Categorie archieven: Bolle

Kater Bolle over als iets verandert en het is juist goed

goed

Elk jaar is mijn tuin in de winter heel anders dan in de zomer. Het lijkt wel alsof mijn tuin ook verhaart, net als ik zelf. Alleen dan andersom. Ik heb in de zomer een dunnere vacht en in de winter een dikkere. Mijn tuin heeft in de zomer juist meer bladeren en in de winter veel minder.

Reenoovaatsie

In de winter is mijn tuin helemaal bruin en grijs en kalig. Maar dit jaar was hij ekstrasuper kaal. Wegens de reenoovaatsie. O het was echt erg, dat zeiden mijn mensen ook. Er waren stukken waar eerst grote planten stonden en waar nu helemaal niks meer was, alleen maar aarde. Vooral mijn vrouw was daar best verdrietig over.
Ikzelf kwam niet zoveel meer in mijn tuin. Dat was omdat het koud was, of nat, of allebei. Ik was een beetje bang geworden, ik dacht steeds dat er weer mannen zouden komen. En wat moet ik trouwens in een tuin zonder planten?
Mijn tuin foelde helemaal niet meer fijn meer.

goedMijn trap

Toen dat fierus coroona kwam, had mijn vrouw ineens heel veel tijd om aan mijn tuin te werken. Ze heeft alles schoongemaakt, en al mijn manden weer neergezet. Ze heeft nieuwe planten gehaald en sommige oude planten weer terug gezet. Mijn man heeft mijn trap gemaakt, alle plankjes die kapot waren heeft hij er af gehaald en daar nieuwe op gemaakt. Op de bovenste plank heeft hij een ekstra leuning gemaakt voor mij. En hij heeft allemaal spullen die op zolder stonden naar beneden gehaald.

Mijn stoel

goedOmdat er meer zon was gingen de planten weer groeien. Eerst een beetje en toen steeds meer. Mijn buitenweecee was eerst kaal, er waren alleen takken. Nu is het weer net of ik door de djungel loop. Mijn stoel staat nu tussen de bloemen. Als ik naar binnen kom heb ik altijd een paar bloemetjes in mijn haren, dan zegt mijn vrouw dat ik haar bloemenjongen ben.
Mijn grasveld was niet zo mooi meer, maar nu is het weer helemaal groen. Ik lig daar graag in de zon, helemaal uitgestrekt. En soms ook op mijn rug, dan kan mijn buik lekker warm worden. Als ik in mijn grote mand lig zien mijn mensen me soms niet. Dat komt mijn grote mand achter een grote struik vol bladeren staat. Ik kan me overal verstoppen, want alles staat vol met bloemen en planten.
Eigenlijk is mijn tuin nog fijner geworden dan hij eerst was.

Gastvrei

Er komen ook weer meer katten naar buiten. Bassie van een paar deuren verderop loopt over de schuurtjes. Juffrouw Mier komt soms in mijn tuin, als het donker is. Een grijs met oranje damespoes komt elke dag drinken uit mijn waterbakken. Ik vind dat prima, ik ben gastvrei zeggen mijn mensen.
Vooral in het donker is het best wel weer druk. Ik ben elke nacht weer een tijdje op stap, om alles in de gaten te houden.
Soms is er vechten. Dat is best spannend. Gisteren zat ik op mijn schuurtje toen er ineens gekrijs was op de daken. Ik rende eerst snel naar mijn vrouw toe, want ik vond het een beetje grieselig. Toen het krijsen ophield rende ik toch weer mijn trap op om te gaan kijken wat er nou presies aan de hand was. Mijn vrouw zei dat ik een ramptoerist was, maar ik moet toch weten wat er allemaal gebeurt in de tuinen?

Ik ben weer helemaal gewend aan de hond naast mij. Ik weet dat hij mij niet kan zien. En ik kan aan zijn blaffen horen of hij boos is of vrolijk of wat dan ook. De hond is mij weer vergeten en kijkt gelukkig nooit meer door het gaatje in het hek.

Doos

Mijn vrouw had een grote doos gekregen en daar heeft ze een doos voor mij van gemaakt. Ze heeft er een stuk uitgescheurd zodat ik er makkelijk in kan stappen. De doos staat al een tijdje op het terras, maar ik ging er nooit in liggen.
Nu heeft het een paar dagen geregend en is de doos een beetje krom en fiezig. En vanmorgen zag mijn vrouw dat ik er in lag te slapen. Logies natuurlijk, een doos hoort niet helemaal nieuw te zijn. Een doos moet naar mijn tuin ruiken en beetje uit elkaar vallen, dan is het een fijne doos.

In de tuin

goedAls het mooi weer is gaan we met zijn drietjes in mijn tuin zitten. Mijn mensen zitten op hun stoelen, ik zit op mijn eigen stoel tussen de bloemetjes. Overal hoor ik bzzzzz van beien en twiet twiet van vogels. Ik zie vogels in de lucht, ze vliegen echt superhoog. Ik ruik allemaal geuren, de ene keer zoet en de andere keer een beetje groenig. Ik foel de zon in mijn haren, en tussendoor een beetje wind.

Zo zie je dat alles toch weer goed kan komen. Ook als je denkt dat het nooit meer iets wordt. Het kan lang duren en veel enersjie kosten. Je moet ook een beetje geluk hebben, dat er een zonnetje is. Maar dan is alles toch weer zoals het hoort te zijn.
Misschien is het een beetje anders dan je je herinnert. Maar dat kan ook zijn omdat het nóg mooier is geworden dan het was.

kater Bolle over beestjes

beestjes

Deze keer ga ik over iets vertellen dat eigenlijk een beetje fies is. Maar het hoort er toch bij, zeker als je een kater bent die buiten komt. En dat ben ik dus. Nou ben je vast wel een beetje benieuwd naar wat ik bedoel, toch?

Half kaal

Sinds een week of twee zijn mijn oren aan de buitenkant half kaal. Ik zat er steeds aan te krabben, want het jeukte. Mijn vrouw zag als eerste dat ik rare oren kreeg. Omdat ik een paar dagen later toch al naar de dokter moest hebben mijn mensen er zelf een paar dagen zalluf op gedaan. Die had ik van de dierendokter gekregen toen ik aan mijn buik likte. Het is een zalluf tegen kriebels en jeuk. De zalluf werkte best al goed, want ik stopte met krabben.
Bij de dierendokter heb ik nieuwe zalluf gekregen, met iets tegen sgimmel en tegen infeksies.
De dierendokter zag niks aan mijn oren, behalve dan dat ze kaal werden. Maar ze kon geen sgimmel vinden en ook geen beestjes.
Want dat is dus het fiese waar ik over ga schrijven: beestjes op je lijf. Jakkie bah, denk je nu misschien. Dat vind ik ook, maar toch is het voor dieren in de natuur heel normaal. Alle vogels en wilde dieren en vissen hebben andere beestjes op hun lijf. Daarom gaan vogels in water in bad, zodat ze de beestjes er af spoelen. Apen doen elkaar vlooien, zo heet dat. En veel dieren schuren met hun lijf langs bomen of stenen. Omdat die beestjes kriebelen.

Vlooi

beestjesAls kat kan je ook beestjes hebben. Toen ik bij mijn mensen kwam wonen zat ik helemaal vol met vlooitjes. Dat is een beestje dat bijna alle katten hebben die buiten wonen. En ze gaan hops van de ene kat naar de andere, en zo hebben in een hele korte tijd alle katten uit een groep vlooien.
En met vlooien bedoel ik natuurlijk niet kater Vlo, die nu een prachtige ster is. Kater Vlo was een superlieve katerman. Vlooien zijn hele kleine beestjes die in je haren zitten en je bijten. Ze drinken je bloed, dat is eerlijk waar eng. Het zijn dus eigenlijk kleine fampiers!
Net als teken. De GroteBeer heeft een keer een teek gehad. Die bijt in je huid en zuigt dan je bloed en wordt helemaal groot. Beer had hem in zijn nek, mijn man zag het gelukkig. Het viel nog niet mee om de teek weg te halen, want Beer vond het niet nodig en het deed een beetje pijn. Maar het is toch gelukt.

Piepet

Ik krijg elke maand een piepet. Zo heet dat. Het is een klein flesje van plestik waar iets tegem vlooien inzit. Mijn man gaat het altijd kopen, en dan doet mijn vrouw tussen mijn haren in mijn nek op mijn huid. Ik wil dat nooit, want het stinkt echt heel erg. Maar mijn vrouw doet het toch. Ik krijg Stronghold, dat is het merk. Dat is ook tegen luizen en wormen en nog meer enge beestjes. En ook tegen oormijt. Dat zijn kleine beestjes in je oor. Moet je je voorstellen, die lopen dan in je oren rond en dat kriebelt natuurlijk heel erg. Die had ik dus gelukkig niet, zei de dokter.

Pil

O ja, en dan kan je ook nog wormpjes hebben. Die zitten in je buik, en ze komen er uit als je naar de weecee gaat. Maar er blijven er ook een boel in je buik zitten. O bah, dat wil ik eerlijk waar niet. En mijn mensen ook niet, zeggen ze. Daarom krijg ik daar een pil tegen. Die wil ik ook niet, maar ik denk wel dat ik nog liever zo’n pil wil dan die wormpjes.

In de natuur

beestjesNou denk je misschien wat een fiese beesten zijn katten. Maar wij kunnen er zelf niks aan doen, dat die beestjes op ons gaan zitten. Die beestjes zitten gewoon in de natuur, in struiken en in planten. En in andere dieren. Als ik door mijn tuin loop kan ik ze krijgen. Terwijl ik elke dag en ook nacht mijn patroeje doe om te kijken of alles in orde is. Maar die beestjes zijn zó klein, die zie ik niet. Anders zou ik vast en zeker tegen ze zeggen dat ze ergens anders naar toe moeten gaan.
En veel van die beestjes kunnen mensen ook krijgen, eerlijk waar. Dus als wij fies zijn, dan zijn mensen dat ook!
Maar mensen hoeven niet bang te zijn voor beestjes van katten. Want als je als buitenkat steeds op tijd een piepet krijgt, en een pilletje, is er niks aan de hand. En als je als kat niet buiten komt krijg je misschien geeneens die beestjes, dat weet ik eigenlijk niet presies.

Zelf heb ik deze week een piepet in mijn nek gekregen, een pil tegen wormen en zalluf op mijn oren. Voorlopig ben en blijf ik dus het enige beest in huis. Gelukkig maar.

Kater Bolle over als je naar de dokter moet. En toch blij bent.

dokter

Maandag moest ik naar de dierendokter. Tenminste, dat vonden mijn mensen, en de dierendokter ook. Voor mij had het niet gehoeven, dat kan ik rustig zeggen. Ik voel me prima, er is niks met mij aan de hand.

Operazie

Bovendien had ik gehoord van Loes, dat ze een operazie kreeg aan haar tanden. Gelukkig is het goed gegaan en is ze weer thuis. Maar als je zoiets hoort dan wil je helemáál niet meer naar de dierendokter. Straks zou ik ook moeten blijven voor een operazie, nou nee bedankt.

O-ver-leg

Normaal doen wij thuis alles in o-ver-leg. Zo heet dat, dat we allemaal mogen zeggen wat we willen, of niet willen. Maar over de dierendokter heb ik nooit iets te zeggen. Ik word onder prootest in mijn reistas gezet en dan is het zover.

Maandagochtend kreeg ik niks te eten. En ik had ook al de hele nacht geen eten gekregen.
Toen kwam dus dat gedoe met die reistas, ik moest er van piepen. Iiiiieeeee mieieieiep! deed ik een paar keer. Maar ik mocht er niet uit. Ik ging in de trem, samen met mijn vrouw. Mijn man ging met de fiets.
Hij mocht geeneens mee naar binnen, hij moest op straat blijven. Wegens dat fierus. Dus ik was alleen met mijn vrouw. Ze moest mij afgeven aan de dokter toen ik aan de beurt was, ze mocht niet mee de kamer in. Dat was eerlijk waar best heel spannend. Voor mij en ook voor mijn vrouw.

Kale nek

Van de dokter kreeg ik een prik dat ik niet ziek word. De dokter keek overal waar je maar kan kijken waarvan je dat als kat helemaal niet wilt. En ik moest op de weegschaal.
Daarna deed ze met een masjientje mijn nek kaalmaken en ging ze daar prikken. Voor mijn bloed. Ik wil dat helemaal niet, het doet pijn. Maar ik bleef beleefd en alles ging in één keer goed.
De doktermevrouw keek ook nog naar mijn oren. Die zijn ineens een beetje kaal aan het worden, aan de buitenkant. En ik krab er veel aan. Ze kon niks vinden, ik heb geen sgimmel of beestjes of wat dan ook.
Toen de dokter klaar was met mij bracht ze me terug naar mijn vrouw. Ze zei dat ik erg lief was en dat ik de hele tijd keurig in mijn tas bleef. Behalve toen ik op de weegschaal moest. Ze zei dat ze wel wilde dat alle pasjenten zo lief waren. Daar was mijn vrouw best een beetje trots op. Raar hè, want IK ben degene die zo lief is!
We moesten nog wachten of alles goed was met mijn bloed. Ik heb bij mijn vrouw op schoot gezeten, in mijn tas.

Julia

Na een tijdje kwam er een meneer met een kat in een reismand binnen. De kat deed keihard miauwen, het klonk eksaktpresies zoals mijn Molletje klonk. De kat heette Julia, dat hoorde mijn vrouw. Julia klonk verdrietig en in de war en bozig tegelijk.
De dokter kwam Julia halen en haar man mocht mee naar binnen. Samen met nog een andere meneer die buiten had staan wachten. Ik was even onrustig en mijn vrouw aaide me, in mijn tas. Ze zei steeds dat alles goed was en dat ik haar grote jongen was.
Na een lange tijd kwamen de meneren van Julia maar buiten. Met haar mand. Die was leeg. De ene meneer had natte ogen.

Toen de dokter weer kwam met de uitslag van mijn bloed zei ze dat alles helemaal piekoo belloo was. Ik was bijna drie ons afgevallen, daar kreeg ik kompliementen voor. Voor mijn oren heb ik zalluf gekregen. Als die niet werkt moet er een stukje van mijn oor worden onderzocht. En mijn tanden moeten schoongemaakt.
Mijn vrouw vroeg naar Julia en de dokter vertelde dat ze heel oud was. En dat het nu met dat fierus cooroonaa nog moeilijker is maar dat de meneren wel naar binnen mochten. Gelukkig maar, zei mijn vrouw.

Weer thuis

We gingen naar buiten. Daar stond mijn man op ons te wachten. Mijn vrouw vertelde hoe alles was gegaan, en toen gingen we eindelijk weer naar huis.
O wat was ik blij dat ik thuis was! Ik bleef dribbelen, naarbinnennaarbuitennaarbinnennaarbuiten.
Ik heb het hele huis bekeken en de hele tuin gekontrooleerd. Alles was in orde, eigenlijk was er niks veranderd.
Ik was nog teveel bezig met thuiskomen om te kunnen eten. Ik kreeg brokjes en natvoer, maar ik had er geen tijd voor. Ik wilde knuffelen en rondlopen. Als ik mijn mensen niet zag deed ik Prrriet? en dan kwamen ze meteen. We waren alledrie helemaal blij.
We hebben de rest van de middag in de tuin gezeten. Mijn mensen waren moe, en ik ook. Maar we waren vooral blij.

Want wij konden gewoon weer met zijn drietjes naar huis.

Kater Bolle over als er een kans is

kans

Al bijna vijf jaar woon ik bij mijn mensen in huis, en ik ben helemaal gewend. Aan mijn mensen en aan mijn huis. Mijn mensen zeggen weleens dat ik bijna een normale kat ben geworden.
Dat hadden we alledrie niet verwacht.

Blijven proberen

De kattenterapuit die een keer voor mij kwam zei dat er maar 1 of 2 proosent kans was dat ik een huiskater zou worden. Dat is wegens mijn verleden als zwerfkater die mishandeld is, en die niet meer binnen durfde te wonen.
Het is twee jaar heel slecht met mij gegaan. Mijn mensen dachten dat ik me nooit veilig zou voelen. Ik was alleen maar bang, zeker nadat mijn Molletje een ster werd. Ik kreeg pukkels en likte mijn haren weg. Maar ik bleef toch bij mijn mensen wonen. En mijn mensen bleven het proberen met mij.
Gelukkig maar, want we horen bij elkaar. Dat weten we alledrie. En nu is alles toch nog goedgekomen.

Bescheiden

kansIk ben nog steeds heel bescheiden. Zo noemen mijn mensen dat. Ik maak nooit iets kapot, ik doe niks wat niet mag en ik vraag nooit ergens om. Dat hoeft eigenlijk ook niet, want ik krijg alles wat ik wil.

Maar soms durf ik ineens te zeggen Hier ben ik!

Prrrr-miep

Gisteren was mijn vrouw in de badkamer, terwijl het eigenlijk tijd was voor mijn avondsnek. Ik hoopte op blokjes runderhart, dat vind ik superlekker. Die had ik al twee avonden gekregen en er was nog meer in de koelkast, dat had ik gezien. Maar mijn vrouw bleef maar in de badkamer, ik heb geen idee wat ze allemaal aan het doen was. En ik maar wachten.
Na een hele lange tijd werd het me toch te gek. Toen heb ik aan één van mijn krabplanken gekrabd. Die hangt aan de badkamerdeur, dus dat hoort mijn vrouw meteen. Ze riep Ja Bol, ik kom er aan. Maar denk je dat ze echt naar buiten kwam? Nee hoor. Dus toen heb ik weer aan mijn plank gekrabd , eerlijk waar KEIhard, en deed ik ook nog Prrrr-miep!
Nou, ze kwam meteen en ik kreeg eindelijk mijn snek. Inderdaad runderhart, mjammie!

Surfen

kansDe dag daarvoor had ik met mijn mensen met de veer gespeeld. Ik had gesurfd over mijn tasjes en ik was zelfs een keertje bovenop de hand van mijn man gesprongen. Daar moest hij om lachhen, dat ik dat deed.
Maar na een tijd gespeeld te hebben gingen mijn mensen andere dingen doen. Ze vonden dat het genoeg was geweest. Ik niet.
Ineens zei mijn man Bol is in zijn eentje aan het surfen!
En ja, dat was ik inderdaad aan het doen. Ik nam steeds een klein aanloopje en gleed dan op mijn buik over mijn tasjes. En ik sloeg met mijn voorpoten op de tasjes, alsof er nog een veer onder verstopt zat. Om te laten zien dat we nog meer moesten spelen.
Dus toen hebben we toch nog met zijn drietjes gespeeld, dat vond ik superleuk.

Stiemuuleeren

Als ik om iets durf te vragen krijg ik altijd veel kompliementen van mijn mensen. Ze zeggen dat ze het heel goed van me vinden. En dat ik zo dapper ben. Mijn man zegt altijd Trek je een te grote broek aan Bol? Eerst werd ik daar verlegen van, nu weet ik dat dat een grapje is. Want ik draag natuurlijk geeneens een broek.
En weet je wat zo leuk is? Altijd als ik om iets vraag krijg ik het ook. Want mijn mensen willen me stiemuuleeren om voor mezelf op te komen. Ze weten dat ik daar geen misbruik van maak, zo ben ik niet.

Kans

kansNu met dat fierus cooroona lijkt het soms wel alsof alles voor altijd is veranderd. En niet leuk veranderd, maar verdrietig veranderd. Mensen worden ziek en soms niet meer beter, en je mag heel veel dingen niet meer. Ook als kat merk je dat natuurlijk.
Je kan misschien denken dat het nooit meer goed wordt, dat het altijd zo blijft. Dat iedereen alleen is en elkaar niet aan kan raken.
Maar ik denk: je weet nooit hoe dingen nog kunnen veranderen. Als er maar één of twee proosent kans is, is dat genoeg.
Je moet vol blijven houden, ook al zie je het soms helemaal niet meer zitten. Ook als je denkt dat het allemaal geen zin heeft en dat het nooit meer goed komt.
Dat heb ik ook gedaan.
En je ziet wat daarvan is gekomen.

Pee Es.

Ik doe pootjesdraaien voor Loes, dat de operazie goed gaat!

kater Bolle over als de zon schijnt

zonZomaar ineens is het zomer geworden.  Eerst deed het alleen maar regenen en waaien en was er zelfs keiharde wind. Elk wiekent was er storrem, eerlijk waar.

Zomer

Maar als je even met je ogen knippert is het plotseling superlekker weer geworden. Ook al is dat fierus cooroonaa er, het wordt toch nog gewoon mooi weer. Daar ben ik blij om.
Het is nu al een tijdje droog en het wordt steeds warmer. En elke dag is er zon.
Bert schreef afgelopen maandag dat de zomer voor zijn deur stond, en ik denk dat de zomer vanaf Berts deur door het hele land gaat. In mijn tuin is het al een paar dagen zomer. Heerlijk vind ik dat.

Aaien

Ik lig de hele dag in mijn tuin als het mooi weer is. Eerst ga ik op de tegels liggen, als het nog vroeg is. De tegels zijn altijd lekker warm. Als mijn vrouw naar me toe komt stort ik om. Zo noemen mijn mensen dat. Ik zak door mijn poten en rol op mijn zij en rol door zodat ik op mijn rug lig. Dat betekent AAIEN! Dat weet mijn vrouw heel goed en dat doet ze gelukkig ook. Na een tijdje in de zon ben ik helemaal warm en slap. Ik lijk net een sliert gekookte spaagettie zegt mijn vrouw. Ik vind dat aaien in het zonnetje zo fijn dat ik er van ga kwijlen, en ik krijg er nooit genoeg van. Maar na een tijdje houdt mijn vrouw toch op. Dan legt ze op de tegels wat brokjes voor me neer en die eet ik als ik er zin in heb.

Wiew

zonNaast de tegels groeien mijn ketnipplanten. Ik heb er twee. In de zomer komen er paarse bloemen in en ga ik vaak tussen de planten in liggen. Of mijn vrouw doet een paar blaadjes over de tegels wrijven en daar ga ik liggen. Dat heeft ze vanochtend ook gedaan. Ik rol, ik lik, ik wrijf mezelf helemaal in met de ketnip. En dan ben ik knetterstoont.
Van Kater Bram heb ik een wiewzakje gekregen. Ik vind het een prachtigmooi kadoo, en ik ben er heel erg blij mee. Ik ga vaak met het zakje in het gras liggen. Met het zakje doe ik net als met mijn ketnip, alleen lik ik ook aan het zakje en ik bijt erin. Ik wrijf het zakje over mijn hele hoofd. Volgens mijn mensen ruik ik daarna zelf helemaal naar wiew.

Slapen

Ik heb in mijn tuin van alles waar ik in kan gaan liggen. Ik heb een soort rond huisje, een tent, een kartonnen doos, een echt kattenhuis en een hele mooie rieten mand met een heng-sel, zo heet dat. Die heb ik van oma gekregen. Daar lig ik nu het liefste in te slapen. De mand is zo groot dat ik er wel drie keer in pas, dat ligt heel fijn.

aa-lert

Echt slapen doe ik nooit in mijn tuin want ik moet aldoor blijven opletten. Er kan van alles gebeuren. Er vliegen soms vogels voorbij, er is geritsel, ik hoor de hond van de buren, ik hoor stemmen van mensen, er bewegen blaadjes, er lopen kleine beestjes of er kan zelfs een andere kat voorbij lopen over mijn schuurtje. Je snapt dat ik dus niet kan gaan liggen slapen. Soms lig ik wel te doezelen of te dutten, maar als ik ook maar iets hoor of zie ben ik meteen weer aa-lert.
Als mijn mensen erbij zijn durf ik wel te slapen. Want ik weet dat ik veilig ben met mijn mensen.
Ik wil graag dat mijn mensen in mijn tuin zitten, dat vind ik gezellig.

Wappie

zonAls ik vind dat het te lang duurt voordat mijn vrouw bij me komt zitten ga ik haar halen.
Ik loop naar binnen en kijk haar aan, en doe een prrt? geluid, en loop alvast weer naar de deur. Ik blijf haar aankijken en ga bij de achterdeur zitten. Soms zegt mijn vrouw dat ze even geen tijd heeft, maar meestal loopt ze met me mee naar buiten.
In de middag komt mijn man vaak bij me zitten, achterin mijn tuin. Hij doet me aaien en knuffelen in het gras. Daar word ik helemaal wappie van en ik rol alle kanten op, met mijn poten in de lucht. Mijn man gaat op een stoel zitten, en ik klim op mijn eigen stoel. Ik doe me wassen, en ik kijk naar alles wat er om me heen gebeurt. De laatste paar dagen komt mijn vrouw er ook nog bijzitten. Dan zitten we met zijn drietjes in het zonnetje. Iets fijners kan ik me niet voorstellen. Mijn mensen praten tegen elkaar, en zeggen steeds Hè Bol? tegen mij. Dan knip ik met mijn ogen, dat het inderdaad zo is. En na een tijdje zitten we alledrie een beetje te soesen in de zon.
Ik zou wel willen dat het elke dag zo zou zijn.

Want volgens mij ziet het paradeis er zo uit.