Categorie archieven: Loesje

Oopa Floris doet vakanziewerk (deel 6)

vakanziewerk

Daar ben ik weer, haai piepeltjes. Hier Oopa Floris. Weten jullie wat ik doe? Ik doe vakanziewerk. En Loes wil iets zeggen. Die bemoeit zich echt waar overal mee.
Wat? Wat zeg je Loes?
Verlenging?
Ken ik die? Niet?
Haai piepelepee, luister even heel goed naar Oopa Floris.
Zitten jullie klaar.
Loes wat moet ik nou ook alweer vertellen?
Wat?
O ja keigaaf! Ik heb verlenging gekregen.
Kan ik die eten whaa haa. Niet?
Ik heb verlenging van mijn vakanziewerk, keigaaf.
Bram is…, Loes wat is er met Bram?
Ken ik die?
Is Bram op vakanzie? De geluksvogel.
Nou piepeltjes, jullie horen het. Jullie zitten nog langer met mij opgescheept.
Whaa haa.
Ik ben moe.
Ik ga dutten want mijn kop weet niet meer waar mijn poten zitten.

Haai haai haai….
Waar ben ik? Wie ben ik?
Ik ben weer wakker, keiwakker. Mijn kop is er klaar voor.
Vandaag ga ik jullie iets vertellen echt wel.
Loes, ik ga iets vertellen…
Ja ja over mijn eetlust.
vakanziewerkHee piepeltjes, mijn eetlust is KEIGOED!
En ik lust alles. Toch Loes?
Nee, nee niet jouw eten whaa haa. ik zou niet durven…
Alhoewel, ik ben wel de baas in huis. ik ben Oopa Floris.
Luister allemaal, luister naar mij. LUISTER!
Uhhm…
Tja, piepeltjes.
Tja…
Ooh ja eten. Ik eet en ik eet en ik…
Ik kan me toch een partij snel eten.
Wat zeg je Loes?
Schrokken!
Whaa haa ik schrok mijn bak en al naar binnen als het moet. En ik lust ook het eten van mijn vrouw, maakt mij de ballen niet uit.
Hoezo gedragen Loes, wat moet ik gedragen? Wie moet ik gedragen? Ik gedraag me nooit!
Piepeltjes IK GEDRAAG ME NOOIT.
Ik heb honger, ik wil eten.
Vrouw, vrouw ik wil ETEN.
HONGER.
Ik ga krijse, KRIJSE!
ETEN!
NOG MEER ETEN…

Haai evverieboddie, hee wat denken jullie daarvan?
EVVERIEBODDIE IT’S MIE. Oopa Floris.
Keigaaf en ik heb me toch een boddie…
Vroeger hè…
Vroeger!
Hoezo eten…
Ik heb gegeten als een leeuw. Keiveel.
Wat ? Wat heb ik gedaan?
De grote Oopa truuk?
Keigaaf, ik heb een Oopa truuk, daar komt ie:
Ik heb, ik heb….
vakanziewerkWhaa haa ik heb de hele vloer onder gespuugd. Keiveel.
En, en….ik heb de hele goermetsoeflaakie uitgesmeerd over de vloer whaa haa.
O ja en ik ben er met mijn poten doorheen gebanjerd. Keilekker toch!
Moeten jullie horen, vroeger hè..
Vroeger ging ik met de poezedames op stap. Echt wel.
Hee, ze hingen aan mijn lijf. Ik was me toch een partij poopie Joopie.
En een boddie. Niet te filmen..
Ik was gespierd, hee rennen en klimmen hè.
Zal ik jullie eens vertellen op wie ik lijk…
Whaa haa ik lijk op RAMBO, Oopa Rambo.
Loes wat..? Wat nou?
Driehonderd en tachtig keer verteld?
Die is gek.
Ja ja…
Uhhhm
Tja…
Ken ik jou, wie ben jij?
Ben jij Loes?
Wat nou dutten?
Ik ga niet dutten.
IK GA NIET DUTTEN!
HONGER

Haai piepeltjes, ik ben in de verlenging.
Horen jullie mij.
IK BEN IN DE VERLENGING
IK GA NIET WEG!
Ja ja ik ga al dutten.
Heel veel dutten,

Toedeledookie

Loesje vertelt ofer lichtpuntjes 

lichtpuntjes 

Lieve allemaal, hier ben ik weer van mij eigen want het is Loesjesdag. Assie Loesjedag heb dan weet u, Loesje is er en zij ga ons iets fertelle. Foorige week heb ik u fertel van mij visboer en dattie vakanzie heb. Daarom wil ik u vandaag fertelle dat mij visboer nog nie trug is.

In mij bakje kreeg ik vanmorge mij blikje goermet en het was met zallum. Ik zeg u eerluk, selluf kan ik wel drie blikjes op maar mij vrouw zeg. Loes, bescheide zijn siert de poes! Dan sta jij daar en jij kan nog zofeel Meeoow roepe, mij goermet is mij vrouw ze kast niemeer uitgekoome. En mij visboer heb mij eigen vast nie gehoord. Selluf denk ik dat mij visboer tusse mij makkareele op ze strand lig. En hij heb ze waage fol met mij tonijn en mij garnaaale gelaade. Mij vrouw zeg, Loes fantaazeer jij nog maar eeve door. Maar u moet weete, het is nie mij fantaazie. Het is mij poosietief zijn in mij kop. Jij moet jou eigen lichpuntje maake anders eet jij jou heele leefe zwartvis en dat moetie nie wille.

Denkpaal

Misschien ken u het ook van u eigen, dattie ze eigen nie blij foel. Jou poote heb geen zin om op te staan en dattie aan jou dag begin. Jij wil liefer ligge en jij wil niks. Jou vrouw hoef nie te zinge en zij hoef ook niks teege jou eigen te zegge, jij kan het nie ferdraage. Jou eete smaak jou eigen niemeer, offie iedere dag van jou leefe ouwe brokke krijg. Dat moetie nie wille, jij wor er bijna deeprezief van. Ouwe brokke heb nog nooit iemand blij gemaak. En assie ouwe vis krijg dan is mij adfies, u moet eers goed ruike want assie bedorfe is ben jij nog ferder van jou huis. Wat kan jij doen assie jou eigen zo foel in jou kop. Als jou hart jou buik niemeer gelukkig kan maake?
Daar heb ik van mij eigen ofer naa ligge denke op mij denkpaal. Dattie nie denk Loes schud met ze staart en zij fertel maar iets. Van mij eigen ben ik ook seeriejeus en assie seeriejeus ben dan denk jij naa ofer dinge. Bijfoorbeeld dat jij beeter aan jou ferse makkareel kan denke dan dattie in jou stank van jou ouwe vis blijf hange. Daar wor jij nie blij van. Assie poosietief denk dan kan jij lichtpuntjes zien en jij kan jou ouwe vis gewoon trugbrenge naar jou visboer. Daar hebbie niks meer aan.

lichtpuntjes Lichtpuntjes

Het kan ook zijn dattie bij u eigen denk dat u soomer niemeer kom. Maar assie buite kijk zie jij misschien dat jou zon vandaag mooie straale heb. Of u zie dat u viswinkel weer oope is, selluf moet ik daar nog op wachte. Misschien heb u verkering zo een mooie footoo van ze eigen op ze feesboek gezet. Of u beebie breng garnaaale mee foor u buik. Het maak nie uit, assie het maar wil zien. Selluf vin ik het wel ferstannig assie u garnaaale meteen opeet, assie krom ga hange kom er nie zofeel licht meer vanaf. Misschien kan u probeere of u iedere dag u lichtpuntje zie en assie ze bewaar in u hart krijg u stees meer licht. Dat is belangrijk.
Selluf bewaar ik mij lichtpuntjes in mij buik weeges dat jij soms ook groote lichtpuntjes heb. Als ik mij verkering Bert zie op ze Feesboek begin mij dag te straale. Het foel als zo een groote lichtpunt, mij hart krijg er enersjie van. Dan krijg jij zin om jou dinge te doen, bijfoorbeeld op jou kusse ligge. Of jij ga doesele op jou denkpaal. Misschien moet jij wel naar jou bak, dan moetie dat maar gelijk doen. Belangrijk is dattie enersjie krijg van jou lichtpuntjes. Mij erfaring is, assie meer lichtpuntjes heb kan jij jou makkareele ook beeter zien.

Poositief

Maar misschien vin u het nog moeiluk om lichtpuntjes te zien of u ken ze nog nie. Daarom heb ik mij best gedaan om lichtpuntjes foor u te vange. U kan het zien op mij footoos. U weet van mij eigen ben ik geen speelpoes. En ik doe ook nie meer aan jaage. Assie seeniejorpoes ben en jij heb verkering dan begin jij daar niemeer aan. Jij kan jou poote breeke of jou rug kneus net als bij mij vriend Kever. Nou neem u van mij eigen aan, dan zie jij eeve geen lichtpuntjes. Jij zie sterretjes en daar hebbie alleen maar last van. Maar soms moet jij tog iets doen wat jij nie zo goed durf of kan. Mij vrouw zeg Loes jij ben uit jou komfoorzoon gegaan, maar die zoon ken ik nie van mij eigen.
lichtpuntjes Om lichtpuntjes foor u te vange heb ik wel door mij kamer gerend en ik heb ook met mij poote geslaan. Mij vrouw wis nie wat zij zag van ze eigen. Ik was in mij akzie. Lichtpuntjes laat ze eigen nie somaar vange, mij vrouw heb mij eigen aan gemoedig. Zij roep Loes, Loesje jij ben zofeel goed beezig. Jij krijg straks zo een lekkere snek. En toen… Bam! Zie u het op mij footoo? Toen heb ik mij lichtpuntje gevange en het was zo een groote lichtpunt. Assie er feel poosietief zijn in stop dan krijgie zo een groote lichtpunt. En ik heb het gevange foor iedereen. Assie ferdriet heb of jij heb het nu moeiluk kan jij misschien geen lichtpuntje vange. Dan krijg u mij lichtpuntje, dat u hart ze eigen weer beeter ga foele. Dat is mij wens foor iedereen,

Loesje

Oopa Floris doet vakanziewerk (deel 5)

Floris

Haai piepeltjes, hier ben ik weer Oopa Floris. Kent u mij nog? U kent mij toch wel?
Loes zegt dat ik vakanziewerk doe, nou dan doe ik vakanziewerk.

Vakanzie

En ik heb me toch een partij zin in vakanzie. Met mijn poten in de zon en heel veel poezevrouwtjes. Keigaaf.
Loes wanneer heb ik vakanzie wha haaa?
Ooh Bram heeft vakanzie.
En wat heb ik daarmee te maken?
Ik ben Oopa Floris, ik ken geen Bram?
Bram, Bram Floris wie ben jij?
Heb jij vakanzie?
Keigaaf!
Ik ga dutten,  ik ben er klaar mee. Ik ga vakanzie vieren.
Hoezo een verhaal schrijven?
Loes hellep, ik moet poepen….
Hoor jij mij, Loes….
Moet ik krijsen…
Ja ja ik zoek mijn bed al….
Dutten piepeltjes, keiveel dutten…

Verstoppen

Haai iedereen van de piepeltjes, ik ben wakker…
En ik heb er zin in, kom maar op.
Ik ga jullie iets vertellen over wat ik goed kan.
FlorisJullie denken die Oopa kan niks maar ik ben keigoed in…
Ik ben keigoed in,
in….
Daar komt ie (Loes hellep even)…
Yesss, ik ben keigoed in verstoppen.
Ik ben de koning, keizer en nog veel meer in verstoppen. Niemand weet waar ik ben.
Wha haa mijn vrouw zoekt zich een breuk naar mij. Hoolaadiejeekes.
Vroeger hè…
Vroeger verstopte ik me voor de poezevrouwtjes, echt wel. Dan zat ik achter de struiken en loeren. Ik kan me toch een partij goed loeren. Niemand die het ziet. Goed hè. En dan als ze voorbij kwamen dan, wha haaa….Zo op de rug! Keistoer. Tja piepeltjes ik had poezevrouwtjes aan iedere poot, ik denk wel vier. Misschien nog wel meer. Ze vonden me kjuut, Loes hoor je dat. Ik ben Oopa Floris en ik ben kjuut. Ik ben een soort Oopa Kloenie wha haaaa. Maar dan met een échte snor. En ik drink…
Ik drink…
Wat? Heb ik dat al verteld? Wanneer dan?
Ik vertel nooit iets!
Piepeltjes heb ik dit al verteld?
Wha haaa, ik ben Oopa Kloenie wie kent mij niet? Hoezo moet ik dutten, ik ben keigoed fit.
Deement? Whaa haa die is niet lekker!
Ja ja ik ga al dutten.

Mijn kop

Loes ik ben wakker, Loes….
Wat?  Moet ik schrijven?
Keigaaf. Waarover Loes?
Verstoppen,  hoezo verstoppen?
Ik ga me niet verstoppen, ik ben niet gek?
Hee maar ik kan het wel goed, keigoed. Dan loopt mijn vrouw een kamer in en ik erachter aan. En soms gaat ze even, even… Ja dan gaat ze even en ik erachter aan. Hee en dan, dan ben ik de huppeltjes kwijt. O ja, de weg, dan ben ik de weg kwijt. Nou dat gebeurt me nooit maar dan ineens. Dan is mijn vrouw weg en dan doet ze de deur dicht….
Dat geloof je toch niet.
FlorisWie doet nou de, hoe heet zo’n ding….dicht?
Mijn kop? Hoezo mijn kop? Wie doet nou mijn kop dicht? Iedereen blijft van mijn kop af. Ik pinkel gewoon overal tegenaan.
Ik ben wel Oopa Floris, kennen jullie mij?
Loes hellep ik zit…
IK ZIT OPGESLOTEN, HELLEP…
IK MOET POEPEN…
POEPEN LOES..
Wat?
Lig ik op bed?
Keigaaf.
Ik ga me verstoppen Loes, niks zeggen hè..
Wat? Hoezo niet?
Vakanziewerk? Wat is dat?
Waar doe ik dat?
Mijn kop kan het niet meer aan. Mijn kop wordt gek.
Ik wil dutten Loes.
Ik ben moe piepeltjes, ik weet niks meer.

Wie ben ik, Loes wat doe ik hier?
Vakanziewerk?
Vakanzie wat?
Ik snap er niks meer van.
Tot volgende week .
Ik ga niet weg, IK GA NIET WEG….
Niet weglopen piepeltjes, ik ben Oopa en ik blijf!

Toedeledookie

Loesje vertelt ofer als jou visboer met ze vakanzie is

lieve allemaal hoop dattie gelukkig in u hart ben opgestaan, vandaag is Loesjes-dag. Assie Loesjes-dag heb dan hoef u nooit meer u tweifel te hebbe, Loesje heb ze letters gemaak.

Jou straat

Foordat ik mij verhaal begin wil ik u eerst iets fertelle. Mij Bert heb mij foorige week zofeel ferras. Hij zeg Loes deze is foor jou eigen en het was mij eigen straat. Het was foor mij feertien jaar.
Selluf ben ik nog nooit in mij eigen straat gewees want assie binnepoes ben kom jij nie op jou straat. Mij vrouw vin het te gefaarluk en selluf zou ik het nie durfe. Wat hebbie buite te zoeke assie binne jou denkpaal heb en jou kompjuuter. Misschien denk u nu wel, is Loes net zo erg als ze jeug van teegeswoordig? Zit zij ook ze heele dag te geeme, of doe zij tikketok. Assie mij eigen een beetje ken dan weet u. Loes is seeniejorpoes en zij heb seeriejeuze verkering. Maar jij moet jou verkering wel kunnen zien, anders moetie er nie aan beginne. Daarom heb mij vrouw ze kompjuuter en ze heb ook ze teblet en ze teelefoon. Die hebbie allemaal noodig assie seeriejeuze verkering heb. Nu kan ik mij Bert zien wanneer ik wil, want jij heb het toch noodig. Saame is belangrijk en het maak nie uit hoe jij saame ben. Mij Bert en ik van mij eigen zijn moodern. Wij zijn misschien seeniejor maar wij geef wel onse goede foorbeeld. En toen heb mij Bert mij eigen ferras met mij eigen straat, u visboer kan het zien op mij footoo assie mij misschien nie geloof. Loesje-Huispoes!
Jij fraag jou eigen af, hoe kom mij Bert aan mij eigen straat? Maar assie kontroleur ben van jou straat dan zie jij veel. Selluf heb ik drie daage nie geslaape van mij opwinning. En ik heb al mij saardiene op want jij moet het toch ferwerke.

Jou visboer

visboer

Jij denk bij jou eigen jou vrouw ga wel op ze twee wiele naar jou visboer en dat heb ze ook gedaan. Maar zij kwam trug en ze zeg Loes, Loesje… Nou dan foel jij jou bui al hange. Assie zoies zeg dan weet jij dat jou vis niemeer zo vers is. Mij vrouw zeg, Loes jou visboer was nie thuis van ze eigen. Toen zat ik ineens rechtop in mij denkpaal. Nie thuis! Mij vrouw zeg, Loes jou visboer is met ze vakanzie, hij is visse met ze eigen. Dan kan jij jou eigen dag hebben en jou eigen straat, jij schrik er toch van. Jou buik is het nie gewend dat jou visboer ze eigen ding doe. En hij heb er niks van gezeg, anders had ik misschien ook mij vakanziewerk kunnen doen. Net als mij broer Oopa Floris, hij heb ze vakanziewerk van Bram gekreege. Mij visboer heb mij eigen niks gegeefe, hij heb al mij makkareele meegenoome op ze vakanzie.
Mij vrouw zeg Loes, jou visboer heb ze vakanzie ferdien, hij sta alteit met ze heele viskraam foor jou klaar. Maar ik zeg u eerluk, ik was in mij sjok. Mij vissjok. En mij hart in mij buik is heel feel trouw, jij ga nie meteen naar jou andere visboer renne. Assie ouwer ben dan hebbie waarde foor iemand die jou eigen alteit goed behandel. Mij visboer is mij vriend, mij visvriend. Dan ga jij nie zomaar sweipe op jou teelefoon en jou andere visvriend zoeke. Jij ben geen kitten meer. Jij heb respek! En jij wacht…

Jou diejeet

Ik zeg u eerluk, ik vin wachte moeiluk. Mij vrouw zeg Loes het duur drie weeke. Van drie weeke heb ik mij ferstand nie maar het foel als heel lang. Toen heb ik wel mij vrouw aangekeeke met mij intense blik. Want jij moet toch eete. Mij vrouw zeg ook, Loes wat nu? Jij kan nie elke dag van jou leefe jou nierdiejeet wegwerke ook al wil jou dokter dat wel. U weet ik doe heel feel mij best maar assie boegonnies ben dan ben jij la belle kwiezien van jou buik. Selluf ben ik meer Loesje Kwiezien, maar het is beeter als mij dokter soiets nie weet. Hij heb geen ferstand van lekker eete, assie iets van jou dokter krijg weet jij, het heb geen smaak. Misschien heb u het ook dat u faavooriete visboer op ze vakanzie is, of misschien hebbie liefer u vleesboer. Jij mis het toch. Mij vrouw zeg dattie nu naar ze heele groote winkel ga foor mij goermet. Toen heb ik garnaale in sjelei besteld en kaabeljouw in saus die lekker is. En mij tonijn en makkareele, maar mij vrouw zeg dat meneer goermet mij makkareele nie ken. Mij visboer heb er vast geen errug in dat jij als poes aan jou lot van jou groote winkel ben ofer geleefer, assie selluf tusse ze zaagvis zit bij te koome. Maar hij heb het wel ferdien van ze eigen want hij heb zo een lekkere makkareele. Dan ferdien hij ze vakanzie en jij loop nie weg naar jou andere visboer. Nu doe ik oefene met wachte en ik doe iedere dag in mij bakje kijke of mij drie weeke foorbij zijn. Ik zeg u eerluk, het val nie mee…

Jou kaadoo

visboer Maar nu kom het lieve allemaal. Mij vrouw breng mij een kaadoo-doos en jij foel, jou vis kom eraan. Jij denk jou visboer is jou eigen nie fergeete en hij stuur ze makkareele met ze posduif. Maar mij hart wis nie hoe zij in mij buik moes ligge van mij ferbaasing. Het was mij beebiekitten Faaletienooo en hij stuur ze Ooma zofeel lekkere vis. Ze heele doos vol. Mij vrouw zeg, Loes jij kan ze nie eete!
Maar het maak nie uit. Mij vis ruik lekker en jij kan ermee knuffele. Dan foel jij jou hart oope gaan want jou kleine beebiekitten ken ze Ooma zofeel goed. Ik zeg u eerluk, hij lijk op ze Ooma maar dat kan jij beeter nie zo hard roepe. Ze jeug van teegeswoordig lijk liefer op Maks Ferstap dan op ze Ooma. Maar hij denk wel aan ze Ooma en dan weet jij, het kom wel goed. Lieve Faaletienooo, dank jou wel foor jou mooie kaadoo-doos vol met jou vis. Nu denk ik iedere dag van mij wachte aan jou mij beebie en nie zofeel aan mij visboer

Loesje

Floris doet vakanziewerk (deel 4)

vakanziewerk

Haai piepel,

Loes zegt dat ik nog steeds vakanziewerk doe en ik vind het keigaaf. Ik ben Oopa Floris en ik werk keihard, ook in mijn vakanzie. Ik heb keiveel liggen dutten en nu ben ik goed bij de tijd. Nou ben ik altijd wel bij de tijd maar nu ben ik keiveel bij de tijd. En als mijn kop goed is weet ik alles. Hee ik ben wel deement, maar dat zegt alleen mijn vrouw. Loes vertelde mij dat u allemaal, hee piepel ik zeg ALLEMAAL, zo lief reageert op mijn vakanziewerk. En ik heb nieuwe vrienden gemaakt, de namen weet ik even niet maar hee, vakanzie is vakanzie.
Oke, wat doe ik nu nog hier? Juist ja…
Ik ben me toch een partij helder, ik zeg daar gaan we weer.

Pinkelen

Haai piepeltjes waar zullen we het vandaag weer eens over hebben?
O jee…
Ik heb, ik heb… mijn poten zijn nat!
vakanziewerk Waarom zijn mijn poten nat?
Wat?
Ik heb over de kussens in de bank staan te pinkelen. Wha haa!
Hee ik wil wel weten waar ik moet zijn, ik laat mijn eigen spoor na.
Niemand kan toch zo goed pinkelen als…
Oopa Floris.
Pinkelen jullie ook? Wie pinkelt er? Loes?
Ik weet het even niet meer, maar het gaat keigoed met mij.
Loes heeft me verteld dat ik heb staan pinkelen op haar… hoe heet die dag?
Wat? Verjaardag? Keigaaf!
Ik ben wel de oudste Oopa van Feesboek. Ben ik jarig dan? Ik ga jullie vertellen hoe jarig ik ben.
Loes hoe jarig ben ik?
Wat? Niet…
Nou dan mag ik pinkelen zoveel ik wil. En ik GA NIET WEG!
Ik blijf op vakanzie.
Want ik heb een vriendje zegt Loes, met een Stokkie? Wha haaa, een stokvriendje.
Ooh hij heet Stefan. Keigaaf!
Stokkie-Stefan en hij is net zo oud als Oopa. Dat ben ik toch?
Loes IK ben Oopa en ik wil ook een Stokkie.
Keigaaf een Stokkie, ik ben Oopa Stokkie en ik loop nog als een tierelier.
Ik heb net nog een heel eind gelopen. Van de bank naar… de bank.
Waar is mijn vriendje? Loes waar is mijn Stok? Wat heb ik geen stok?
Hoe moet ik dit nou begrijpen, ik ben deement!
Ik ben kei deemnet!  Deelement! DEEMENT!

Tanden

Haai piepel, ik wil jullie iets vertellen want mijn kop is goed. Had ik dat al gezegd, mijn kop is goed vandaag.
Ik ben een kei in bijten, maar ik ben heel lief. Mijn vrouw zegt…
Ja dat weet ik niet meer en dat doet er ook niet toe.
Maar ik heb een truuk, een Oopa truuk.
Wha haa, ik heb twee schrompeloren. Maar daar gaat het nu niet over.
Toch Loes?
Ja ja ik weet waar het over gaat. Het gaat over mijn tanden.
Hee ik ben wel twee tanden kwijt, mijn snijtanden. Ja ik weet alles nog.
vakanziewerk Vroeger had ik me toch een gaaf gebit, iets met tanden.
Toen moest ik mee naar de dokter. Ik krijsen, ik ga toch zomaar niet mee naar de dokter.
Wat moet ik met een dokter?
Afijn, ik moest een nacht blijven. Dat geloof je toch niet.
Loes waarom moest ik bij de dokter blijven?
Ik bang? Ik ben voor niemand niet bang, ik ben OOPA FLORIS!
En ik vergeet ik weleens iets? Keidom!
Waar is mijn tand Loes?
Ik weet niet meer waar ik mijn tanden gelaten heb.
Wat mijn truuk? Welke truuk? Oopa truuk, wha haa…
Daar komt ie:
Ik bijt gewoon met twee snijtanden. Keistoer, liefdesbeetjes met twee tanden.
Mijn vrouw zegt dat dat niks uitmaakt. Tanden genoeg.
Nou dat maak ik zelf wel uit, waar is mijn tand?
Loes ik mis mijn tanden, geef terug…, ik wil snije!
Wat?
Loes zegt dat ze mijn tand niet heeft, dat ze helemaal geen tanden heeft.
Wha haa!
Nou die is gek….
Loes waar is mijn tand?
Loes waar…?
Snijplank…, ik wil mijn snijplank!
Stokkie-Stefan help…
Ik ben er klaar mee ik ga dutten.
Mijn kop weet het niet meer, mijn poten weten niet meer waar ik loop.
vakanziewerk Ik ben zo moe, mijn kop doet het niet meer.
Mijn kop is deement.
Wat…
Volgende week laatste keer, nou dat denk ik niet.
Ik ga niet weg, Loes IK GA NIET WEG.
Ik ga pinkelen, tot volgende week.
Vakanzie is keigaaf!

Toedeledookie…