Soms vragen mensen mij hoe het er bij me thuis aan toe gaat. Ik woon met een vrouw en met Floris en Zusje.
Ik moest er over nadenken want soms is me leven ook vanzelfsprekend. Dat ik er niet meer bij stil sta, dat ik gewend ben. Dan is me leven gewoon, dat is het fijnst.
Zalm kan ook
Toen ik hier kwam wonen moest ik alles nog leren. Over de regels in huis en ik moest me plaats weten. Floris is de baas, dat voelde ik meteen. Me vrouw denkt dat ze de baas is, maar dat is anders. Ze is heel lief voor ons en ze geeft ons lekker eten. Van me eigen houd ik van tonijn, dat heb ik wel gezegd toen ik hier kwam wonen. Zalm kan ook nog wel. Me vrouw snapt dat.
In de war
Ik was een paar dagen hier, toen op een avond gebeurde het. We kregen een lekkere snack en ik liep de trap op naar boven. Oooh me vrouw riep me terug, ik snapte het niet. Ze had een grote tas op haar rug en ze zei dat ze ging werken? Ik wist niet wat dat was, werken? Ging ze eten maken? Tonijn vangen? Ze gaf ons een knuffel en ze zei dat ze heel veel van ons hield. Toen deed ze de voordeur open en weer dicht. Ik zag haar niet meer. Ik moest hard en veel miaaauwen. Ik was in de war.
De hele nacht heb ik bij de voordeur gelegen, ik voelde zoveel emozies, waarom ging ze weg? Ik snapte het niet, ik voelde pijn in me hartje. Zou ze nog terugkomen? Zou ze ons verlaten hebben? Ik voelde bang en ik kon niet eten. Alles was al op, ik had geschrokt en ik hoefde toch niet te spugen. Ik was gespannen en ook onzeker. Ik kende het niet dat me vrouw als het donker is weg gaat. Me vrouw kwam gelukkig wel weer thuis. Het was al licht. We kregen knuffels en eten en toen ging me vrouw slapen. Ik snapte het niet maar ik ben toch bij haar gaan liggen. Ik woonde toen met Floris en Bart, zij vonden het gewoon. Ik voelde emo en ik was me weg kwijt.
In de nacht
Me vrouw vertelde me later dat ze meestal in de nacht werkt. Bij mensen die het leven moeilijk vinden en hulp nodig hebben. Ze vertelde ook dat ze anders geen eten voor ons kan kopen. Ooooh maar ik kan niet zonder tonijn van me eigen. Maar ik moest toch wennen. Dat ik in twee werelden leef maar het is toch één leven. Het is me eigen leven.
Kompjuutertijd
Nu ben ik gewend en ik doe mezelf ontplooien. Ik heb veel geleerd. Ik zorg ook voor me broer en soms voor me zusje, maar die is heel druk. Ik heb nu ook meer kompjuutertijd gekregen. Oooh soms ga ik s’nachts schrijven, dan ben ik net als me vrouw. Dan ben ik een werkende poes.
Maar het fijnst is toch gewoon. Als me vrouw thuis is en we kunnen knuffelen. Dat ik haar hoor zingen en dat ik weet, het is goed. In de kast staat tonijn, ik ben veilig en ze houdt van mij.
Liefs van Loesje