Categorie archieven: Bolle

De vrouw van Bolle over als je een hele moeilijke keuze moet maken

keuze

Voordat ik begin wil ik iedereen bedanken die ons heeft gemaild, geschreven of gebeld. We zijn overdonderd door al het medeleven.

Troost

We lezen en herlezen alles. Helaas kunnen we niet overal op reageren. Want: geen Facebook. Maar we zijn elke keer weer tot tranen geroerd, en voelen ons getroost. Dat onze lieve, lieve Bol zoveel mensen heeft geraakt. Dat zoveel mensen hebben gezien hoe bijzonder hij is. Dank jullie wel!

Alle mensen van de blog weten natuurlijk hoe geweldig het is om met een kat samen te wonen. Er is niks leukers dan zo’n slimme, lieve en eigenwijze huisgenoot.
Bol heeft een aantal keren geschreven dat wij met zijn drietjes de baas waren in huis, maar hij eigenlijk het meeste. Dat was ook zo. Alhoewel Bol heel bescheiden was en om weinig vroeg mocht hij tóch meer dan zijn mensen. Hij mocht de hele dag op bed liggen, zijn natvoer in de vloerbedeking smeren, met moddervoeten over het bed lopen en nog veel meer. Zo was het met ons drietal Pop, Beer en Molly ook. En zo hoort het ook, vinden wij.
Hij was onze kat en wij zijn mensen. Niet gelijksoortig maar wel gelijkwaardig.

Beslissing

keuzeEn toch zijn er momenten dat je als mens de baas moet zijn. Als je kat ziek is en naar de dierenarts moet bijvoorbeeld. Katten zouden nooit vrijwillig gaan. Maar als mens weet je dat het voor hun bestwil is en neem je ze mee. Of ze willen of niet. Dat is over het algemeen een redelijk makkelijk te nemen beslissing, alhoewel wij daar ook wel over konden dubben. Vanwege de stress voor Bol, en vroeger vooral voor Pop.
Maar er is een nog veel moeilijker moment. Het moment waarop je moet beslissen of het leven nog draaglijk is voor je kat. Het is een beslissing die je maar één keer kunt nemen en die je nooit meer terug kunt draaien. Ik vraag me elke keer weer af “Wie ben ik om over het leven van een ander te beslissen?” Maar géén keuze maken is ook een keuze. En als je van je kat houdt moet je hem of haar ook los kunnen laten, al is dat nog zo pijnlijk.
Ik heb die beslissing al drie keer eerder moeten nemen, maar het blijft elke keer even zwaar. Loodzwaar. Het is ook elke keer anders, want elke kat is iemand anders en elke situatie is anders.

Opzoeken

Bij Bol was na twee nachten in het dierenziekenhuis duidelijk dat hij acute pancreatitis had. Dat is een alvleesklierontsteking. Zijn maag en darmen waren ook ontstoken. Die ontsteking is uiterst pijnlijk, en kan niet altijd genezen worden.
In de kliniek wilde Bol niet eten. Hij zat alleen maar weggekropen in een hoekje van zijn hok, helemaal verstijfd van angst. Hij is één keer gedwongen gevoerd en had een infuus om hem vocht toe te dienen. Iedereen die we spraken zei dat hij vreselijk lief was, maar extreem bang.
De internist zei dat een behoorlijk aantal katten alsnog overlijdt na weken medicatie in de kliniek, “alleen, in een kooitje”. We wilden in geen geval dat Bol zou overlijden in een vreemde omgeving. Vandaar dat we hem naar huis hebben gehaald.
We waren ook bang dat hij zou denken dat we hem achter hadden gelaten, omdat hij iets fout had gedaan. Door zijn verleden dacht Bol altijd dat hij iets fout deed en straf zou krijgen. We zijn hem dus op de tweede dag op gaan zoeken, om hem te laten zien dat we er nog waren. Bol was heel slim. Ik hoopte dat hij op die manier zou begrijpen dat we hem ook weer gewoon op zouden komen halen.

Weer thuis

De dinsdag dat hij weer thuiskwam was geweldig. Hij was zo blij dat hij van gekkigheid niet wist wat hij moest doen. Hij bleef maar kusjes en kopjes geven en kroop stijf tegen ons aan.
Hij at alles wat hij voor zijn neus kreeg en je hoefde maar naar hem te kijken of hij begon al te spinnen.
Hij moest per dag drie verschillende medicijnen hebben, drie keer per dag, via een spuitje in zijn bekkie. Dinsdag lukte dat zonder problemen. We hadden er voor gekozen dat ik het voorlopig zou doen omdat ik er beter in ben. We waren opgelucht en dachten dat het ergste achter de rug was. Hij zou het redden!

Meer slapen

Woensdag was Bol ook nog blij en levendig, maar hij begon steeds meer te slapen. ’s Avonds ging het medicijnen geven moeilijker. Donderdagochtend heb ik hem zijn medicijnen gegeven, en dat lukte alleen als ik hem echt stevig vastgreep. Hij was doodsbang en kroop in de struiken. Hij bleef uren bang voor me. Dat ging net weer een beetje over toen hij al zijn volgende dosis zou moeten hebben. Ik wist dat ik dit niet drie keer per dag wilde en kon doen.
Bovendien kreeg hij ondanks de morfine en andere medicatie duidelijk pijn. Zijn vacht ging pieken, zelfs op zijn hoofd en staart.
Hij kneep met zijn ogen. Hij kon geen rust vinden, was alleen maar aan het dribbelen. Eten ging steeds moeizamer. We wilden niet dat Bol bang zou blijven voor mij en dat hij pijn zou lijden. De genezingskansen waren klein, en gezien zijn extreem angstige karakter was continue medicatie geen optie. Een hernieuwde opname al helemaal niet. Na overleg met twee internisten en onze eigen dierenarts hebben we besloten hem alleen nog zijn morfine te geven. Op vrijdag zou onze dierenarts bij ons thuiskomen.

Overleggen

Zijn laatste twee dagen waren we continu aan het twijfelen. Moesten we hem toch weer op laten nemen, moesten we hem dwingen de medicijnen te nemen? Of moesten we het zo laten? Gelukkig hebben we veel kunnen overleggen. Ik wil vooral mevrouw Bert, mevrouw Loes, mevrouw Door en mevrouw Vlo bedanken. En Bolletjes fantastische specialisten natuurlijk.

Zijn ziel

keuzeBol heeft twee jaar nodig gehad om ons te leren vertrouwen. Hij durfde door mishandeling niet meer binnen te wonen. Toch heeft hij zelf besloten om bij ons te komen wonen, en bij zijn grote liefde Molly.
Maar dat ging allemaal niet vanzelf, daar heeft hij vaak over geschreven. Het heeft hem veel moeite gekost om weer met mensen te durven wonen. En juist daarom wilden we zijn vertrouwen niet beschamen.
Ik zou hem de medicijnen wel kunnen geven, maar dan zou hij in zijn eigen huis en tuin bang zijn. En de enige personen die hij vertrouwde zouden hem dan bangmaken, zonder dat hij snapte waarom. Met bovendien maar een kleine kans op herstel en mogelijkerwijze een chronische vorm van ontstekingen. Of ontstekingen die steeds terug zouden komen.
We wilden niet alleen naar zijn lichamelijke gezondheid kijken, maar vooral ook naar zijn geestelijke. Naar zijn ziel. Hoe moeilijk we het ook vonden, de minst slechte van alle slechte oplossingen in deze situatie was om hem te laten gaan.

Opgelucht

Toen ik Bol had verteld dat ik hem geen medicijnen meer zou geven leek het alsof hij opgelucht was. Zijn morfine heeft hij daarna steeds zelf genomen met wat natvoer. Hij was niet meer bang voor me en gaf weer volop kusjes.
Hij is op bed twee keer in slaap gevallen met zijn kop in mijn hand en met Jeroens hand op zijn buik. Een aantal keren stopte hij secondenlang met ademen en hoopten we dat hij zelf de keuze had gemaakt. Maar nee.
Vrijdag hebben we de hele dag met hem in de tuin gezeten. Hij is nog een keer geborsteld met zijn beebieborstel en zijn tandenborstel. Hij heeft de hele dag kusjes gegeven en gekregen. We hebben hem helemaal sufgeknuffeld.

Op reis

keuzeDe dierenarts kwam om kwart over vijf. Ze zei nadat ze hem had gezien dat we de goede keuze maakten. Bolletje had duidelijk veel pijn en was onrustig.
In zijn eigen tuin is hij op reis gegaan. Zijn lijfje ligt er begraven, naast zijn Molly. We missen hem elke seconde van de dag en van de nacht. Zijn lieve bescheiden aanwezigheid, zijn geluidjes, zijn pluizige haren, zijn zwabberende loopje, zijn knipoor. Alles aan hem.
De glans en kleur zijn weg zonder hem, alles is ineens zwartwit. Of grijzig.
Hij was een geweldig dappere kater die zijn gekwetste hart weer weg durfde te geven. Hij durfde weer te vertrouwen en vond geluk bij ons. En wij vonden intens geluk in zijn gezelschap.
Hij hield van ons en wij van hem. En we blijven altijd van hem houden. Hij is onvergetelijk. En onmisbaar, maar het kon niet anders.

Paradeis

keuzeIk hoop dat hij over de brug in het paradeis is dat hij zelf nog heeft beschreven.
Altijd zon, overal vrienden, liefde en geluk. Nooit meer pijn, nooit meer angst. En zoveel runderhartblokjes als hij maar wil.
In het donker kan hij alles overzien, als ster. Samen met alle andere sterren.
Ik hoop dat hij ons ziet als we naar hem zwaaien.

Dag lief Bolletje, tot ziens.

De vijf mooiste blogs van Bolle

Bolle

Bolle (2005-2020) heeft jaren lang hele mooie blogs geschreven. Ze gaan over gefoel, over liefde, over wat hij leert en over zijn leefe. Hier volgen zijn vijf mooiste blogs.  De andere blogs zijn ook supermooi.

Als je samen bent

Ik heb geleerd dat je er heel veel aan hebt als je samen bent. Niet alleen met mensen, maar ook met katten. Want samen kan je veel meer dan alleen. Als je samen verdriet hebt heeft iedereen een héél klein beetje minder verdriet. Als je samen bang bent is iedereen een beetje minder bang. En als je samen plezier hebt heb je nog veel en veel meer plezier.
Daarom is delen ook zo mooi. Je gefoelens, je ervaringen, je tips voor het gezond, je aandacht: als je het deelt met anderen komt er altijd iets moois terug.
En er zijn altijd wel katten of mensen die iets weten dat je zelf niet weet, en waar je veel aan hebt.
Klik en lees: als je samen bent

 

Als je thuis een man hebt

kadooIk weet nu dat er dingen zijn die een man anders doet. Want een man is geen vrouw.
Mijn man praat bijvoorbeeld met een lage stem.
Mijn vrouw kan praten als een beebiekatje, en ik praat dan ook zo tegen haar. Mijn man kan dat niet. Maar hij en ik praten samen als mannen onder elkaar.
thuis een manVaak maken mannen veel lawaai, en stampen ze en praten ze heel hard. Dat vind ik eng.
Mijn man praat en beweegt heel rustig. Mijn vrouw is juist drukker, en ook lawaaieriger.
Ik lig ’s ochtends vaak naast mijn man in bed, als mijn vrouw al is opgestaan. Ik spring op bed en kruip tegen hem aan. Een beetje hoor, helemaal tegen hem aanliggen durf ik nog niet. En zo slapen we samen nog even. Heerlijk vind ik dat, ik kijk er altijd naar uit.
Klik en lees: als je thuis een man hebt

Over bang zijn en een thuis vinden

mindfoelVroeger was ik de hele tijd bang.
Voordat ik in mijn huis van nu kwam wonen, heb ik al ergens gewoond. Ik wil niet zeggen waar dat was, want ik wil er liever niet meer aan denken. Ik was daar heel bang geworden voor mensen. Want mensen slaan en schoppen, vooral manmensen. Daarom wilde ik niet meer in een huis wonen, en bleef buiten in de tuinen wonen.
Tot ik mijn grote liefde Molly zag. Bij haar durfde ik wel in huis te wonen. En als zij de mensen die er bij hoorden lief vond zou ze wel gelijk hebben, dacht ik.
Ik vond het wel eng. Super eng. Gelukkig durfde Molly zomaar alles in huis, en hielp ze mij door er gewoon te zijn. Tot ze een hele mooie ster werd. Toen was ik ineens alleen. Met mensen, die nu ineens alleen van mij waren.
Klik leer en lees: over bang zijn en een thuis vinden

Als je iets begrijpt

Ik heb geleerd dat ik mijn mensen kan vertrouwen.
En ik heb nog iets begrepen. Soms doe ik iets wat ik eigenlijk niet bedoel, en dan kan ik sorrie laten merken aan mijn mensen. Af en toe als mijn vrouw mijn buik aait zet ik heel zachtjes mijn tanden in haar hand, maar daarna ga ik meteen haar hand wassen. Zo zeg ik dat ik het zo niet bedoelde, dat ik niet echt wilde bijten.
Maar ik snap het ook als mijn mensen iets doen wat een vergissing is. Dat ik een duw krijg, of zoiets. Dat is niet ekspres, en het betekent niet dat ze me pijn willen doen.
Ik heb geleerd wat “per ongeluk” betekent.
Klik hier en lees: als je iets begrijpt

Over wat leeftijd is

Kijk, ik wil wel toegeven dat ik geen kitten meer ben. Dat kun je natuurlijk ook aan me zien, dus ik kan moeilijk doen alsof. Ik zou trouwens ook geen kitten meer willen zijn. Al dat geren en gespring en gespeel – veel te veel werk! Ik word al moe als ik er alleen maar aan denk.
Maar ik ben ook nog niet heel erg oud, zoals mijn Molletje was. Zo oud, dat je in de war bent in je hoofd, en dat je niet meer goed kan horen en zien, en dat je steeds meediesijnen moet krijgen.
Ik zit dus tussen kitten en heel oud in. Kort gezegd: ik heb mijn eigen leeftijd. En ik ben van plan van die leeftijd te genieten. Want je weet nooit precies hoe lang je leeftijd duurt. Je leeftijd kan zomaar ineens afgelopen zijn.
Ik weet dat het zo kan gaan. Dat je ineens geen leeftijd meer hebt. Ik heb het meegemaakt met mijn Molletje. Eerst was ze heel oud en ziekjes, maar had ze nog een leeftijd. En toen was die leeftijd zomaar voorbij.
Ik heb daar heel veel verdriet om gehad, en heb haar een jaar lang nog gezocht. Want ik snapte het niet, dat ze geen leeftijd meer had. Nu weet ik dat het zo gaat. Maar ik ben het er niet mee eens!
Klik hier en lees over wat leeftijd is

Kater Bolle over als je er weer bent (zijn laatste blog)

weer

Bolle is begonnen aan zijn reis over de Regenboogbrug. Dit heeft hij kort ervoor geschreven, hij was heel gelukkig met zijn mensen en met ons zijn vrienden. En wij met jou, Bolle. Dankjewel voor al je vriendschap en liefe woorden. Je blijft bij ons horen.


Het ene moment ben je gewoon in je tuin aan het scharrelen, ook al moet je steeds spugen. Het volgende moment zit je zomaar in je reistas.

Spugen

Ik vond het zelf niet nodig, maar mijn mensen waren eerlijk waar in paaniek. Alles wat ik die dag te eten had gekregen kwam er keihard uit, ik wist geeneens dat ik zo keihard kon spugen! En de laatste brokjes wilden er niet meer uit. Ik bleef maar kokhalzen, zo heet dat.
Ook al kwam er niks, mijn tong hing bijna op de grond zo hard probeerde ik de brokjes eruit te krijgen.

Ziekenhuis

Toen we met de trem en de meetroo waren geweest waren mijn mensen en ik in een soort ziekenhuis voor dieren. Nou, dan weet je het wel. Ik werd bekeken aan alle kanten, en er werd een footoo van mijn buik en mijn longen gemaakt.
Na een tijd zei de dokter dat ze wilde dat ik daar bleef loosjeren. Ik wilde dat zelf eigenlijk niet, en mijn mensen ook niet. Maar ze zagen wel dat het nodig was, vertelden ze me later.
Iedereen dacht dat ik een haarbal had die helemaal klem zat, of een grasspriet die tussen mijn neus en mijn keel was gekomen. Dan moest ik geopereerd worden.

Morfien

weerIk was superbang. Iedereen was heel erg lief, maar ik kende ze helemaal niet! Ik wilde niet eten, ik wilde niet naar de weecee, en ik lag helemaal verstopt in een hoek. Ik deed tegen niemand boos, maar ik heb wel een keer geblazen. Dat vond ik zelf best stoer, maar ik werd toch opgepakt en meegenomen. Naar een kamertje waar ik een kale buik kreeg, en iets dat een egoo heet. De dokter schrok toen ze mijn buik en darmen zag. Alles was helemaal dik. Daarom kreeg ik pijnstiller, een hele sterke. En een infuus.
In de middag werd ik in mijn tas gezet, en meegenomen naar een kamertje. Daar zaten mijn mensen! Ik was een beetje stoont, wegens dat ik morfien had gekregen. Maar we hebben zoveel geknuffeld en kusjes gegeven, het was superfijn.

Loosjeren

Na een tijdje werd ik weer meegenomen naar mijn hokje. Ik kreeg wat eten in mijn mond, want ik wilde zelf persee niet eten. En ik moest toch nóg een nachtje blijven loosjeren, erg hè?

Naar huis

weerDe volgende dag heeft iemand nog met naalden in me geprikt. Dat vond ik niet fijn. Toen ze me nog een keer wilden prikken, voor mijn bloed, was ik zo vreselijk bang dat ik helemaal in elkaar dook en me probeerde te verstoppen. Daarom heb ik een heel klein mienie-narkoosje gekregen, een roesje.
In de middag werd ik weer in mijn tas gezet en meegenomen.
Ineens zag ik mijn mensen. En ik snapte dat ik naar huis mocht, samen met mijn mensen.
Ooo, ik was zo vreselijk blij, ik moest trappelen en schuiven in mijn tas. In de meetroo mocht ik met mijn hoofd uit de tas en ik kroop helemaal tegen mijn mensen aan. Ik bleef maar kopjes en kusjes geven. Mijn vrouw deed eigenlijk best een beetje raar, ze riep de hele tijd mijn geheime naam en zei dat ze me nooit meer alleen zou laten. Mijn man was heel stilletjes, hij had natte ogen.

Thuis

Nu ben ik weer thuis.
Ik krijg drie keer per dag meediesijnen zomaar hóps in mijn mond gespoten.
Ik heb iets dat een hele moeilijke naam heeft. Pancreatitis. Dat betekent dat mijn alvleesklier ontstoken is. Raar is dat, ineens ben je ziek van een klier waarvan je niet eens wist dat die bestond. Mijn maag en mijn darmen zijn ook ontstoken. En mijn nieren zijn een beetje ziek.
Maar nu ik die fiese meediesijnen krijg foel ik me piekoo belloo.
Ik spin, ik rol op mijn rug dat mijn kale buik wordt geaaid en ik eet alles wat ik voor mijn neus krijg.

Pootjes

En weet je wat zo biesonder was? De hele tijd dat ik ziek was, en nog steeds, foelde ik van alle kanten pootjes. Die pootjes waren van mijn vrienden en vriendinnen, dat wist ik meteen. Er waren ook sterrenpootjes bij, van mijn Mol en Billy en Vlo. Zoooooveel pootjes…
Mijn mensen foelden dat ook, zeggen ze. Die pootjes die hielden ons overeind, we konden er op leunen zodat we niet omvielen.
En die pootjes hebben gezorgd dat ik me nu zo goed foel, en geen pijn meer heb.
Mijn mensen kregen allemaal lieve berichtjes en telefoontjes en meels, ze moesten er elke keer weer om huilen. Omdat ze het zo vreselijk lief vonden, hoor, niet van verdriet.
Daarom zeggen we alledrie wel een miljoen keer dankjulliewel. En ik geef iedereen heel veel lieve kopjes, ook al zijn ze een beetje kleverig en wankel van de morfien.
Maar ik ben er weer!

Pee Es:weer in het ziekenhuis hebben ze een teekening en letters voor me gemaakt. Die mocht ik meenemen. Ik ga hem altijd bewaren.

Kater Bolle over als je samen bent

samen

De eerste keer dat ik over huiskater Bert hoorde, was toen mijn vrouw op het internet keek naar truuks om katten wat meer te laten drinken. Er was een stukje van een dierendokter over fontijntjes enzo.

De blog

Mijn vrouw moest er een beetje van zuchten want ze wist meteen dat ik bang zou zijn van een fontijn. Allerlei mensen reageerden op het stuk van de dierendokter. Ze vertelden wat zij deden om hun katten meer te laten drinken. Voor hun reaksie stond een klein footootje. Van die mensen zelf dus.
Maar er was één footoo van een roodwitte kat bij, en daar stond naast Ik vind drinken moeilijk. Mijn vrouw moest er om lachen, dat die kat zelf had geschreven in plaats van zijn mensen. Ze ging kijken wie het was. Ik was ook benieuwd. En zo kwamen we bij de blog van Bert terecht.

Als thuiskomen

samenIk was meteen fen. Ik las alles, en ik was zoooo opgelugt dat er een kater was die ook voor veel dingen bang was. Een kater die niet allerlei dingen heel makkelijk deed en bij iedereen op schoot klom. Want ik was toen nog heel bang en mijn mensen en ik wisten niet of dat ooit over zou gaan.
Ik antwoordde op de verhalen van Bert en ik kreeg antwoord van hem. Ik hoefde niet stoer te doen, het foelde een beetje als thuiskomen. Omdat Bert ook voor veel dingen bang was foelde ik me niet meer zo alleen. Voor mijn mensen hielp het ook, dat ze wisten dat ik niet de enige kat was die angstklachten had.

Andere katten

Dat is al best een lange tijd geleden. Bert is niet meer zo heel bang en ik ook niet. Gelukkig maar, want bang zijn is voor niemand fijn. Nu schrijf ik ook al een tijdje zelf op de blog en dat vind ik superleuk om te doen. En doordat mijn mensen mijn stukjes lazen zagen ze dat ik keihard mijn best deed. Ze zagen dat ik niet alleen dingen NIET kan, maar dat ik ook iemand ben die dingen WEL kan.
Ik leerde andere katten kennen. Sommigen schrijven zelf op de blog en anderen antwoorden altijd. Zo kreeg ik er een heleboel vrienden en vriendinnen bij. Wat wel heel verdrietig is: sommige katten van de blog werden een ster. Prinses Katrientje, beebiePop, Vlo, Fynn en Sparkle. Geen enkele ster wordt vergeten, we blijven altijd aan ze denken.

Schrikveer

samenDeze zondag had ik geschreven over dat ik weer zo een schrikveer ben, zo noemen mijn mensen dat altijd. Het hielp mij al om dat te vertellen. Ook al is het best moeilijk om te zeggen dat je soms klein en bang bent. Maar ik wil eerlijk zijn op de blog. Want iedereen heeft wel eens dat iets fout gaat, of dat je bang bent of iets doms doet. Dat hoort er nou eenmaal bij. Ook al ben je als kat nog zo slim toch mislukt er wel eens iets.
En als je je altijd groot houdt, kan niemand je een knuffel geven en zeggen dat het wel weer goed komt.

Antwoorden

Ik kreeg zondag zoveel lieve antwoorden, ik was helemaal blij ervan.
Mijn vrouw had een beetje meegelezen en zijn was ontroerd. Zo heet dat bij mensen. Ze liet het aan mijn man lezen, die vond het ook heel biesonder.
Mijn mensen lezen trouwens niet elke week mijn blog hoor! Ik schrijf natuurlijk voor katten, dat is toch anders. En soms staan er dingen in die gehijm zijn, die alleen katten mogen lezen. Bovendien hoeven mijn mensen niet alles van mij te weten, vind ik. Ik heb tenslotte ook een eigen leven.

Samen

Ik heb geleerd dat je er heel veel aan hebt als je samen bent. Niet alleen met mensen, maar ook met katten. Want samen kan je veel meer dan alleen. Als je samen verdriet hebt heeft iedereen een héél klein beetje minder verdriet. Als je samen bang bent is iedereen een beetje minder bang. En als je samen plezier hebt heb je nog veel en veel meer plezier.
Daarom is delen ook zo mooi. Je gefoelens, je ervaringen, je tips voor het gezond, je aandacht: als je het deelt met anderen komt er altijd iets moois terug.
En er zijn altijd wel katten of mensen die iets weten dat je zelf niet weet, en waar je veel aan hebt.
Dus daarom wil ik deze zondag alle mensen en katten van de blog bedanken. Dat ze mijn stukjes lezen, dat ze meeleven en dat ze mijn vrienden en vriendinnen zijn.
En dat is ook voor de mensen die me op feesboek lezen. Ik kan niet antwoorden, maar ik lees het altijd!

samenHet mooiste woord

Ik ben al weer wat minder schrikkerig, en mijn vrouw is niet meer nerfeus. Ik weet weer dat ik niet alleen ben, maar samen. Samen met mijn mensen en samen met iedereen van de blog.
Samen is het mooiste woord dat er is.
Ik hoop eerlijk waar dat we nog heel lang samen blijven met zijn allen.

kater Bolle over: als je opnieuw moet wennen

wennenVorige week schreef ik dat ik nieuwe dingen durfde. Ik kreeg superveel kompliementen, daar werd ik helemaal blij van. Mijn mensen ook, en ze vonden het fijn dat ik zo lekker in mijn felletje zat.

Ineens herfst

Maar toen werd het zomaar ineens herfst in mijn tuin. Volgens mijn vrouw is het niet alleen in mijn tuin herfst. Dat kan best, maar ik kom natuurlijk alleen in mijn tuin. En daar is het zeker weten geen zomer meer.
Er is steeds heel veel regen, het waait keihard, en er vielen zelfs een keer stukjes eijs uit de lucht. Het is niet meer troopies en ook niet echt warm.
Ik lig af en toe nog wel op mijn stoel, maar ik ben vaker binnen.

Wennen

wennenEn elk jaar is het na de zomer hetzelfde.
In mijn tuin ben ik helemaal blij, ik voel me veilig en vind het zelfs prima als er vreemde mensen op bezoek komen. Die mogen me dan soms gewoon aaien, zo rielekst ben ik dan.
Als ik daarna meer in huis ben moet ik eerst wennen. Ik schrik van alles wat ik hoor. Ik hoor ineens allerlei geluiden die ik een tijd niet meer heb gehoord.

Nieuwe bel

Vanochtend lag ik op de bank, heerlijk te slapen, totdat er een hard geluid was. Wel vier keer. Het was de nieuwe deurbel. Die kregen we bij de reenoovaatsie, dat was verplicht.
Ik rende meteen naar buiten, en ging in mijn tuinhuisje liggen.
Mijn vrouw schrok zich ook de tandjes, zegt ze. Die nieuwe bel vinden we alledrie heel vervelend, maar hij kan niet uit.
Ik bleef in mijn huisje totdat mijn vrouw me kwam halen.

Naar buiten

wennenVanmiddag lag ik op het grote bed en hoorde ik op straat kinderen voorbei komen. Dat komt omdat tegenover ons een school is voor mensenkinderen. Dat weet ik eigenlijk best, maar ik was het in de zomer eventjes vergeten. Eerst was er dat fierus corona waardoor de school dicht was, toen was het vakansie en was ik overdag in mijn tuin. Maar nu is de school weer begonnen. En ik hoorde dus die kinderen.
Ik sprong meteen van het bed af en liep naar buiten.
Deze keer kwam mijn man me halen en hij heeft me, samen met mijn vrouw, nog eens ingestopt op bed. Nu lig ik daar, met de raadioo aan. Dan hoor ik het geluid van de straat niet zo, dat vind ik fijn.

Geluiden

Ik schrik ook van kleine dingetjes. Dat mijn man zijn jas aandoet, of dat mijn vrouw een plestik tas pakt, of dat er op de gang (waar wij niet wonen) iemand hoest.
Ik wist niet meer dat er zoveel geluiden waren, in ons huis.
Over een tijdje ben ik er aan gewend, dan ken ik alle geluiden. Dan weet ik dat er niemand zomaar ons huis in kan komen en dat er niks gebeurd als mijn man zijn jas aandoet.
Maar nu ben ik nog heel schrikkerig en gespannen.

Diep gefoel

Mijn vrouw was er vandaag helemaal verdrietig van. Ze vertelde me dat ze wel eens vergeet hoe bang ik kon zijn. En dat ze soms stiekum hoopt dat dat voorbei is.
Maar zoals ik vorige week al schreef: dat gefoel zit zo diep dat ik er zelf niet eens bij kan. Ik kan er geeneens over nadenken, het gebeurt gewoon. Ik hoor iets en ik ren weg, of ik ga plat op de grond liggen.
Een refleks heet dat, zegt mijn vrouw. Dat is iets dat je ootoomaties doet, zonder er over na te denken.

Wachten

Nou wachten we met zijn drietjes maar af tot het over is dat ik zo zenuwachtig ben. Het komt vanzelf terug dat ik helemaal gewend ben aan het binnen zijn. In de winter wil ik vaak geeneens naar buiten, zo fijn vind ik het dan om binnen te zijn.
Mijn man vindt het moeilijk als ik zo bangig ben, maar hij blijft er rustig onder. Mijn vrouw wordt er nerfeus van, zegt ze.
Dus het belangrijkste is nu dat mijn vrouw en ik weer rustig worden. Maar dat kunnen we, dat weet ik heel zeker.
wennenWant met zijn drietjes kunnen we alles.

Pee Es: ik had dit net geschreven toen ik opnieuw was geschrokken, wegens dat mijn man thuis kwam. Ik liep naar buiten omdat ik zenuwachtig was. Mijn man kwam naar de tuindeur en zei kom je binnen? tegen me. Het regende en waaide, dus ik kwam meteen naar binnen en liep door naar de slaapkamer om op bed te klimmen.
Kreeg ik wéér heel veel kompliementjes van mijn mensen!