Soms lig jij rustig op jou denkpaal en jij ben jou eigen nereges nie van bewus. Nie van jou vrouw en nie van jou weereld om jou eigen heen. Zeg mij vrouw inees, Loes moet jij nie eens naa denke ofer wattie met jou kers ga doen?
Met mij kers? Jij denk waar heb mij vrouw het nu weer ofer? Met mij kers hoop ik gewoon in mij denkpaal te ligge met mij garnaalebuufet en mij makkareelepaatee om mij eigen heen. Maar mij vrouw zeg, Loes denk aan jou traadiezie en aan jou Dorus! En zo is onse kersferhaal geboore…
Mij kersmeel
Het was op mij dag en mij vrouw zeg, Loes morge is kers. Assie kers heb dan hebbie jou fees van saame, jou fees van lief zijn foor elkaar. Maar jij weet ook, soms wor er mense en ook diere fergeete. Dattie bijfoorbeeld geen saame heb want jij ben eensaam of jij hoor er nie bij. In mij leefe hoor iedereen erbij en jij heb er jou koode nie foor noodig. Daarom heb wij deze jaar een aantal van onse vriendjes uitgenoodig die nie zofeel bekend zijn. Zij staan nooit nie zofeel in ze lichtstraal maar zij heb ook een hart. Dat moetie nooit nie fergeete, iedereen ze hart is belangrijk.
Omdat wij in onse mooderne tijd leef heb ik mij vriendjes mij kersmeel gestuur met onse uitnoodiging. Jij kan wel oferal priefee naar toe gaan maar jij moet ook al jou eete bestelle. En jij moet jou lookaazie hebbe. Wij heb toen mevrouw Ceciel gefraag of wij deze jaar onse kers in ze stal van Pippi en Dotje mag fiere. Jij heb foor jou goede kers jou mooie stal noodig en mevrouw Ceciel heb zo een mooie tokkiestal. Zij heb het toen aan Dotje en Pippi gefraag want mevrouw Ceciel zeg ook, jij weet nooit wat foor planne Pippi en Dotje van ze eigen hebbe. Misschien geef zij wel ze eigen eierfeest. Maar Dotje en Pippi zeg, Loes jij ben alteit welkom met jou Doorie. Onse gaas sta alteit oope foor jou eigen. Dan foel jij kers breng diere saame en jij ferheug jou eigen op jou kers met jou ei fòòr paase en jou vriendjes in jou stal.
Auwtoo
Mij Doorie heb mij eigen opgehaald met onse Flauwerpauweraauwtoo en hij zeg Mam, Mahammm ikke breng een ferrassing foor uwes mee. Dan denk jij hij breng mij garnaaale uit Fooledam mee en jou buik ga straale. Maar hij heb ze Jiekie en ze kleine Faaletienooo in ze auwtoo zitte. Mij Faaletienooo roep inees “Omasaksentje hier is ikjes!” Mij Doorie zeg Mahammm, kers is foor faamielie! En daar heb mij Doorie wel ze gelijk in maar jij schrik er tog van. Jij heb jou poote al zofeel vol. Wij moes met onse fiere in onse Flauwerpauweraauwtoo geprop worre. Daar ga ik u mij deetais nie van fertelle want kers is feest van freede. Maar ik zeg u wel ze kleine Faaletienooo spring en raus door onse auwtoo en hij heb geen sitflees.
Toen heb wij besloote om onse kersbuufet feetamaries te houwe. Flees sla wij ofer met onse kers want jou buik kan erop ontreegele en dat moetie nie wille met jou kers. Zo scheur wij door landweege en heufels, onnerweg heb wij wel onse sMekdonnals aangedaan want jij ben wel op stap met jou jeug van teegeswoordig. Mij Faaletienooo wil ze kersspeeltje en jij geef er maar aan toe want anners hebbie heelemaal geen leefe meer. En het is bijna kers. Jij heb freede in jou hart en drie smekdonnals in jou buik, dan kan jij fol goede moed proobeere bij jou stal te koome.
Tokkiestal
Heelemaal in mij frommel kwam wij aan bij onse tokkiestal. Selluf was ik moe van onse reis. Jij sjouw wel driejefeertig broode mee van jou weggeefwinkel, weet u nog van onse vakanzie. Mij vrouw heb ze in onse frieser gegooi en zij zeg; nie fergeete Loes. Dan denk jij er wel aan en wij heb visaffal van mij visboer gekreege foor deekooraazie en jou smaakelukke geur in jou auwtoo. Wij heb potte sjelei, graan, mij garnaaale, makkareele, kersbroode, kittemelluk foor Faaletienooo, huusaar sonder saalaade, farkesfoer, kaasnoepies in kersuitfoering, haaring in sjelei van soetwaater, Swein in sjelei van mij nierdiejeet, kouwstiks foor somaar en nog twee doose van alles nog meer. Dan kan jij wel zegge, Loes sorreg goed foor ze vriendjes en jij kan alleen maar hoope dat iedereen kom van ze uitnoodiging. En ik heb ook weer mij ferrassing gefraag en uitgenoodig want met kers moet jij groot uitpakke. Anners kan jij net zo goed jou paashaas fiere. En jij moet ook alles in jou stal krijge. Gelukkig heb mevrouw Ceciel ze tokkiestal flink gepoest. En zij heb er ferse strooi in geleg want assie seeniejorpoes ben houw jij van fris zonder jou fruit.
Mij geluk
Alleen iesooleere blijf ze proobleem assie jou tokkiestal heb. Jij krijg jou gaas nie dich gemetsel. Daarom heb wij ook warme geregte soals bijfoorbeeld freedzaame kibbeldinge in kerssjelei. Jij moet alteit jou aanbieding folge. Toen kwam onse groote mooment en wer wij ferwelkom door Pippi en Dotje en zij zag eruit als echte Tokkiedames met ze prachtige kersmuts op. Dan krijg jij zofeel zin in jou kers maar iedereen was zofeel moe. Ik zeg u eerluk, ik ben met mij buik en al boofe op mij buufettaafel in mij slaap gefalle. Stille Nacht, Veilige Nacht want jij heb wel jou kleine Faaletienooo die ren door jou stal. Hij roep “Omasaksentje sjaape!” Dan is jou Veilige Nacht belangrijk… In mij droom zag ik mij Bert, hij waak alteit op ze fensterbank ofer mij geluk. Dan foel jij jou Stille nacht kom eraan…
Wor ferfolg…