Categorie archieven: Bolle

kater Bolle over: als je een iegloo hebt

ieglooDeze week was het ineens heel erg warm.  Wij katten komen van oorsprong uit hele warme landen en zelfs uit de woestijn. Maar toch kan het voor ons ook te warm zijn.

Wijde tenen

Wij zweten alleen aan onze hand- en voetkussentjes. En we hebben over ons hele lijf en hoofd en staart heel veel haar. Stel je voor, zeg ik weleens tegen mijn mensen, dat je een bontjas aanhebt en dan in de zon staat. Nou, daar moeten ze niet aan denken.
Om toch een beetje af te koelen doen wij ons veel wassen als het warm is. Door dat wassen koel je je lijf af. Want je maakt je lijf een beetje nat. Ik was nu heel vaak mijn tenen. Dan doe ik mijn tenen wijd, en dan was ik mijn kussentjes en tussen mijn tenen. Daar koel ik lekker van af.
Ik zit of lig ook vaak met wijde tenen. Dat is minder warm dan wanneer je je tenen gewoon doet.
Probeer het maar eens, als je het te warm hebt.

Soep en limonade

Maar door meer wassen moet je ook meer drinken. Dat is best logies. Ik krijg daarom de hele dag door poezensoep of poezenlimonade. Bert had maandag geschreven hoe je mensen poezenlimonade voor je kunnen maken. Poezensoep kunnen je mensen gewoon kopen bij de supermarkt of de dierenwinkel. Je hebt het van Feliks, en ook van Goermet.
Mijn vrouw doet bij een zakje poezensoep nog ekstra water. Normaal hoef ik het dan meteen niet meer, maar nu vind ik het heerlijk.

Koel

ieglooIk ben de hele dag in mijn tuin als het zomer is. Ik verschuif steeds, zodat ik altijd in de schaduw lig. Als er zon is lig ik in overdekte mandjes of onder de struiken. Als ik in een overdekte mand lig legt mijn vrouw er een natte doek overheen. En ik krijg een soort ding dat ijskoud is (mijn man noemt dat een koelelement) met een doek er omheen. Dat leggen mijn mensen dan vlakbij me. En zo blijft het in mijn mand lekker koel. Dat is belangrijk, dat ik het niet al te warm krijg.

Hijgen

Vorig jaar was ik een beetje ziek geworden tijdens de hitte.
Ik kwam ineens hijgend, met mijn tong uit mijn mond, uit de struiken lopen. Nou ja, ik liep niet echt, ik liep eventjes en viel toen om.
Mijn mensen hebben me meteen voorzichtig natgemaakt met water, en natvoer met veel water gegeven. En met zo’n ding dat dus ijskoud is over mijn lijf gewreven. Maar dat mag niet meteen, dat wist mijn vrouw. Want dat is niet goed voor je hartje.
Gelukkig voelde ik me heel snel weer beter want anders hadden we naar de dierendokter gemoeten. Stel je voor! Liever niet, vind ik zelf.

Spesjaal huis

Maar doordat ik toen een beetje ziek was letten mijn mensen nu ekstragoed op me.
Mijn man was al helemaal zenuwachtig omdat het zo warm ging worden. Vanwege mij.
Ik kreeg vorig jaar een spesjaal huis in mijn tuin. Een omgekeerde doos op het gras, met een deur er in. Mijn mensen maakten het gras eerst een beetje nat en zetten dan die doos neer. Daar kreeg ik dan ook nog zo’n ijsding in.
Dit jaar heb ik ook weer zo’n huis.
Toen ik dat aan Bert vertelde zei hij dat zo’n huis een iegloo heet.
Ik wist meteen dat dat klopt. Want Bert weet bijna alles.

Inoe-iet

Toevallig weet ik welke mensen in iegloos wonen. Dat zijn eskimoos. Zelf noemen ze zich Inuït. Ik heb aan mijn mensen gevraagd hoe ik dat moest schrijven. Want het is een moeilijk woord, ienoe-iet.
Mijn vrouw heeft geprobeerd een footoo te maken van mij in mijn iegloo. Maar ik kwam er steeds uit om kopjes te geven. Dus dat lukte niet. Bovendien is mijn iegloo eigenlijk een beetje geheim. Anders zit ie straks vol met eisberen en pingwins!
InuÏt wonen in een iegloo terwijl overal sneeuw is, en het heel koud is. Dan is het in de iegloo lekker warm.
Maar ik heb een iegloo nu het heel warm is, zodat ik het lekker koel heb. Grappig hè, dat je iets voor warm en voor koud kunt gebruiken? Ik denk niet dat ik mijn iegloo nog gebruik als er sneeuw in mijn tuin ligt.
Ook al is het misschien best warm binnenin, ik lig dan toch liever op het grote bed.

Neus

Maar voorlopig wil ik graag nog een tijdje een eskimoo zijn. Eentje die poezensoep krijgt.
Dat hoort nou eenmaal zo als je een Inuït bent.
Weet je wat eskimoos doen als ze iemand tegenkomen die ze lief vinden? Dan doen ze met hun neus tegen de neus van de ander wrijven.
Dat doe ik ook met mijn mensen.
En vanwege de hitte krijgt iedereen van de blog (Katrientje ook, natuurlijk!) nu van mij een neusje. Een lekker ijskoud eskimoo-neusje.

Bolle over: als je iets geks op de radio hoort

geks

Mijn man luistert vaak naar de raadioo, naar het nieuws. En allebei mijn mensen lezen de krant.  Zo hoor en lees ik dus ook wat mensen bezighoudt.

Hondje

Vaak snap ik het niet, of wil ik het geeneens snappen. Maar soms begrijp ik waar het over gaat. Vooral als ik het woord katten hoor, let ik altijd eventjes ekstra op.
Nu stond er deze week een stukje in de krant over een mevrouw. Diezelfde mevrouw was later ook op de radio. Zij is voor haar werk footoograaf. Ze had nu footoos gemaakt van haar hondje. Het hondje was oud en ziek, en is nu een ster. Dat kon je allemaal zien op die footoos. En de mevrouw had superveel verdriet over haar hondje. Logies natuurlijk.
Maar in de krant en op de radio ging het erover of dat normaal is, dat een mens veel verdriet heeft om een hond of kat die een ster is geworden. Ja, dat lees je goed. Er waren mensen die het vreemd vonden dat iemand verdriet had om een hondje.
Want het is toch maar een hondje, zeiden ze.

Kat

Toen Pop, Beer, mijn Molletje en Billy een ster werden, zeiden mensen dat ook weleens. Dat ze toch maar een kat waren. Nee, zei mijn vrouw dan. Ze waren een kat. Dat is wat anders.  Mijn mensen hebben heel veel verdriet gehad om Pop, Beer, mijn Mol en Billy. En nog steeds missen ze ze. Ik heb zelf alleen Molletje gekend, en Billy. Maar ik heb ook verdriet gehad.

E-mo-tie

geks
Hier lig ik op het graf van Billy

Ik heb mijn Mollevrouw heel lang gezocht. Wel een jaar, zeggen mijn mensen. En toen Billy een em-bo-lie kreeg in de tuin en vreselijk veel pijn had, ben ik bij hem gebleven. Net zo lang tot de ambulans kwam. Terwijl ik eigenlijk heel bang was. Maar ik wist dat hij nog banger was. En mijn man ook. Op de dag dat Billy hier in de tuin begraven werd heb ik de hele middag op zijn graf gelegen, en aan hem gedacht.
Maar je hebt mensen die dat niet geloven. Die geloven niet dat een kat gevoelens heeft.
Bij mensen noemen ze een gevoel een e-mo-tie. Dat betekent dat je beivoorbeeld bang bent, of verdrietig, of verliefd. Zoals wij katten dus.
Nou is het vreemde dat er best veel mensen zijn die denken dat een kat, of een hond, of een ooliefant zulke dingen niet voelt. Dat een dier (want zo worden wij genoemd) alleen maar wil eten wil, slapen en kindertjes maken. Verder niets.

Gelukkig snappen mijn mensen wel dat ik gevoelens heb. Ja zeg, stel je eens voor als dat niet zo was!
Mijn mensen worden altijd boos als ze horen dat dieren  geen gevoelens zouden hebben , en geen verstand.

Mensen

Ik moet er zelf altijd om lachen als ik een mens hoor zeggen dat dieren dom zijn. Kijk toe, kijk toe, denk ik dan. Die mens beeldt zich heel wat in.
En waarom? Een mens kan niet vliegen, heeft geen staart, ruikt bijna niks, hoort bijna niks, ziet bijna niks, heeft geen snorharen, kan niet uren onder water zwemmen en kan niet hard rennen . Een mens is de hele dag geluid aan het maken (in hun eigen mensentaal) en nog begrijpen ze elkaar niet. Ze hebben een hele hoop van dat geluid nodig voor iets wat een kat met één beweging van zijn oor kan laten merken.
Ze maken onderling ruzie, kunnen niet samenwerken en vechten veel te vaak. Blijkbaar zijn ze niet slim genoeg om samen te kunnen overleggen.
Wij dieren waren er al voor er mensen waren, en we zullen er ook nog zijn als er geen mensen meer zijn.

Konkluusie

Ik heb er lang over nagedacht hoe het toch mogelijk is dat mensen zo weinig weten.
Over zichzelf, en over dieren. Ik ben tot de konkluusie gekomen dat het geen zin heeft om daar over te piekeren. Sommige dingen kun je als kat nou eenmaal niet begrijpen.
Wat ik wel weet, is dat er ook slimme mensen zijn. Mensen die kunnen nadenken, en die gevoelens hebben, net als wij katten. Als kat is het dus zaak om zulke mensen te vinden.
Ik denk dat ons dat hier op de blog allemaal wel gelukt is.
En die mensen weten ook heel goed hoe verdrietig het is als een kat een ster wordt. Denk maar aan de mensen van Katrientje. Die missen haar heel erg.
Alle mensen en katten op de blog missen katten die een ster zijn geworden. En alle katten kunnen ook mensen missen die een ster zijn geworden.
Katten en mensen verschillen helemaal niet zoveel van elkaar. Alleen denk ik niet dat alle mensen verstand hebben, of gevoelens.

Kater Bolle over als je iets nieuws krijgt

iets nieuws

Het liefst heb ik dat alles altijd hetzelfde blijft. Dan weet ik presies wat er gaat gebeuren, en dat voelt veilig.  Maar soms verandert er iets, ook al wil ik dat niet.

Ster

Zo werd prinses Katrientje een prachtige ster. Dat is een hele grote verandering, en die is moeilijk en verdrietig. Daar kun je niet aan wennen, dat blijft moeilijk en verdrietig. Maar ik vind kleine dingen die veranderen soms ook best moeilijk. Als er nieuwe spullen in huis komen, beivoorbeeld. Zeker als die spullen voor mij zijn.

Het zelfde

Toen ik hier net woonde schrok ik van alles dat veranderde in huis.
Als er ineens twee boeken op de grond lagen, of er een tas stond die er eerst niet had gestaan. Als ik dat zag, verstopte ik me of ik rende naar buiten. Of ik deed keihard blazen.
Dat blazen en rennen en verstoppen hielp eigenlijk niet, want die boeken of die tas trokken zich er niks van aan.
Maar het hielp toch ook weer wel. Want mijn mensen wilden niet dat ik bang was, en probeerden alles zoveel mogelijk het zelfde te houden.

Grieselig

Nu, na vier jaar, ben ik helemaal gewend aan mijn mensen en mijn huis. Ik schrik bijna nooit meer. Alleen ritselen met iets, dat vind ik nog steeds heel erg eng. Ritselen met papier, of kleren of maakt niet uit wat. O, dat vind ik zo grieselig! Dus daar proberen mijn mensen op te letten.
Verder ga ik, als ik iets is veranderd in huis, gewoon eventjes snuffelen en kijken wat het is.
En mijn eigen spulletjes blijven gewoon altijd hetzelfde, presies zoals ik het wil.
Tot mijn vrouw een paar maanden geleden een voerpuzzel voor me had gekocht. Daar schrok ik zo erg van dat ik meteen onder het buro kroop. Waarom weet ik zelf eigenlijk niet presies. Het was gewoon een zwart plestik ding, maar ik vond het eng.
Gelukkig is de puzzel nu weg. Hij staat bovenop de kast waar ik hem niet kan zien.

En toen heb ik iets nieuws ontdekt.  Ik heb ontdekt dat nieuwe spullen voor mij soms leuk kunnen zijn. En dus niet eng.

Kurk

Want samen met die puzzel kwam er een nieuwe kurk voor mij, en een soort mandje.
Een kurk is een dik rondje van karton. Om aan te krabben, zegt mijn vrouw, maar dat is natuurlijk niet waar. Het is om op te slapen.
De nieuwe kurk is presies hetzelfde als de twee kurken die ik al heb.
Ik had per ongeluk op mijn woonkamerkurk overgegeven. Best veel, en dat was er helemaal in gelopen. Mij maakte het niet zoveel uit, toen het eenmaal opgedroogd was. Maar mijn mensen vonden het een beetje vies. Dus kreeg ik die nieuwe kurk.
Toen mijn vrouw hem naar me toe schoof moest ik eventjes blazen. Mijn vrouw zei dat er niks aan de hand was, en schoof de kurk nog iets dichterbij. Ja, en toen snapte ik het natuurlijk meteen. Ik klom er op, en vond hem meteen prima.
Dus mijn oude kurk is weg, en ik heb een schone nieuwe.

Mandje

En tegelijk met mijn nieuwe kurk heb ik een soort mandje gekregen. Het mandje is wit en zacht, en het voelt aan als een schaap-je.  Toen ik het zag heb ik er even aan geroken, en dat was alles. Het was niet eng, maar ook niet leuk.
Mijn vrouw had het schaap-je op het grote bed gelegd, maar ik vond dat dat niet zo hoorde. Ik bleef helemaal aan de andere kant van het bed en wilde niet naar het schaap-je kijken. Mijn vrouw heeft het weer weggehaald.
Midden in de nacht zag ik dat ze het in een ander mandje had gelegd. Dat andere mandje is van een soort hout ofzo. Het is rond en hard. Ik lig er nooit in.
Maar nu lag er in dat harde mandje ineens een heel zacht schaap-je. Dat vond ik biesonder, dus ik ging er bovenop liggen. Het schaap-je zakte wat naar beneden en er bleef een rond, zacht mandje over. Heerlijk ligt dat. Ik slaap er elke nacht in, het is mijn favoriete mandje.

Ontdekking

Dus ik heb twee nieuwe dingen gekregen, die alletwee leuk zijn. En een puzzel die stom is.
Maar eigenlijk is het mooiste kado dat ik nu weet dat nieuwe dingen voor mij niet altijd eng hoeven te zijn. Dat ze soms zelfs heel erg fijn kunnen zijn.
Dat is best een mooie ontdekking. Ik ga proberen het te onthouden.
Maar, als ik heeeeeel eerlijk ben, vind ik vooral nieuwe spulletjes leuk die presies op de oude lijken. Zo ben ik nou eenmaal.

Brokken

O nee, er is toch wel iets voor mij dat ik altijd leuk vind als het nieuw is: brokken! Daar ben ik nooit bang voor, en ik durf ze altijd te proeven, ook als ik ze nog nooit heb gegeten. Goed hè?
En zo is het ook met natvoer. Probeer ik altijd, al is het maar een paar likjes.
Dus ik durf toch best nieuwe dingen te proberen. Met eten.
Dat is eigenlijk wel genoeg verandering, vind ik.

 

kater Bolle over: als je ineens een kusje mist

kusje

Toen ik nog in de tuinen woonde, met alleen maar katten, was er eigenlijk niets dat ik miste.  Natuurlijk vond ik het jammer dat ik geen huis had, dat het koud en nat was buiten, en dat ik maar af moest wachten of er eten  was.

Maar dat was minder erg dan samen met mensen in een huis wonen en met een riem geslagen worden. Of geschopt worden, terwijl ik nooit presies wist wat ik fout deed.
Nee, ik vond het wel prima, zo zonder mensen.

Knuffels en kusjes

Maar toen ik verliefd werd op mijn Mol en bij haar in huis kwam wonen, merkte ik dat er
iets bestond dat ik nog niet kende. Iets dat mensen ook kunnen doen, behalve gemeen zijn. En iets dat ik nooit meer zou willen  missen.
Kun je raden wat dat is? Ik bedoel natuurlijk knuffels en kusjes geven.
Zeker weten is het fijn dat ik nu droog zit als het buiten regent, en dat ik het warm heb als het buiten sneeuwt en dat ik altijd  te eten heb. Daar ben ik heel blij mee. Maar de knuffels van mijn mensen, dat vind ik toch wel het allermooiste dat er bestaat.

Molletje

Ik wist in het begin helemaal niet wat het was, dat knuffelen. Maar ik keek het af bij mijn Molletje. Die vond het heerlijk. Het kon haar nooit teveel zijn. De hele dag door werd ze geknuffeld door mijn mensen, of kreeg ze kusjes. En brommen dat ze dan deed! Soms kreeg ze een zacht kusje terwijl ze lag te slapen, en dan deed ze eventjes een klein spinnetje.’s Nachts sliep ze tegen mijn man aan geklemd, of in de armen van mijn vrouw. Ze viel altijd spinnend in slaap.
Ik snapte wel dat dat knuffelen dus iets heel bijzonders moest zijn, als mijn Mol het zo leuk vond.

Brommen

De eerste keren dat ik geaaid werd, beet ik steeds na een paar aaien, of ik krabde. En tegelijkertijd was ik ook aan het brommen.
Gek hè?
Ik beet voor de zekerheid, dat mijn mensen wisten dat ik dat kon. Dat ik gevaarlijk was.
Ja, zo dacht ik toen nog. Ik dacht dat ik maar beter meteen kon bijten dan dat ik weer geslagen werd. Gelukkig bleven mijn mensen het proberen. En ik ook.
Nu vind ik knuffelen geweldigfantasties. En het allerallerallerfijnste vind ik het als ik kusjes krijg. Die krijg ik heel vaak. En ik krijg ze overal. Vooral bovenop mijn hoofd. Maar ook op mijn buik, op mijn oren of mijn neus en soms zelfs onder mijn tenen. Ik vind het allemaal even fijn.

Kusjes en kopjes

Ik geef ook  kusjes terug. Ik doe mijn mond een beetje open en wrijf dan met mijn mond langs de neus van mijn vrouw of man. Eerst krijg ik drie kusjes, en daarna zij. Dat hoort zo, drie is een mooi getal vind ik. Ik geef ook likjes aan mijn mensen. Vooral aan hun neus. Als  mij vrouw me kust, lik ik haar over haar neus. Of op het plekje op haar hoofd, bovenaan middenin haar gezicht, waar haar haren beginnen. Bij mijn man geef ik zijn handen een wasbeurt. Dat zijn een heleboel kusjes!
Nu krijg ik, net als mijn Molletje en Pop en Beer vroeger, de hele dag door knuffels en kusjes. En ik geef ook de hele dag kusjes, en kopjes.

Dat kleine kusje

Je zou dus zeggen dat ik niks tekort kom. En dat doe ik ook niet. Maar toch mis ik sinds een tijdje iets.  Ik kreeg namelijk bijna elke dag een klein kusje op mijn wang. In ieder geval kreeg ik dat elke zondag. En ineens krijg ik dat kusje niet meer.
Dat komt omdat ik dat kusje van prinses Katrientje kreeg. Dat schreef ze altijd onder haar antwoorden aan mij, op de blog. Maar  Katrientje is een prachtige ster geworden. En sterren kunnen geen kusjes geven. Dus daarom mis ik dat kleine kusje nu.
En nu zou ik zo graag prinses Katrientje een keer een klein kusje op haar wang teruggeven. Ik bedoel dat netjes natuurlijk, want Katrientje heeft verkering met Floris en ik met mijn Mol. Maar gewoon een klein kusje op haar wang, omdat ze een vriendin van mij en van ons allemaal was. En omdat ze zo biesonder was.
Hier komt ie Katrien, spesjaal voor jou! Dank je wel voor alles!
kusje
 

 

 

 

Bolle

Bolle over: als je steeds valt, voor prinses Katrientje

Bolle

 

Voor prinses Katrientje
Dit stukje is speciaal voor onze lieve prinses Katrientje, van de blog.
Vrijdag is ze op reis gegaan naar haar zusje Catoo. Die twee zijn weer samen, dat is mooi.
Maar haar mensen zijn nu alleen, en ze missen Katrientje natuurlijk ontzettend. Want ze hebben met Katrientje samen geleefd, vanaf dat ze een beebie was.

Ik mis Katrientje ook, net als iedereen van de blog.
Ik kreeg altijd een klein kusje op mijn wang van Katrien. Dat vond ik biesonder.
Ik mis nu dat Katrien zo stoer was, en dat ze de beste vriendin van Loes was, en de verkering van Floris, en de vriendin van Kruimel. Dat ze altijd van alles durfde. Dat ze stukjes schreef voor de blog, en dat ze brommer reed. En hard ook!
Zeker weten dat Katrien en Catoo weer samen zijn, en de boel op stelten zetten. En zeker weten dat ze iedereen nu hebben gezien en kennis hebben gemaakt. Als ster, en over de Regenboogbrug.
Ik wil een miljoen kopjes geven aan de mensen van Katrientje, om ze een heel klein beetje te troosten. En ik wil ook zeggen dat ik Katrientje nooit zal vergeten. Dat kan natuurlijk ook helemaal niet!
Zomaar ineens kan je tijd voorbij zijn.  Ook al wil je dat niet. En je mensen willen dat al helemaal niet. En je vrienden en vriendinnen ook niet. Alleen heb je daar niks over te zeggen, het gaat gewoon zo.
Maar wij hier beneden blijven altijd aan de prinses denken, en naar haar zwaaien als ze twinkelt.
En zo blijven we altijd bij elkaar.
Dag lieve Katrientje, tot ziens.

Bolle

Met droog weer ben ik heel graag in mijn tuin. En het allerfijnste vind ik het als het zonnetje schijnt, en het heel warm is.

Ik heb manden op allerlei plaatsen in mijn tuin, dus er is er altijd wel een waar ik tegelijk schaduw en zon heb. Ik heb ook nog een doos, en een tent. En als het echt heel erg warm is, kruip ik onder de struiken. Dan lig ik gewoon op de aarde, dat is lekker koel. Mijn mensen komen ook vaak in mijn tuin. Dat mag best, dat vind ik gezellig.

Stoel in de tuin

Een tijdje geleden hebben ze een stoel in de tuin gezet, voor zichzelf. Mijn man had hem op straat gevonden, en hij was eigenlijk voor mijn Molletje.
Hij stond al een hele tijd op zolder.
Want zoals je weet, is mijn Molletje een prachtige ster geworden. Anders had ze de stoel vast mooi gevonden, zeker weten. Mijn vrouw deed vaak slingers met bloemen om de stoel van Mol, zodat je meteen kon zien dat het haar stoel was. Mijn mensen noemden dat altijd Mols’ prinsessenstoel.
Nu hadden mijn mensen die stoel voor zichzelf neer gezet, dachten ze.
Maar raad eens wat er gebeurde? Ik klom er meteen op, en ik lig er nu elke dag op.
Iedereen ziet meteen dat je een belangrijke kater of poes bent als je op die stoel zit. Nou ben ik dat niet echt, maar dat hoef ik er natuurlijk niet bij te vertellen.
De stoel staat presies zo dat ik mijn landgoed kan overzien, en ook de daken van de schuurtjes. Het is dus echt een hele fijne stoel, en ik ben er erg blij mee.

Boem

Nu, met een zonnetje, ben ik de hele dag in mijn tuin. Als mijn mensen mijn tuin in komen, loop ik altijd meteen op ze af. Ik loop naar mijn mensen toe, en weet je wat er dan gebeurt? Als ik bijna bij mijn mensen ben, val ik Boem! om. Elke keer weer.  Ik val op mijn zij. Gewoon op de tegels, of het grind, of het gras. Maakt niet uit waar. En daarna rol ik door zodat ik op mijn rug lig.
En dan komt het mooiste: mijn mensen gaan bij mij zitten en aaien me op mijn buik.
Ik kan niks fijners bedenken dan in het zonnetje in mijn tuin op mijn rug liggen, en dat mijn mensen me op mijn buik aaien. Ik kan helemaal niet uitleggen hoe fijn dat is!

Aaien

Mijn mensen weten hoe fijn ik dat vind, en dus vinden zij dat ook fijn. Want ik ben meestal best verlegen. Ik vraag bijna nooit om iets. Ik wacht altijd af of ik iets krijg of niet, en of mijn mensen tijd voor me hebben of niet.
Maar als het warm is en ik ben in mijn tuin durf ik zomaar alles. Ik val dan voor mijn mensen op mijn rug, en ik zeg “buik aaien!” Als ik helemaal warm en slap en doezelig ben van het zonnetje denk ik nergens meer over na. Normaal ben ik altijd op mijn kie vief, maar in de zon doe ik gewoon wat in me opkomt. En dat is dus boem!-vallen.

Gelukkig

BolleMijn mensen aaien me altijd, als ik val. Want ze willen dat ik gelukkig ben.  En dat ben ik.
Maar ik weet ook dat alles ineens heel anders kan zijn. Dat er iets in je hoofd of je lijfje verkeerd zit. Dat je ineens niet meer gezond bent.
Het kan zo zijn dat als je opstaat alles zo is als altijd, en dat als je gaat slapen alles anders is geworden. En het kan ook zo zijn dat alles goed is als je opstaat, en dat alles verkeerd is als je gaat slapen. Dat kun je nooit van tevoren weten.

In je hoofd

Maar nu is alles nog goed hier. Dus als ik op mijn stoel lig, en het zonnetje schijnt, en mijn mensen komen mijn tuin in dan doe ik boem! En dan doen mijn mensen me aaien.
Zolang het kan, moet je genieten. Want het kan zomaar voorbij zijn, dat alles gewoon is. En dan kun je maar beter een hele hoop knuffels en zon en liefde en sneks en kusjes en geluk in je hoofd hebben, om aan terug te denken.
In tijden dat er geen zon is, is het fijn als je nog een zonnetje in je herinnering hebt. Dat je weet dat je ooit zomaar boem! hebt gedaan.