Deze week wil ik u fertelle ofer mij wiekent toen de zon kwam. Jij kan het bijna nie geloofe want foorige week froor mij poote nog aan mij ferwarming vast.
Schaaduw
Ik zeg u eerluk, toen kon ik mij balkon niemeer vinde want alles was wit. Jij steek jou kop naar buite en jij ren hard weg. Selluf houw ik alleen van mij zon, soms ga ik naar mij zon kijke op mij balkon. Dan ben ik eeve buitepoes want mij balkon lig nie in mij huis. Dat moet u wel weete zeg mij vrouw. In mij wiekent scheen mij zon en toen heb mij vrouw de deur van mij balkon oope gezet. Toen ben ik eeve buitepoes gewees. Mij vrouw zeg Loes jij was wel sessefeertig sentiemeeter buite. Maak mij niks uit, buite is buite. Ik heb bij mij deur gezeete want ik moes wenne aan mij staatus van assie inees buitepoes ben. En ik heb ook op mij taafel gezeete. Buite foel anders, buite ruik anders. Dan hebbie tijd noodig want jij ben geen kitten meer. Toen keek ik om mij heen en jij weet nie wattie zie. Jij zie jou eigen schaaduuw!
Op jou balkon
Daar zit jij dan met jou eigen schaaduuw op jou balkon. Toen heb ik wel eeve mij oog uitgekeeke en ik heb ook dinge uitgeprobeer. Jij maak het nie iedere dag van jou leefe mee, dattie saame met jou schaaduuw op jou balkon zit. Het was mij ge-waar-wor-ding van mij eigen donkere kant. Dan moet jij toch eeve goed gaan zitte want misschien ga jij het nooit meer meemaake. Ik dee omhoog kijke of mij schaaduuw ook mij baardje heb. Maar die heb ik nie kunne ondekke. Ik dee alle kante op kijke en ik dee gaape. Jij probeer toch offie jou schaaduuw kan ferleide. Misschien kan jij jou eigen schaaduuw te snel af zijn? Maar dan moet jij wel aan jou eigen toegeefe. Jij ben seeniejorpoes, jij kan jou schaaduuw niemeer ferslaan. Jou schaaduuw folg al jou beweeging in jou eigen, traage tempo. Het is als jou leefe met het fierus, alles sta stil. Jij kan naar jou eigen kijke maar jij kom nie fooruit. Jij ben in jou schaaduuw van jou leefe beland. Dan schrik jij wel van zofeel konfrontaazie.
Moes denken
Toen ben ik op mij denkpaal gaan zitte want ik moes denke. Ofer mij ge-waar-wor-ding van mij eigen schaaduuw. Jij schrik er toch van, ik zeg u eerluk. Ik kende mij eigen schaaduuw nog nie. Jij denk dattie alles van jou selluf ken assie seeniejorpoes ben. Maar jou donkere kant steek zomaar ze kop op in jou zon. Jij heb er nie om gefraag en jij heb ook nog nie kennis mee gemaak. Jou zon geef het jou kaadoo. Mij vrouw zeg Loes misschien probeer jou schaaduuw jou wel iets te fertelle? Waar zou mij schaaduuw mij eigen nou iets ofer kunne fertelle? Mij schaaduuw ken mij eigen heelemaal nie. Het is mij eerste konfrontaazie met mij schaaduuw. Mij schaaduuw heb ze eigen gewoon te gedraage. Straks begin mij schaaduuw ook nog ofer mij buik. Dat mij deur te klein is en mij buik er nie op pas. Mij schaaduuw is mij dokter nie!
Jou schaaduuw
Van mij eigen hoop ik wel dat er nog meer zon ga koome. Dat ik mij schaaduuw beeter leer kenne en misschien hou mij schaaduuw ook van saardiene of van kaabeljouw? Dan kan ik kijke of mij schaaduuwvis net zo lekker smaak als mij vis van mij visboer. Mij vrouw zeg Loes jij kan ook oferdrijfe. Maar mij meening is; jij kan beeter oferdrijfe met jou vis in jou bek, als dat jou schaaduuw oferdrijf met jou buik op jou balkondeur. Dan krijg jij alleen maar kommentaar en dat moetie nie wille. Misschien kan ik mij zon op mij hart laate schijne, dat mij schaaduuw dan liefde foel. Jou schaaduuw heb ook warmte noodig. Mij erfaring is, jij moet ook lief kunne zijn foor jou eigen. Assie nie lief ben foor jou eigen kannie nie ferwachte dat jou schaaduuw ze eigen wel lief gedraag. Zo is het wel van ze eigen. Nu ga ik slaape want mij schaaduuw moet uitbuike. Mij vrouw zeg, Loes jij ben zò lief foor jou eigen. Straks passie niemeer in jou eigen schaaduuw. Dan kan jij maar één ding doen, jou balkondeur fervange,
Loesje