze weg.

Buitenkat

Dit vertel ik omdat ik vind dat dat onderzoek helemaal niet klopt. Die mannen zeggen dat er wel drie miljoen katten zijn in Nederland die een heleboel vogels vangen. Dat hebben ze uitgerekend omdat ze zagen hoeveel vogels zwerfkatten en wilde katten vangen. En als je dat allemaal bij elkaar optelt kom je op héél veel vogels.
Mijn vrouw zei meteen “Ja, en al die katten die nooit buiten komen dan?”. Als je binnen woont kun je natuurlijk geen vogels vangen, dat is best logies.
Maar je kunt ook een buitenkat zijn, en toch geen vogels vangen. Er was deze zomer ook een onderzoek dat zei dat nog maar 40 proosent van de katten jaagt. De rest weet niet meer hoe ze dat moeten doen. En die doen het dus niet meer. Ik ben zelf één van die katten. En zo heb ik mijn kinderen ook opgevoed. Mijn kinderen kunnen ook niet jagen. En zo komen er steeds meer katten die niet jagen, daar heb ik al eens over geschreven.
Als je zwerfkat bent dan móet je wel proberen om vogels of muizen vangen, anders heb je niks om te eten. Dat kun je ze niet verweiten, vind ik.
Katten kunnen er niks aan doen dat er veel zwerfkatten en verwilderde katten zijn. Geen enkele kat wil zwerven, en geen enkele kat wil verwilderen. Dat zijn katten die achter zijn gelaten door hun mensen of die verdwaald zijn. Of het zijn katers die zijn gaan zwerven omdat ze niet geopereerd zijn.

Eksoot

In het onderzoek stond ook nog een heel moeilijk woord: eksoot. Mijn vrouw heeft me uitgelegd dat dat betekent dat een dier hier eigenlijk niet hoort. Maar katten wonen hier al meer dan tweeduizend jaar, dat is echt superlang.
Vroeger had je zelfs echte wilde katten, maar die bestaan niet meer in Nederland. Sinds kort wordt er af en toe weer eentje gezien. Dat mag dan weer wel, daar is iedereen heel entoesjast over. Maar wat denk je dat die wilde katten eten? Volgens mij geen diejeetbrokken van de dierendokter, zoals ik.
Wat ik niet eerlijk vind is dat katten de schuld krijgen dat ze muizen en vogels en insekten vangen. Terwijl wij daarvoor gemaakt zijn. Daar kunnen we niks aan doen, en daar hebben mensen ons eeuwen lang voor in huis gehaald. En ineens mag dat niet meer. Katten zijn al heel lang in Nederland, en nooit waren er problemen met vogels. Hoe kan het dan dat het nu ineens wel een probleem is?

Sijfers

Mijn vrouw wordt altijd boos van dat soort onderzoeken. Dat katten altijd de schuld krijgen van van alles en nog wat. Nooit honden, terwijl die ook op kleine dieren jagen zoals koneintjes en muisen en ook vogels. En op katten, dat weet ik toevallig zelf!
Ikzelf trek me er niet zoveel van aan. Die onderzoekers doen maar. Ik denk dat ze niet zoveel weten van katten, alleen van sijfers.
Nou moet ik wel eerlijk zeggen dat Pop, Beer en mijn Molletje wel eens een vogel vingen. Maar dat waren eigenlijk altijd vogels die ziek waren, of die hier tegen het raam aan waren gevlogen. Of die werden achterna gezeten door een ekster, of een kraai. En toen ze ouder waren deden ze het helemaal niet meer.

Mensen

Ik denk vaak dat mensen het grootste probleem zijn. Er zijn mensen die niet lief zijn voor elkaar en ook niet voor dieren. Die mensen maken heel veel kapot, overal op de wereld. Ze hebben gemaakt dat heel veel dieren geeneens meer bestaan. Ze maken overal dingen voor mensen, zoals fabrieken en wegen voor ootoos. En nu heel veel kapot is gemaakt door die mensen hebben wij katten het gedaan, en moeten we binnen blijven. Of nog veel enger: er wordt op ons geschoten. Dat je dood gaat dus. Dat mag op sommige plekken al, gelukkig woon ik daar niet.

Stijgers

buitenkaterNou, ik weet het allemaal niet meer.
Ik mag toch steeds niet naar buiten, vanwege die stijgers.
Maar ik verveel me als ik binnen ben. Ik wil graag naar buiten, dat ben ik gewend.
Ik vind het fijn om door mijn tuin te lopen, overal aan te snuffelen en soms een plasje te doen.
Ik wil mijn trap opklimmen om naar de sterren kijken en zwaaien.
Ik zit graag op mijn stoel of in mijn huisje en kijk dan naar de vogels en de muisjes en de vleermuisen. Ik zie vlinders en hommels.
Ik voel het zonnetje en de wind. Zo kan ik het beste nadenken.
En ik vang nooit iemand.

Voor Loesje

Ik wil ook graag Loesje veel beterschap wensen met haar oog! Haar oog is ontstoken. En nou moet ze elke dag zalluf in haar oog. Dat vindt ze natuurlijk helemaal niet fijn. Ik zou zelf superbang zijn, en mijn mensen ook. Dus ik wil hele grote kompliementen geven aan Loes en aan mevrouw Loes. Want mevrouw Loes doet de zalluf in Loes haar oog.
Ik doe duimen dat het oog van Loesje snel weer helemaal gezond en sterk is, samen met iedereen van de blog!

Kater Bolle over als je een huisdier bent

huisdier

Mensen maken vaak verschil tussen huisdieren en wilde dieren. Huisdieren zijn honden of katten of koneinen. Maar ook paarden of gijtjes.

Over mensen

Wilde dieren zijn beivoorbeeld slangen of krookoodillen. Dat zijn dieren die je niet zomaar kunt aaien omdat ze soms gevaarlijk zijn. Ook heb je nog ooliefanten en teigers en goorillaas. Dat zijn dieren die te groot zijn om in een huis te wonen. Verder zijn er nog vissen, die kunnen niet in een huis want die wonen in het water. En vogels heb je ook nog, die leven in de lucht en in de bomen. Net als insekten, zoals spinnen en rupsen.
Huisdieren zijn dus eigenlijk dieren die mensen leuk vinden of die ze kunnen gebruiken. En mensen vinden die andere dieren niet zo leuk, gevaarlijk of eng. Dat snap ik wel een beetje, ook al vind ik dat een paard niet in huis kan wonen en een spin wel. Maar ik vind dat alle dieren mogen bestaan, of mensen ze nou lief vinden of niet.
En hoe denken huisdieren dan over mensen? Dat kan ik natuurlijk niet voor alle huisdieren zeggen, maar wel voor mezelf.

Verdedigen

Vroeger, toen ik in de tuinen woonde, dacht ik dat alle mensen hetzelfde waren. Ik dacht dat alle mensen sloegen en schopten. Ik dacht dat mensen geen gevoel hadden en dat ze gevaarlijk waren. Ik bleef bij ze uit de buurt en als ze toch dichtbij kwamen beet ik. Of ik krabde. En dan niet een beetje, nee… tot er bloed kwam, veel bloed. Want ik wist heel zeker dat die rare, gemene mensen niet te vertrouwen waren en dat ik me dus moest verdedigen.

Allemaal anders

Mijn vrouw vond katten vroeger eng. Ze dacht dat katten zomaar zouden krabben of bijten.
En ze vond ze grieselig, ze begreep ze niet echt. Ze kende alleen honden.
Totdat ze de GroteBeer tegen kwam. Mijn vrouw speelde elke dag met hem, in de tuin. Ze aaide hem nooit want dat durfde ze niet. Kwam dat even goed uit! Beer wilde liever niet veel geaaid worden, dat hoefde niet zo voor hem. Hij kwam bijna elke dag naar de tuin om met mijn vrouw te spelen, met takjes en steentjes en blaadjes. Als mijn vrouw naar binnen ging kwam Beer tegen de deur aanstaan om te kijken waar ze nou was was gebleven, zo jammer vond hij het als ze weg ging.
Daarna kwam Popje in de tuinen. Die wilde zich meteen overal mee bemoeien. Met Beer en ook met mijn mensen. Hij klom gewoon op schoot bij mijn mensen en viel dan in slaap, helemaal tegen mijn mensen aangekropen. Hij wilde niets liever dan knuffelen.
En toen kwam mijn Molletje nog. Die wilde ook niet geaaid worden, maar ze kwam wel steeds bij mijn mensen zitten. Ze vertelde hele verhalen, en bleef steeds terugkomen. Ze kwam vogels brengen om te laten zien dat ze zou bijdragen aan het eten, en ze treende mijn mensen alvast dat ze niet mochten lachen of hoesten of niezen.
Zo ontdekte mijn vrouw dat katten allemaal anders zijn en helemaal niet eng.
Mijn man heeft altijd van alle dieren gehouden, dus die wist dat allang.
Jullie weten al hoe het afliep: Beer, Pop en mijn Molletje kwamen bij mijn mensen wonen, en mijn vrouw kan zich niet meer voorstellen dat ze katten ooit niet leuk vond (nee, ik ook niet!).

Mijn kinderen, de moeder van mijn kinderen en ikzelf waren allemaal bang voor mensen. Mijn kinderen zijn allemaal buiten geboren. We leefden buiten en dat wilden we ook zelf.
Sommige van mijn kinderen en hun moeder durfden als eersten binnen te gaan wonen. Bij de mensen van een winkel, die ons altijd te eten gaven.
Ik durfde pas na een hele tijd binnen te wonen, toen ik mijn Molletje had leren kennen. En haar mensen, die nu ook mijn mensen zijn.
Het heeft best een tijd geduurd voordat ik echt vertrouwen kreeg in mijn mensen. Dat ging echt niet vanzelf, daar was ik veels te bang voor. En toch wist ik zeker dat ik bij mijn mensen wilde blijven wonen.
Ook nu met de reenoovaatsie, waardoor ik vaak superbang ben, blijf ik bij mijn mensen in ons huis wonen. Mijn vrouw was bang dat ik een terugval zou krijgen en dat ik weer buiten zou gaan wonen. Maar ik ben juist superknuffelig geworden en ik snap heel goed dat mijn mensen mij proberen te beschermen.
Ik vertrouw mijn mensen duisend proosent. En mijn mensen vertrouwen mij duisend proosent.

Gezellig

Zo hebben mijn mensen ontdekt dat een kat een geweldig huisdier is, dat heel slim en lief en gezellig is. Een huisdier is een dier dat bij mensen in huis kan en wil wonen.
huisdierEn ik heb ontdekt dat sommige mensen (beivoorbeeld mijn mensen) geweldige huismensen zijn, die slim en lief en gezellig zijn. Huismensen zijn mensen die bij een dier in huis kunnen en willen wonen.
Ik heb geleerd dat je als huisdier pas echt gelukkig kunt zijn als je je huismens hebt gevonden. En mijn mensen leerden dat je als huismens alleen echt gelukkig kunt zijn als je je huisdier hebt gevonden.

Kater Bolle over als je heel veel mannen in je huis hebt

mannen

Deze week waren de mannen van de stijgers bij mij in huis. Elke ochtend heel vroeg kwamen ze naar binnen, als het nog een beetje donker was.

Omdat de voordeur hele dag open stond moest ik in de slaapkamer blijven. Want anders loop ik zo de straat op en dat mag ik niet.
En ik mocht ook nog steeds niet in mijn tuin, want daar waren weer andere mannen.

Zenuwen

Daarom moest ik deze week elke dag op mijn binnenweecee, in de slaapkamer. Daar houd ik helemaal niet van. Plassen doe ik nog wel, maar voor andere dingen wil ik persee naar buiten.
Nu heb ik een beetje buikpijn gekregen, omdat ik alles steeds ophoud.
Mijn mensen konden ook niet op hun weecee want daar waren die mannen aan het werk. En mijn mensen wilden ook liever niet op MIJN binnenweecee. Zie je wel, zei ik toen meteen, omdat je dan helemaal geen priefee hebt! En dat klopt, zeiden ze. Maar ze vonden mijn binnenweecee ook te klein voor zichzelf.
Hoe dan ook hebben we nu allemaal een beetje buikpijn, van de zenuwen.

Ketnipwijn

mannenOns hele huis is vies en stoffig geworden, en overal ligt plestik om op te lopen. Het voelt nu helemaal niet als ons huis, maar als een huis dat ik niet ken.
Ik kreeg deze week elke dag een paar druksdruppels. Maar toch was ik superbang.
Twee dagen moesten de mannen zelfs in de slaapkamer komen. Op die dagen heb ik een tablet van de dierendokter gekregen. Mijn vrouw deed hem in mijn mond, zonder dat ik het wilde. Ik was daardoor wel minder bang, maar ik liep alsof ik een hele fles ketnipwijn had gedronken. Ik viel steeds een beetje om. Maar ik lag wel gewoon op bed te snurken, totodat die mannen kwamen. Toen ben ik snel onder het bed gekropen. O nee, eerst had ik nog keihard geblazen. Maar de meneer waar ik dat tegen deed zei: “Ach, arm beest, hij is bang”. Dus ik denk dat hij me niet echt gevaarlijk vond.

Veiligheid

Als jullie dit lezen is mijn huis hopelijk weer gewoon van mij en mijn mensen. Mijn tuin is nog lang niet alleen van mij, zegt mijn vrouw. Maar dat komt wel weer.
Ik snap niks van zo’n reenoovaatsie, en mijn mensen ook niet. Wij wilden het niet, maar het moest. Voor de vei-lig-heid, zo heet dat. Terwijl ik me juist helemaal niet veilig voelde, door die reenoovaatsie. En mijn mensen ook niet. Maar het heeft met brand te maken, legde mijn vrouw uit. Dat is wel belangrijk, want brand is echt heel erg gevaarlijk.

En toch ben ik blij dat ze binnen klaar zijn.

Mannen

mannenEerlijk waar, ik heb nog nooit zoveel mannen bij elkaar gezien! En ook eerlijk waar, ik hoop dat ik nooit meer zoveel mannen bij elkaar zie. Volgens mij heb ik in die week alle mannen van het hele land gezien, zoveel waren het er. Kleine, grote, jonge, oude, korte en lange mannen heb ik gezien. Allerlei kleuren en smaken waren er. Ook al waren ze allemaal heel vriendelijk en rustig, ik vond het toch een beetje veel.
Voorlopig vind ik mijn eigen man en mezelf weer meer dan genoeg man in huis.