Categorie archieven: Kever

Fabeltje of niet: is elke kat een jager?

jagerKatten zijn geweldige dieren. Ik zou zelf niks nadeligs over ze kunnen bedenken.
Maar veel mensen hebben er moeite mee dat katten jagen. En elke kat vangt en eet nou eenmaal vogels, want dat is hun instinct.
Tenminste, dat hoor je vaak. Maar is dat eigenlijk wel zo?

Een kat vertoont zowel instinctief als aangeleerd gedrag.
Instinctief gedrag is aangeboren gedrag. Het is gedrag dat elke kat van nature vertoont.
Aangeleerd gedrag is gedrag dat een kat eerst moet zien bij iemand anders. En dan moet leren door het zelf te oefenen en te herhalen.

Nuttig

jager
Bolletje met gras

Wilde katten jagen om aan hun voedsel te komen. Ze eten vooral muizen en ratten.
En dat was nou nét de reden dat mensen katten ooit hebben gelokt, door ze voedsel en onderdak aan te bieden.
Vanaf het moment dat mensen aan landbouw gingen doen werden katten nuttige dieren. Vooral toen er genoeg voedsel was om te kunnen bewaren. Om te voorkómen dat alle voorraden werden opgegeten door muizen en ratten liet men katten rondlopen.
Vanaf die tijd zijn katten duizenden jaren gebruikt als muizen-en rattenvangers.
De eerste katten die met mensen samenleefden waren nog vooral afhankelijk van wat ze zelf vingen. En daardoor overleefden alleen de katten die het beste konden jagen. Deze katten werden als heel waardevol gezien, en hun kittens werden verkocht voor hoge bedragen.
De huiskat heeft dus duizenden jaren specialisatie op jagen achter zich. En waarom? Omdat dat handig was voor mensen.

Katten zijn obligate carnivoren. Dat wil zeggen dat ze vlees nodig hebben. En dan ook voornamelijk vlees. Zonder de voedingstoffen die ze uit vlees halen kunnen katten blind worden, holle botten krijgen, en uiteindelijk overlijden aan hartfalen.
Katten in het wild jagen gemiddeld 12 uur of meer per dag. En dat zal ook wel moeten, willen ze genoeg te eten vangen.

Huiskatten

Maar hoe zit dat dan met huiskatten, die gewoon een bakje brokjes hebben staan?
Al in 1920 zijn er (nogal dubieuze) onderzoeken gedaan waarbij groepen kittens meteen na de geboorte bij hun moeders werd weggehaald, en door mensen werd opgevoed. Andere groepen kittens mocht wel bij hun moeders blijven.
En wat bleek?
De katten die door mensen werden opgevoed konden niet jagen. De katten die bij hun moeder opgroeiden konden dat wel. Tenminste, ALS de moeder een jager was.

jager
Beer heeft veren gevangen

Er zijn verschillende manieren om het woord jagen uit te leggen.
Je kunt zeggen dat het betekent dat je prooien achterna zit en probeert te vangen. Maar je kunt er ook mee bedoelen dat je die prooien vangt én doodt.
Instinctief proberen katten iets dat op een muis lijkt te vangen. Kijk maar naar huiskatten die op een balletje, veter of stoffen muis “jagen”.

Maar het doden van een prooi moet een kitten worden geleerd door de moeder. Dat doet een moederkat door voor haar kittens een levende prooi mee te nemen. En door die prooi vervolgens met een nekbeet te doden. De kittens mogen daar op een gegeven moment zelf mee oefenen. Waardoor ze leren hoe ze een prooi kunnen doden en eten.
Kittens van een moeder die niet jaagt, of kittens die zonder moeder zijn opgevoed, zullen dus wel jagen. Maar niet doden. En ze hebben vaak ook geen idee dat een vogel of een muis eetbaar is!

Sommige mensen zien katten als sadisten, omdat ze spelen met een prooi. Maar dit zogenaamde spelen (aantikken met een poot, oppakken en in de lucht gooien, enzovoorts) is een manier om uit te vinden hoe gevaarlijk een prooi is voor de kat zelf. Een rat kan bijvoorbeeld flink bijten. En door dat “spelen” vermoeit een kat zijn prooi, waardoor hij minder risico loopt.
Dat spelen zie je ook bij katten die niet weten hoe ze een prooi niet kunnen doden. Ze hebben instinctief iets gevangen, en weten dan eigenlijk niet wat ze er mee moeten doen.

Maar er zijn ook huiskatten die jagen en doden, terwijl ze net een bakje brokjes achter de knopen hebben.
Dat komt omdat jagen voor een kat niet direct met honger is verbonden.
In het wild heeft minder dan 50% van de jachtpogingen succes. En er zijn periodes met weinig prooidieren. Als katten zouden wachten met jagen tot ze honger hebben, lopen
ze het risico om te sterven van de honger. Daarom jagen katten als ze een prooi zien, dan is het eten maar vast binnen.

Andere huiskatten jagen omdat ze steeds hetzelfde eten krijgen. In het wild eet een kat 10 tot 20 keer per dag een kleine prooi. En die prooi kan een vogel zijn, een muis of een hagedis, of nog iets anders. Sommige huiskatten jagen dus voor variatie in hun voedsel, of omdat ze thuis maar één of twee keer per dag te eten krijgen.

Cadeautjes

jager
Pop met veren

De katten waar ik mee heb samen gewoond waren allemaal heel anders, wat jagen betreft.
Grote Beer was een hele goede jager. Hij doodde zijn prooi met een nekbeet, en at hem vervolgens op. In het restaurant waar hij eerst woonde, hadden ze hem een belletje om gedaan. Om vogels en muizen te waarschuwen. Dat getingel is gekmakend voor de kat zelf, en het is niet duidelijk of muizen en vogels er van schrikken. Bovendien weten slimme katten, zoals Beer, precies hoe ze moeten lopen zonder dat dat belletje tingelt.
Beer schudde alleen voor onze keukendeur even met zijn hoofd, zodat wij wisten dat hij er zat.
Pop was een goede jager, en at zijn prooien ook op. Helaas wilde hij ons altijd even laten zien wat hij gevangen had. En dat ging nog wel eens mis. Daardoor hebben we meerdere levende vogels in huis gehad, en ook muizen en kikkers. Meestal konden we die weer gezond en wel naar buiten brengen. Verder bracht hij ons altijd regenwormen, nachtvlinders en rupsen. Omdat hij die zelf toch niet lustte, haha!
Mol was een heel goed jaagster, maar deed het eigenlijk niet vaak. Alleen toen ze nog niet bij ons woonde en dat wél graag wilde, kwam ze ons elke dag een levende vogel brengen. Wie zou er tegen zo’n aanbod nou nee kunnen zeggen…😉
Als Mol iets gevangen had en ik ging naar buiten en stak mijn hand uit, legde ze het beestje (levend en wel) in mijn hand.
Ons Bolletje kon binnen tien seconden een muis of een rat vangen en doodbijten. Zonder er mee te “spelen”, meteen hóp. Hij heeft dan ook jarenlang buiten moeten overleven. Wij hebben een keer een jonge rat van hem gekregen. Verser dan vers, en om zelf mee te oefenen…
Maar Bol heeft nooit, maar dan ook nooit, een vogel iets gedaan. Hij leek niet geleerd te hebben dat vogels prooidieren zijn. In de zomer zaten vogels vaak op nog geen meter afstand van hem, en hij keek niet op of om. Alleen als ze te brutaal werden dribbelde hij er wel eens op af, om te laten merken dat het wél zijn tuin was.
En wat zal ik eens zeggen over Kever? De gigantische kater die zich meteen onder het bed verstopte, toen ik hem een filmpje met een vogel op de iPad liet zien. Of die doodsbenauwd naar binnen kwam rennen als er een koolmeesje overvloog. Maar die ons dan toch vier levende jonge ratjes heeft gebracht.
Inmiddels ziet hij vogels trouwens wel als iets om achterna te zitten. Maar dan op zijn eigen manier. Dus al vrolijk tetterend en toeterend. Voorlopig hoeven prooidiertjes zich geen zorgen te maken!

Blote voeten

jager
meneer Tandjes gaat bijna iets vangen

Volgens recente schattingen kan nog maar 40 tot 60% van de huiskatten in Nederland jagen en doden.
Daarbij komt nog dat het grootste gedeelte van de prooien die een kat vangt uit knaagdiertjes bestaat. Zelf vind ik dat net zo zielig, maar voor veel mensen zijn vogels “zieliger”.
Er zijn tegenwoordig dus ook heel veel katten die geen idee hebben dat ze een muis of een vogel echt zouden kunnen vangen, laat staan dat ze ze zouden doden en opeten.
Ik ben zelf ook niet altijd blij geweest als ik in een afgekloven muis stapte. Vooral niet als ik op blote voeten liep. En we probeerden prooien altijd te redden, als dat nog kon.
Ik ben zelf een strikte vegetariër, en wil geen enkel beest eten. Maar ik zie jagen op en doden van prooien als iets wat bij katten KAN horen. Iets dat bovendien heel lang door mensen is gestimuleerd en aangemoedigd, met fokken en al. Dus hoe zou ik ze dat kwalijk kunnen nemen?
En wie weet kan over honderd jaar geen enkel kat meer jagen.

Ik ben benieuwd hoe anderen hier over denken!
Heb je een kat die alles vangt wat los en vast zit, of heb je een kat die angstig zit te kijken naar een grote spin?
Heb je wel eens cadeautjes van je kat gekregen? En ben je daar blij mee?

Mevrouw Kever

Kever heeft een mening over winter en lente in één dag

mening
Deze week was het al een beetje lente als er zon was, ik zag in mijn tuin hele kleine groene blaadjes, er waren vogeltjes die wormen in mijn gras gingen vangen, waarom wist ik niet, maar mijn vrouw vertelde me dat ze die zelf opeten of aan hun kindertjes geven, jakkie ik moet er niet aan denken, ik heb een keer zo een worm aangeraakt en hij foelt helemaal kaud en modderig aan, dat is toch fies?, gelukkig maar dat ik geen vogel ben dat ik wormen moet eten!, de tuin is nau nog best leeg, er staan veel takken met niks eraan, mijn gras is een beetje kapoo en er zijn bijna geen bloemen, maar ik zie en ruik en foel dat alles op het PUNT staat om te gaan groeien.

Op het dak

meningIk heb al een paar keer op het bankje gelegen, in de zon, heerlijk is dat, ik klim altijd op de stoel van Bolle, dat hoort nau eenmaal zo, eerst ga ik rechtop staan om aan de stoel te krabben en dan pas ga ik zitten, daarna ga ik over mijn gras rennen, en weet je wat gesellig is?, elke dag komt de zoon van Bolle langs, hij woont een heel stuk verderop, hij zit op het dak want hij kan niet meer in de tuin, mijn mensen klimmen op het kattenhuisje om hem even te aaien en af en toe krijgen we SAMEN een snekkie, ik ga binnen staan tetteren als mijn mensen niet zien dat Mikkie er is, zodat mijn mensen het weten en eventjes meekomen, als het waait of regent gaat Mikkie stiekem in de tuin naast mij zitten, ik tetter zachtjes en steek mijn neus door het gaaaaas en raak daarmee het PUNTje van de neus van Mikkie aan.

De tuin

Er waren ook dagen dat het woeide, dat vind ik een beetje eng, en het heeft veel geregend, nau dan ga ik natuurlijk niet op mijn bankje liggen, dat snap je, het was soms winter en lente op één dag leek het wel, ik wist nooit presies hoe het zau zijn als ik naar buiten ging, maar dat geeft niks, ik weet nau dat dat zo werkt met een tuin, de tuin gaat zijn eigen gang, je merkt vanzelf wel hoe het is als je naar buiten gaat, eerst vond ik het grieselig dat het buiten steeds weer anders was, maar nau vind ik dat spannend, dat is juist het PUNT van een tuin.

Kadoo

Forige lente moest ik nog wennen, maar dit jaar ken ik mijn tuin al heel goed, ik foel me thuis in mijn tuin, ik wil elke dag naar buiten, maakt niet uit of het regent of dat er zon is, dat komt omdat ik wil kijken hoe het buiten is, ik wil zien wat er allemaal is gebeurd in de tijd dat ik binnen was, ik vind het biesonder dat er steeds dingen veranderen, ik weet nau meningdat er dingen zijn waar je niet zoveel aan kan doen, dat je maar af moet wachten wat er gaat gebeuren, zo is de tuin, en het leefe, en zo is de toekomst ook, het is een ferrassing, eigenlijk is het net alsof je een kadoo krijgt, en een PUNTje van het papier optilt om te kijken wat het is.

Ik wil ook nog even mevrouw Kim heel veel lieve kopjes sturen, ze moest naar het ziekenhuis voor mensen, omdat ze knoopen in haar spieren heeft, dat doet heel erg veel pijn, en Sam mist haar, en zij mist Sam natuurlijk!, daarom stuur ik ze ook ekstrazachte neusjes, dat mevrouw Kim snel weer thuis is bij Sam!!
En ik denk de hele tijd aan Woezel en zijn mensen!!

Kever heeft een mening over dierentuinen

dierentuinenEerst wil ik Minnie en haar Frau en haar mensenOpa heeeeel veel lieve kopjes sturen, dat is omdat de mensenOma van Minnie een ster is geworden, dat is heel ferdrietig, lieve Min, we denken allemaal aan jullie!

Mijn echte naam

Toen ik nog in het asiel woonde heette ik Blaise, daar luisterde ik niet naar hoor, ik snapte helemaal niet dat dat mijn naam was, bovendien luisterde ik nergens naar want ik was de hele tijd verstopt, ik kwam alleen in de nacht onder de kooien vandaan, en dan ging ik naar de bak of ik liep een beetje rond, maar als ik iets hoorde was ik meteen weer onder de kooien tegen de muur geplakt, zo hebben mijn mensen mij leren kennen, dat ze op hun buik op de grond lagen met hun arm heeeeeeel lang, en dat ze dan net mijn wang konden aaien met de PUNT van hun vingers.
Toen ik hier kwam wonen zeiden mijn mensen meteen dat ik geen Blaise ging heten, de eerste dagen noemden ze me Meneer Plofkop, ik had ze mijn echte naam nog niet verteld, ik moest eerst zeker weten dat ik mocht blijven, ik wilde niet zomaar mijn naam vertellen als ik weer weg zau moeten, daar zag ik het PUNT niet van in.

Brommen

Ik ben natuurlijk Kever, dat is mijn echte naam, dat weten jullie, die heb ik mijn mensen na een paar dagen verteld, mijn vrouw had het al geraden, en toch zeggen ze vaak hele andere dingen, als ik door de tuin loop noemt mijn vrouw me me een zwarte beer uit Aamerikaa, dat vind ik wel gaaf, of ze zegt dat ik een Sjetland ponnie ben, ik wist niet presies wat een ponnie is, ze legde me uit dat dat een klein paardje is, nau dat ben ik toch echt niet!, mijn man zegt wel eens dat ik een klein varkentje ben, maar die zijn toch rose?, als hij me in de afond borstelt en ik daar keihard van moet brommen maken mijn mensen een grapje, dat ik een tijger ben die aan het grommen is omdat hij op het PUNT staat om aan te vallen.

dierentuinFrolijk

Mijn mensen worden altijd frolijk van mijn hoofd, omdat ze vinden dat ik een prachtig hoofd heb, met zo grote ronde wangen, folgens mijn man lijk ik daarom op een hamster, Bolle had ook grote wangen en mijn mensen noemden hem een breedbekkikker, gek hoor want hij was net als ik gewoon een katerman!, voor mij zijn mijn wangen normaal, zo zijn ze gewoon en zo blijven ze, ik blijf ook altijd tetteren en toeteren, mijn stem is wel kleiner geworden maar soms kan ik best heel hard roepen, vooral als ik iets wil, en weet je wat mijn vrouw dan zegt?, dat ik een gil-kip ben, nau ja!!!, ik leg toch zeker geen eijeren?, of ze noemt me haar kuiken, dat is een beebiekipje, dat weet ik echt wel, dat is omdat ik mijn mensen oferal achterna loop, ja ik moet toch weten wat ze doen?, ik steek nau eenmaal oferal het PUNTje van mijn neus in.

Kusjes

dierentuinIk ben dus in mijn eentje een hele dierentuin!, hoe het kan dat snap ik niet, maar toch is het zo, ik vind het wel prima hoor, ik blijf gewoon Kever of Keef, daar luister ik naar, maar toch vind ik stiekem misschien wel mijn allermooiste naam de naam die mijn vrouw aan me geeft als ik samen met haar op bed lig en ze me aan het aaien is, ik kruip helemaal tegen haar aan, ze geeft me kusjes en ik lig op mijn rug en geef kusjes terug, ze fluistert in mijn oor dat ik haar knuffelkonijn ben, ja dat ben ik, ik ben Kever het knuffelkonijn, met zo een streepPUNT!

Fabeltje of niet: zijn katten solitair?

solitairVaak wordt gezegd dat katten solitaire dieren zijn. Solitaire dieren zijn dieren in hun eentje leven. Ze verdedigen alleen zichzelf. Ze jagen in hun eentje. Ze kennen geen rangorde, er is dus geen dominantie en geen onderdanigheid. Verder hebben solitair levende dieren een eigen territorium.

Lang werd gedacht dat alle katachtigen, waaronder de verre voorouders van onze huiskatten, solitair zijn. Afgezien van leeuwen dan, die in groepjes leven. Maar het is gebleken dat bijvoorbeeld tijgers ook veel sociale contacten hebben. Dat hadden mensen gewoon niet opgemerkt.

Een kat heeft in principe alles in zich om alleen te kunnen leven.
Ze jagen in hun eentje, en vangen prooien die geschikt zijn voor slechts één kat. Voor zichzelf dus. Of in het geval van een moederpoes met kittens, voor haar kittens en zichzelf.
Katten die in het wild leven, zonder invloed van mensen, leven inderdaad vaak alleen. Vooral als er in een gebied weinig prooien zijn moeten katten zich over grotere afstanden verspreiden en zal ieder voor zich jagen. Er is dan weinig onderling contact.

Kolonies

Maar het beeld dat een kat ALTIJD solitair is is inmiddels bijgesteld.
Want als er genoeg voedsel is vormen wilde katten vaak een vaste groep. Dat is bijvoorbeeld zo in steden, bij boerderijen, of bij een haven (vis!). Zo’n groep katten wordt een kolonie genoemd.
De meeste van die kolonies bestaan uit poezen die familie van elkaar zijn, hun dochters, en de nog niet volwassen zoons. Zodra de katers ongeveer een half jaar oud zijn worden ze weg gejaagd, om inteelt te voorkomen.
Bij katers komt het minder vaak voor dat ze samen werken. Die zijn vooral bezig elkaar te verjagen.

Groepen

Zwerfkatten en verwilderde katten leven ook vaak in groepen. Net als bij wilde katten bestaan die groepen vooral uit dames, die samen voor elkaar kittens zorgen.
Maar uit grote studies onder boerderijkatten bleek dat ook katers (zowel gecastreerd als ongecastreerd!) in zo’n groep konden leven. Die worden familiekaters genoemd. Het zijn de vaders van kittens, die de groep beschermen en ook de kittens verzorgen.

Van oorsprong hebben katten geen gedrag hebben ontwikkeld om in een groep te kunnen leven. Ze kennen geen groepsbelang, en geen bazen of volgelingen.
Er bestaan wel dominante katers, die ook door de anderen in de groep zo worden beschouwd. Die zijn meestal ouder en groter dan de rest van de groep.
En soms kun je gedrag zien dat op dominantie lijkt. Maar die dominantie kan steeds wisselen. Dus het ene moment kan de ene kat dominant zijn, het andere moment een andere. Vooral bij poezen en gecastreerde katers is weinig sprake van dominantie.

Katten in een gekozen groep gaan elkaar vaak wassen, of wrijven tegen elkaar aan en slapen samen. Zo ontstaat er een groepsgeur. Dit gedrag maakt het mogelijk om in een groep te leven. Maar soms is iets wat op een groep katten lijkt, omdat ze bijvoorbeeld in hetzelfde huis wonen, toch geen echte groep. Stel dat die groep uit vijf katten bestaat, dan kan het zo zijn dat er er maar vier of drie zelf vinden dat ze deel uitmaken van die groep. En dat een of twee zichzelf als individu beschouwen.

Flexibel

Het idee dat katten altijd solitair zijn blijkt niet te kloppen. Maar echte groepsdieren zijn het ook niet. Het hangt van de situatie, de kat zelf en de omgeving af of een kat in een groep kan/wil leven, of juist niet.
Daarom worden ze tegenwoordig “flexibel” genoemd.
Tot zover de “theorie”.

In alle jaren dat ik aan deze binnentuin woon heb ik veel kattengevechten meegemaakt. Altijd over territorium, of om een krolse dame. Zeker ongecastreerde katers kunnen er wat van. Pop is heel wat keren naar de dierenarts geweest, met vecht- en bijtwonden van andere katten.
En ik heb ook gemerkt dat er inderdaad ook katten zijn die het liefst alleen leven.
Maar wat ik vooral heb gezien is dat katten elkaar opzoeken. Dat ze vriendschappen sluiten, of soms regelingen treffen over wie wanneer waar mogen lopen en zitten.
Dat ze elkaar tolereren. Dat er jonge katjes in de tuin komen, en dat de volwassen katten daar heel toegeeflijk voor zijn.

Pop en BeerPop, Beer en Mol zijn alle drie vanuit een ander huis naar ons toe gekomen. Ze kenden elkaar al uit de tuinen.
Vooral Pop en Beer, twee katers, waren dol op elkaar. Pop was nog geen jaar toen hij Beer voor het eerst zag. Beer was toen al zeker een jaar of 10. Het was liefde op het eerste gezicht.
Beer heeft geprobeerd Pop dingen te leren, zoals jagen op een prooi. Dan zagen we hem dingen voordoen door ze steeds te herhalen (pluchen muis in de lucht gooien en vangen, in de lucht gooien en vangen etc. – ondertussen naar Pop kijkend en af en toe de muis naar hem toe gooiend om te kunnen oefenen). Beer probeerde de jonge Pop dus op te voeden!

Beer woonde oorspronkelijk als enige kat in een restaurant. Maar hij ging altijd op stap naar andere tuinen, met andere katten. Met andere woorden: hij zocht doelbewust gezelschap van andere katten.
Andere katten waren ook dol op hem, hij was erg geliefd. Hij hoefde niet meer te vechten, hij was de grote jongen van de buurt. De dominante oudere en grotere kater dus, met een beetje familiekater.

Mol en de mannen

Mol kwam erbij vanuit een huis waar teveel katten woonden.
Toen er ook nog een mensenbaby bij kwam hield ze het daar voor gezien. Op een dag vertrok ze, en is letterlijk nooit meer terug gegaan. Totdat ze bij ons kwam wonen woonde ze in de tuinen.
Mol, Pop en BeerMol was dol op haar “broers”. Ze verdedigde Pop altijd blindelings als die weer eens ruzie had met een andere kat. Daarna kreeg hij alsnog een flinke knal van haar, want ze hield eigenlijk niet van ruzie.

Er was wel eens gekibbel, vooral tussen Mol en de mannen. Maar nooit ruzie. Ze respecteerden elkaar, en ieder was weer op een ander vlak iets dominanter dan de ander. Ze lagen heel vaak met zijn drietjes in de tuin te slapen, begroetten elkaar altijd en waren een hecht drietal.

Toen Beer geen interesse meer had in jagen, heeft hij desondanks een keer een muis gevangen. Zelf wilde hij hem niet hebben. Met zijn poot op de muis heeft hij toen hard staan roepen. Pop kwam aanrennen, zag dat Beer een muis had en nam de prooi (nog levend) van hem over.
Dus ook voor een ander jagen behoort tot de mogelijkheden!

Beer overleed als eerste, en Pop heeft nooit meer zo’n vriend gehad.
En toen Pop daarna ook nog overleed was dat een grote klap voor Mol. Ze ging zowel geestelijk als lichamelijk heel erg achteruit.
Gelukkig kwam Bolle toen in haar en ons leven.

Familiekater

Bolle was een koloniekater, en bij het stukje over familiekaters moest ik meteen aan hem denken!
Bol woonde na mishandeling buiten, in de tuinen.
Van de mensen die hem, zijn elf kinderen en de poezenmoeder te eten gaven om ze te Bolle en zoonkunnen vangen, heb ik gehoord dat hij heel lief en zorgzaam was voor zijn gezin.
Het hele gezin was bang voor mensen en woonde en woont in huisjes in de tuin, hier in de buurt.
Bolle kwam bij ons wonen toen het buitenleven hem te zwaar werd.

Zelfs na jaren kwamen twee van de kinderen van Bolle nog regelmatig bij hem op bezoek. Zijn zoon kroop dan altijd bij papa in de mand, helemaal tegen hem aan.
Toen zijn zoon een keer moest overgeven bij ons in de tuin, kwam Bolle meteen aanrennen, gaf hem neusjes en maakte zachte klaaglijke geluidjes om hem te helpen.

Hij heeft bijna een jaar voor onze oude dame Molly gezorgd. Dat deed hij uit zichzelf.
Hij deed alles voor Mol, kwam ons zelfs waarschuwen als ze was gevallen. Hij had een eindeloos geduld met haar, en niks was hem teveel. Hij liet zelfs zijn eten door haar afpakken, als Mol dacht dat zijn eten beter was.
Na haar dood heeft hij haar maandenlang nog gezocht, en gemist.
Bolle kon met de meeste katten uit de buurt prima overweg, als ze zich maar netjes gedroegen.
Bolle was dus een echte familiekater, met een scheutje dominante kater.

Onze twee eigen grote en oudere dominante katers Beer en Bol waren trouwens allebei uitermate sociaal naar andere katten, en heel zachtaardig.
Een voorbeeld voor de mensenwereld, maar dit even terzijde.

Kever heeft een paar keer andere katten in de tuin gehad, toen we de tuin nog niet helemaal hadden afgezet. Dat ging altijd prima.
Hij kent de zoon van Bolle die nog regelmatig langskomt. Die twee staan te neuzen en eten samen een snekkie.
Wie weet, in de toekomst…

Ik ben heel benieuwd naar de ervaringen van anderen met katten. Als eenling of als groep.
En naar jullie ideeën over of katten liever alleen of liever samen zijn.

Mevrouw Kever

Kever heeft een mening over dokters

dokters
Iedere kat weet hoe het is als je naar de dokter moet, ik ook, en voor mij hoeft het niet, ik blijf veel liever thuis, forige week had ik wel gezien dat mijn mensen een soort tas neerzetten bij de boekenkast, er zat een dekentje in, ik ging snuffelen want ik had die tas nog nooit gezien, mijn vrouw tilde me op en zette me in de tas, ze zei Kijk maar Keef, je past er in, ik sprong er meteen weer uit natuurlijk, ik wil helemaal niet in een tas, wat zau ik in een tas moeten doen?, daarna bleef de tas gewoon staan en heb ik er niet meer naar gekeken, ik had laten zien dat ik niet in die tas wilde en ik dacht dat mijn mensen dat PUNT wel hadden begrepen.

De tas

Een paar dagen later liep ik lekker in de tuin, ik keek naar het gras en naar de planten, mijn vrouw kwam naar buiten en riep me, ik ging meteen naar haar toe en tetterde Hallo, ze aaide me en gaf me een paar brokjes, maar voordat ik die brokjes op had tilde ze me ineens op en liep met me naar binnen, ik zag dat we naar die tas toe liepen, het was een soort reismand, maar dan anders dan mijn forige, ik was gefopt!, ik trappelde maar mijn vrouw had me stevig vast, ze probeerde me in de tas te zetten, mijn man hield de tas vast, ik heb nog drie keer mijn hoofd weer uit die tas kunnen steken, maar daarna zat ik er toch in, de rits was helemaal dicht gedaan, ik had nog net het PUNTje van mijn staart naar me toe kunnen trekken.

doktersFaute boel

Ik wist meteen dat het faute boel was, dus ik zette mijn toeter aan, eerst zachtjes en later keihard, ik hoopte dat iemand me zau komen redden, maar dat gebeurde niet en even later zat ik in een kamer op taafel en keek de dokter naar mijn oogen, mijn tanden, mijn ooren en nog veel meer, alles was helemaal in orde, toen moest ik op dat ding gaan zitten dat laat zien hoeveel kieloos je bent, en raad eens?, ik was zomaar twee onsen afgevallen!, ik kreeg nog een prik en een pil en ik mocht weer naar huis, mijn toeter deed ik niet meer aan want ik WIST dat we naar huis gingen, ik was opgelugt tot in de PUNTjes van mijn tenen.

Thuis kreeg ik heel veel knuffels en kusjes, ik heb even in de tuin gekeken en ben toen in mijn kerstmandje onder het bed gekropen, daar heb ik de hele middag en de hele afond geslapen, zo moe was ik van mijn afontuur, in de afond maakte mijn vrouw me wakker, ze zei “Anders ga je zeker de hele nacht spoken”, nau ja!!, dat zau ik nooit doen!!, we hebben even met de veer gespeeld maar ik wilde toch weer slapen, om drie uur in de nacht was ik wakker, fol eenersjie, en heb ik spieraal gespeeld, getetterd en over mijn mensen heen gelopen, net zo lang tot ze wakker werden, mijn vrouw zuchtte “Wat zei ik nau over dat spoken?!”, okee daar had ze misschien een PUNT.

doktersThuis

De folgende dag hebben mijn vrouw en ik in de tuin gespeeld, het was een beetje kaud maar er was zon, ze gooide propjes papier en ik rende en sprong, soms maakte ik zelfs draaien in de lucht, dat kan ik heel goed!, we waren frolijk, mijn man ook, dat was omdat ik een beetje afgevallen ben en omdat alles goed was bij de dokter en ik gesond ben, dat weet je nooit zeker, daarom zijn mijn mensen altijd zenuwachtig voor zo een tsjek up, maar nau waren we weer thuis, met zijn drietjes, zoals het hoort, voor nu is alles goed, daar genieten we heel veel van, we hopen dat daar nooit een PUNT achter wordt gezet.