Categorie archieven: uit mijn leven

Lucky en Moos: tips voor eete

Lieve allemaal, we hebben hier nu zowaar zon vandaag dus ik ga af en toe naar buiten maar om eerlijk te zijn vind ik het soms nog veel te koud dus dan blijf ik lekker binnen. Ik lig graag in een mandje maar ook vaak op de bureaustoel. Dat is handig want dan ben ik meteen dichtbij de laptop om mijn blog te maken. Ik mag, maar heb begrepen dat er meer zijn die dat ook niet mogen, niet alleen daaraan zitten want mijn mensen zijn bang dat ik dan nog meer snekkies bestel maar zeg nu zelf: die kun je toch nooit genoeg hebben zeker als katermans?

Eten

Eten is wel een belangrijk iets in het leven van een katermans zoals ik. Zoals jullie misschien nog wel weten ben ik als kitten later gevonden dan de rest van mijn nestje. Mijn mamapoes, zusjes en broertjes gingen eerder naar de opvang en ik was er toen net ff niet. Geen idee waar ik wel was maar ze hebben me later nog gevonden. Maar goed, ik was vies, had allemaal van die kriebelbeestjes in mijn vacht en ik had me toch een honger. Daarom eet ik nu ook werkelijk alles, zelfs dingen die je eigenlijk niet kunt eten. Je moet toch wat als je als kitten wilt overleven immers.

Tips

Ik heb even met mijn broer Moos overlegd waar we het deze keer eens over kunnen hebben en hij heeft ook nog wel wat tips voor jullie als het over eten gaat. Ik heb uiteraard ook goed geluisterd naar wat hij zei want daar kan ik wel wat mee. Moos is geen zwervertje geweest maar hij lust wel zowat alles als het om eten gaat. Maar goed, Moos zegt het volgende als tip één: ga er als kat vanuit dat alles wat je mensen je voorzetten in een bakje, schaaltje of op een bordje voor jou bedoeld is. Eerst altijd even goed eraan snuffelen want je mensen denken soms slim te zijn door er een pilletje of druppels die voor je gezond zijn in te doen maar daar trappen wij natuurlijk niet in. In dat geval laat je het dus gewoon staan. Zit er niks in en ruikt het goed? Meteen beginnen te eten natuurlijk. Stel dat ze het bordje namelijk weer weghalen voordat het leeg is. Daar doen we uiteraard niet aan mee.

Tip twee: kijk niet alleen naar het eten dat ze voor je neus neerzetten maar ga zeker ook op zoek naar andere bakjes. Woon je met meer dieren in huis? Grote kans dat de rest niet alles opeet dus dan kun jij meteen de afwas doen en alles netjes schoonmaken. Zijn je mensen gegarandeerd ook blij mee want dan kunnen de bordjes weer rechtstreeks de kast in. Niet dat ze dat hier doen want die moeten dan toch nog een keer in het apparaat dat zo lekker zoemt.
Tip drie: kijk zeker naar wat je mensen zelf op hun bord hebben liggen als ze gaan eten. Ik beveel persoonlijk vleesjes en visjes aan maar misschien vinden jullie andere dingen ook lekker? En vooral ook niet vergeten om extra zielig te kijken als je trek hebt in wat lekkers dat werkt goed.
Als laatste nog even dit: veel mensen-eten is natuurlijk niet zo goed voor katten dus zorg er ook voor dat je lekkere en goede brokjes krijgt die perfect bij jou als kater of poes passen. Mag je natvoer of snekkies erbij? Laat dan duidelijk merken welke je het lekkerste vindt want dan zorgen je mensen ervoor dat ze die in de dierenwinkel gaan kopen of laten brengen in zo’n doos met pootjes en een groene band erop. Snekkies kun je immers nooit genoeg in huis hebben, want stel dat je een feestje geeft waar veel vriendjes komen!

Lucky

Hier Lucky weer: Moos is steeds meer aan het verkennen nu het wat minder regent en het weer iets minder koud wordt. Hij weet dus wel hoe het kattenluik werkt (ik vind het knap hoor dat hij het snapt) en gaat nu ook de tuin in. Omdat alles daar nieuw is voor hem, ga ik wel mee. Dan kan ik dingen uitleggen en hem een beetje in de smiezen houden. Dat is toch ook belangrijk. En daarna gaan we gewoon lekker uitrusten en binnen slapen. Bijvoorbeeld onder een warme plaid. Dat is altijd een aanrader. Eet eerst wat brokjes en drink wat water, dan kun je het lekkerste slapen is mijn ervaring!

Knuffels van Lucky

Joep is op afontuur in het weiland

weilandAl zolang als ik op mezelf woon heb ik het achterpad naast m’n tuintje heel interessant gevonden. Zelfs toen ik nog niet naar buiten mocht zat ik lekker op de vensterbank naar buiten te kijken en te fantaseren over hoe de wereld er daar uit zou kunnen zien.

Hekje

Gelukkig heb ik alleen maar een hekje naast de schutting aan het eind van m’n tuintje en kan ik dus genieten van het uitzicht. Maar de vraag is hoe lang nog want Senior heeft plannen om, als er met de nieuwe buren een andere schutting tussen de tuinen wordt geplaatst, het tuinhekje te vervangen door een hoge, dichte poort. Junior vindt dat helemaal niks omdat ze dan niet meer over het weiland kan uitkijken en ‘t gevoel heeft opgehokt te worden. Zij is ook al op een leeftijd dat ze niet meer net zo makkelijk over de schutting klimt als ik… En eigenlijk ben ik het helemaal met haar eens maar ja, zij heeft haar eigen voordeur ergens anders, dus de beslissing ligt bij Senior. Zelfs ík heb over die keuze weinig in de melk te brokkelen, want Senior beslist.

Eerste keer

Maar goed, even terug naar de mijmeringen over de buitenwereld toen ik nog klein was.
Ik begreep al snel dat er een pad achter m’n tuintje moest lopen, want ik zag soms grote en weilandkleine tweebeners voorbij komen. Maar van hoe het er verder uitzag had ik eigenlijk nog geen idee.
Daar kwam ik pas achter toen ik m’n eerste tuigje kreeg, en mee uit wandelen mocht met m’n personeel. Doodeng vond ik dat, die eerste keer buiten. Allemaal vreemde geuren en geluiden die ik nog niet kende. En beestjes, héél veel beestjes…
En pas toen kwam ik er achter dat naast ‘t achterpad een brede sloot ligt, met daarachter het enorme weiland dat ik vanaf de vensterbank in huis kon zien. Ik had nog geen idee hoe ik daar moest komen, maar voorlopig had ik m’n pootjes al vol genoeg met het ontdekken van alles wat ik op het achterpad tegenkwam.

Tot ergens in februari dit jaar ben ik aan het lijntje gehouden en mocht ik alleen samen met m’n personeel naar buiten. Soms ging ik ook wel ‘s op de arm van Senior mee als hij naar buiten ging en dan had ik een veel beter uitzicht omdat ik dan lekker hoog zat, veilig in z’n armen.
Nadat ik begin februari bij de lieve dierendoktermeneer was geweest en nog een paar weekjes binnen was gebleven mocht ik dan toch ook eindelijk helemaal alleen naar buiten.
Nou, die allereerste keer was niet écht een succes hoor. Toen de achterdeur eindelijk voor me open ging nam ik een spurt door de tuin met de bedoeling om met een sierlijke sprong over het tuinhekje op ‘t achterpad terecht te komen. Maar ja, in al m’n enthousiasme was m’n sprong te hoog en bleek ‘t achterpad te smal, dus ik schoot rechtdoor de sloot in voor m’n allereerste zwemles…
Sindsdien klim ik maar gewoon op ‘t tuinhekje en spring daar vandaan dan gewoon op ‘t achterpad. Ik leer best wel snel.

Ontdekken

Inmiddels ken ik elke tuin langs de rechterkant op m’n achterpad en loop ik wel ‘s mee met Senior als ‘ie op bezoek gaat bij de buurman op de andere hoek van ‘t huizenblok. Bij hem mag ik niet naar binnen, dus ik wacht dan netjes in z’n voortuin tot Senior weer naar buiten komt. En dan wandelen we samen terug naar m’n voordeur. Want helemaal alleen weilanddurf ik nog niet zo goed, omdat aan die kant van m’n huis heel veel auto’s geparkeerd staan waar soms buurtkatten onder kunnen zitten. En aangezien ik nog steeds ‘die nieuwe’ in de wijk ben wil ik daar toch een beetje voorzichtig mee zijn, want ze zijn niet alleen heel erg groot maar ze lijken me ook niet echt vriendelijk. Dus eigenlijk ontloop ik ze voorlopig nog even liever.
Gisteravond vond ik dat het de hoogste tijd was om vanuit m’n tuintje ook ‘s linksaf over het achterpad te gaan. Er staat maar één huis, en daar houdt het pad ook op. Maar ik kon onder het hek naast de schuur door en toen kwam ik in een strookje niemandsland naast de sloot. Daar was een hoop te snuffelen en te ontdekken en voor ik het wist stond ik voor de brug over de sloot. Ik had daar al ‘s eerder gestaan, maar toen schrok ik zó van een buurtkat die blazend op me af kwam dat ik de sloot in sprong en naar huis ben gezwommen.

Weilandmuis

Maar nu was er geen kat te zien en stond ik helemaal alleen op nog onbekend terrein.
Misschien een beetje overmoedig liep ik over de brug en door de spijlen van het hek zo ‘t weiland in. Helemaal in het pikkedonker en ik bedacht dat dit hét moment kon zijn om nou eindelijk ‘s een echte Weilandmuis te vinden…
Ik liep steeds verder het weiland in. Zó ver zelfs, dat ik uiteindelijk niet meer wist waar ik was omdat ik het hek waar ik doorheen was gelopen helemaal niet meer zag. Maar er was geen muis te vinden, dus ik ben gewoon als een dolle door het gras gaan rennen. Héérlijk!

Thuis

M’n personeel zag me op een gegeven moment langs de sloot racen, steeds verder weg van ‘t hek vandaan. Daar werden ze een beetje onrustig van en zijn toen naar buiten gelopen om me op te halen omdat ze dachten dat ik de weg terug naar huis niet meer kon vinden. Hadden ze ook wel een klein beetje gelijk in, maar dat heb ik ze natuurlijk niet gemauwd. Ik was alleen dat hek even kwijt. Maar toen ik ze hoorde roepen holde ik gelijk op ze af en kroop tussen de spijlen door naar ze toe.
Eigenlijk wilde ik dezelfde weg terug nemen naar het achterpad, precies zoals ik op de heenweg had gelopen. Dus Junior is zo goed en zo kwaad als ‘t ging met me meegelopen over dat stukje niemandsland, terwijl Senior me al met snoepies stond op te wachten bij m’n achtertuintje. Dat was nog ’s lekker thuiskomen na m’n eerste weilandavontuur!
Ik hoef je denk ik niet te vertellen dat ik vannacht heerlijk geslapen heb, dromend over alle Weilandmuizen die er aan de andere kant van de sloot te vinden waren…

Plan

Vanmorgen was m’n personeel al vroeg uit de veren. Niet alleen omdat ik om 6 uur al stond te mauwen dat ik naar buiten wilde, maar ze hadden een plannetje bedacht. Want ze vonden dat ze me bij daglicht moesten wijzen hoe ik naar ‘t weiland kon komen, maar ook weer terug naar huis.
Nou is ’t altijd leuk om samen met je personeel iets te ondernemen, dus ik stond al klaar bij de achterdeur.
Tot m’n verbazing vertrokken we via de voordeur, en gingen rechtsaf. Dat was duidelijk een veel gemakkelijkere weg dan door dat niemandsland achter de schuur, en we stonden al heel snel voor de brug. Heel onopvallend ging ik vol overgave een paar grassprieten besnuffelen, terwijl ik vanuit m’n ooghoeken in de gaten hield of die grote kat van een paar weken terug niet toevallig in de buurt was. Want ik had vanmorgen geen zin in een derde zwemles.

Ontbijt

weilandZodra de kust veilig bleek huppelde ik de brug over richting het hek, waar m’n personeel al stond te wachten. Met gemak liep ik weer tussen de spijlen door en keek achterom of ze me zouden volgen, maar ze pasten er dus gewoon niet tussendoor. Jammer, maar aan de andere kant had dat ook wel weer een voordeel. Want dan zou ik eindelijk ‘s ongestoord m’n gang kunnen gaan in dat grote weiland zonder dat Juniorrazzi constant foto’s van me zou lopen te maken.
Maar ja, ik vond het toch ook wel weer een beetje sneu dat ze niet met me mee konden, dus ik ben eerst een paar minuten bij het hek gebleven zodat Junior even het moment van m’n eerste stappen in ‘t weiland bij daglicht op foto kon vastleggen. Leuk voor in het familie album.
Daarna heb ik weer een paar rondjes door het weiland gerend om vervolgens lekker in ’t natte gras te gaan liggen rollen. Kon ik best wel langer volhouden, maar toen zag ik dat m’n personeel aanstalten maakte om weg te lopen. Als een speer rende ik terug door ‘t hek heen, voor hun uit de brug over en ik heb in de voortuin op ze zitten wachten. Want ten eerste heb ik nog geen voordeursleutel en ten tweede had ik inmiddels wel trek in m’n ontbijt gekregen en daar had ik toch m’n persoonlijke blikopeners voor nodig.

Foto

Zeker weten dat ik nu vaker alleen naar ‘t weiland ga. Veel actiefoto’s zullen daar niet meer genomen kunnen worden, tenzij m’n personeel een échte camera gaat kopen met een enorme grote telelens. Maar dat zie ik nog niet zo snel gebeuren.
Dus als ik eenmaal m’n eerste Weilandmuis gevangen heb zal ik ‘m zeker mee naar huis nemen om uitgebreid op de foto te laten zetten. Want die wil ik dan natuurlijk heel graag met jullie delen. De foto dan hè, want die muis moet eerst even getest worden op kwaliteit en smaak voordat ‘ie de vriezer in gaat…

Stevige poot en kopjes van Joep

Eete is eete, dat zeg ik

eete“Kijk eens Bert,” zei mijn vrouw en ze wees in de boodschappentas. “Nieuw eten voor jou.” Ik dacht wat nou weer, want ik heb liefer geen feranderingen. “Vanavond krijg je het,” zei ze nog.

Eete

Als huiskater ben ik afhankelijk van de verzorging. Ik mag nooit alleen op de leptop dus ik kan nooit zelf bestellen en al kon ik dat wel dat wist ik nog geeneens niet hoe het moet weeges ik heb liefer geen mensen aan de deur en ik ga nergens heen. Dus dat soort dingen doet mijn vrouw.
Eete is belangrijk, helemaal nou ik seeniejor ben. In mijn leefe ben ik te dik geweest en ook te dun en nou ben ik op gewigt en dat moet wel zo blijfe.

Saus

Het eete kwam, netjes op een bord. Ik zag het meteen: met saus. Dat is goed. Saus lust ik graag. En ik moet eerlijk waar zeggen het was lekker. Erna gingen we aaien en toen hoorde ik het ferhaal ofer dit eete, dat het eigenlijk voor Britse katten was die een ras waren. En er was ook kitten-eete van, dat kreeg ik ook een keer, dat was ook met saus. En dat een man in de winkel had gezegd dat hij Britse katten thuis had maar die aten weer wat anders. Zoiets was het, geloof ik.

Mijn mening is eete is eete. Als je geen diejeet moet doen dan maakt het ook niet uit wat je eet, als het maar goed spul foor je gezond is. De dokter fan mij vindt het ook, zij had vorig jaar gezegd dat ik mocht eete wat ik wilde eete. Weeges dat was het beste voor mijn gezond vooral mijn mentaal gezond.

Riesiekoo

Ik weet alleen niet of ik nou ook door dat eete op een Britse kater ga lijken en hoe ik er dan ga uitzien. Het is toch een riesiekoo spesjaal eete voor speesjaale katten, dus ik hou me eigen in de gaate, ik wil wel gewoon de Bert blijfe die ik ben.

Leootje en Tiga oofer tussekat zijn

Ajoooo allemaal!
Hier ben ik weer fanuit het sonnege reegenagtege haagellege winderege wintstille Den Haag!
Het Weer weet nog steeds niet wat het nau moet doen.
Son sgijne of reegene of haagelsteene gooie.
Onse Tweefoeters en wij wille de heele tijd op het balkon maar dan is het te kout en dan reegent het weer of het waait en dan is de dag weer foorbij.
Aperil doet nog steets wat ie wil met se kikker in se bil.
We pakke elke sonnestraal die we pakke kunne en dan gaan we gauw ligge met de oogies dicht.
We sijn sooo blij met die groote krappaal voor het raam!
Het liefste ligge we der allemaal in en dat doen we ook.

Tussekat

Het is nu dat we merke dat de daage langer worde. Elleke dag een beetje meer licht komt erbij.
Wij koome ook meer in be-wee-ging, we sijn faaker aan het speele nau.
Foorige week fertelde ik deroofer dat Simon en ik nau faaker saame speele.
En dat Tiga de Tussekat is.
Daar kreege we ree-akzie op.
Een Tussekat, daar hadde se niet fan gehoort, wat is dat dan, een Tussekat.
Tiga wil fertelle wat het beteekent om een Tussekat te sijn.
Hier komt ie dan, me groote broer met se nog grootere leefeswerrek: Tigaaaa!

Tiga

Nâh, sit stil, lûistâh en hûivâght, dan fertelt ik jâhw wat of te dat een Tussekat of Tussekátâh is.
As die klène wèsneuze gaan speele dan speele se eâhst nog normaal maar op een gegeive mooment dan worde se OEÂH.

Chester en Tiga

En as se OEÂH worde dan mot ik oplette weeges dan kenne se mekaar de hagses intimmere.
En wè leefe hier niet op de straat, we sitte in een net Haags hûis dus je ken hier niet soomaar je broedâh se hagses intimmere.
Dat is niet egt aardâgh.
Ik geeft een foorbeilt:
As Lééjow agtâh een doos sit en Simon sit op de taafol naar hem te kèke om der boofenop te springe, dan gaat ik der tusse sitte.
Dan mot Simon eâhst langs mèn foordat ie Lééjow se kop klèner ken maake.
Simon weit dat as ik hem een mûilpeâh geeft dattie dan se weerolt in se agterûit siet en dat wil die niet dus hè kèk wil link ûit.
Lééjow ken ook boofeop Simon springe as Simon weer op de gront is gelant.
As Simon Lééjow niet siet en hij is doof dus hij ken niks hoore en Lééjow weet dat heel goet,
dan sgrik Simon sig de rattebakteeriejen en dat is grappeg maah het is auk sieleg dus dat ken Lééjow niet maake. Astie dat flik dan krégt ie een klap fan mèn.
Ik herrinert hem daar aan door alleeneg maar te kèke.
As ik kèk met de blik in me ooge die ik nog weit fan me KatteMoedâh fan froegâh dan stoppe se allemaal met wat of te datte se an het doen sèn.
En dat is perresies wat of te dat se motte doen.
Kappe der mee en nie seure en effe wat andâhs doen totdat je OEÂH een oeâhtje is geworde.

Chester

Chester was eerst Tussekátâh maah hè heb wat gedoe met se gesont.
Hè mot smorreges en saafonts se pil in se likwitsnek.
Hij foel se ége breekbaar en dan is tie niet seeker fan se èige.
Hè is nâh ligtâh fan se gewigt.

Chester en Simon

Se leefeswerrek krimp.
Loesje hept mèn feel geleâht oofer seeniejor sèn.
So kent ik me broedâh Chester in de gaate hâhwe.
Ik fint assie je so breekbaar foel dan mot je gewaun op de bank of in je mant lekkâh legge en rustâgh kèke hoe of te dat de jonges met mekaar aan het speele zèn.
Het ken naamelek gebeure dat se so OEÂH sèn dat se niks in de gaate hebbe en dat se sellefs mèn met me leefeswerrek niet hebbe gesien en dan knalle se boofe op mèn.
Dan geeft ik se een optáátâh so dat se de weerolt agterstefoore en onderstekop kenne sien en dan is dat lessie weâh geleâht.
Met mèn kenne se niet solle, ik staat so steeveg as een hûis.
Me leefeswerrek hâwt me op de gront.
Me baases is staabiel.
En me blik is auk doodelek, dat hellep wel mee.

Nâh weite jullie allemaal wat of te dat een Tussekat is.
As jullie het nie errâhg finde, ik gaat weâh ferder met kèke naar MasterSjef weeges ik mot inspieraazie opdoen foor de sâhs bè me roomege spaggettie met knapperege mûizeballetjes.
Toedeledookie en tot de follegende keâh!

Leo

Ajoooo Leootje hier!
Ik ben der weer!
Dit was Tiga met se ferhaal oofer waarom hij Tussekat is en wat dat dan is.
Ik moet eerlek segge, hij is streng maar wel rechtvaar-dig.
En hij kan egt heul boos kijke.
As je dat siet dan stop je egt heus waar meteen!
En as je een swiep om je oore krijg fan hem dan kijk je ineens heel de andere kant uit!

Simon

Dus we kijke wel uit, Simon en ik.

Wij wense alle tweefoeters een heele gesellege dag fan de koning se ferhaardag of te dat je nau naar buite gaat om je spulle ter ferkoope so as onse tweefoeters gaan doen of dat je nau foor de teelefiesie gaat sitte of dat je alleen een gebakkie eet en een gewoone dag maakt weeges gewoon is ook feileg dat moet je sellef weete.
Alles is goet en JOEDOEJOE.
Wat je ook doet, ik hoop dat het een mooie dag is.
En as jullie fraage hebbe oofer ons leefe laat het ons dan weete op Feestboek en Instáá of in de opmer-kingen onder dees blog.

OJAA PEE ES:
Ik hat fan boofe op de krappaal joeka-joeka-joeka-blurrek gedaan en het lag op de krappaal op drie ferdiepinge en ook op de fensterbank én teege het raam!
Fetkoelkikke he!! Ik ben der heel tros op!
Ik kreeg 10 punte foor me ooriesjienaalieteit fan Tiga, Chester én Simon!
De tweefoeters waare aan het foetere weeges sij fonde het niet so leuk.
Maar het is tog de bedoeling dat je een ooriesjieneele joeka-joeka-joeka blurrek doet weeges so op de kaale floer is saai en foorspelbaar weeges dat doet iedereen al..
JOEDOEJOE toch?? Dan mag ik MIEDOEMIE.

Tot de follegende keer maar weer!!!
Doei!!
Groetjes fan
Leootje, Tiga, Chester en Simon!

Oscar fraagt: Wie weet wat ik hep?

Haaaalo liefe frientjes, dit keer fin ik het moeiluk om iets te blogge, het ga naamelijk niet so heel goed met mij. Ik blijf haaperen in mijn gezond, ik weet nie waarom ik niet beeter wor. Fanmorgen hep ik de laatste pil van de antiebiejootie geslikt. Eggie waar heel trouw, en dit was de 3e kuur antiebiejootie, maar het hellupt nie. Als ekstra slik ik ook pretniezonpille, een paardemiddel zeg frouwtje… misschien dat het daarom niet werkt, want ik ben geen paard!

In mijn bek

Het gekke is eete doe ik wel, hep meega honger en maak ik ’s nachts frouwtje zels wakker voor eete. En als ik dan eete krijg ben ik daara rustig, dus honger hep ik eggie waar. Maar wat hep ik dan dat ik benauwd blijf in mijn neus en raare geluiden maak met mijn keel?
Soms doe ook een soort tandenknarsen als ik eet en wrijf ik met mijn poot oofer mijn rechterwang. Zou er aan de binnenkant van mijn bek iets zitten waar ik niet bij kan? Weete jullie het misschien wat ik hep? Frouwtje zeg het laat mij ook nie met rust Oscar. Op de aaipet staat zofeel informaazie ofer seeniejor katers die ziek zijn en nie beeter worde.

Groonies

Mijn grootste kwaal van mijn gezond is groonies nierfaalen. Die kunnen nie meer beeter worde, daar moet ik mee leere leefe zolang mijn niere in leefe blijven. Frouwtje leest op de aaipet waarvan ik nog meer ziek kan worde van mijn groonies nierfaale. Ze noemt het dan allemaal op: spuuge, maager worde, rugpijn, feel slaape, geen trekkies meer in eete, misseluk, drooge fagt, feel drinke en plassen. Maar dat hep ik eigenluk aallemaal nie zo, dat ga best nog wel hoor.
De dierendokter heeft mij 2 weeke geleeden nog op de weegschaal gezet en zei dat ik in gewigt was aangekoome. Ra ra wat hep ik dan waarom ik het benauwd hep in mijn keel en neus?? Frouwtje ging weer verder zoeke op de aaipet, zij wil het weete! Toen zei ze, Oscar hier staat als je groonies nierfaale hep dan kan je ook zweertjes in je bekkie krijge of in je keel, of kan het wangslijmvlies onstooke raake. Zou het daarom zijn dat jij met je poot aan je wang klauwt als jij eete doet?

Ik weet het ook niet, ik ben maar een ouwe seeniejorkater en ziek zijn van je gezond is gewoon ziek. Wij kaaters kunne daar verder ook niks aan doen, terwijl mensen maar blijve zoeke op die aaipet, of mij in het ergste gefal naar de dierendokter brengen. Ik ben daar nou 3 keer geweest en het hellup nie. De dierendokter is eg heel knap, maar hij weet het ook niet eg. We gaan nie meer verdere ondersoeke doen had hij gesegd, want dan moet ik onder narkooze en dat ga nie als oude seeniejorkater. Het rieziekoo is dan te groot dat ik dan regtstreeks naar Reegeboogland ga.

Hij seg, misschien is het een beginnende bult die gaat groeie in de bek of keel maar dat kunne we niet ondersoeke. Het eenige wat hij kan doen is bloed prikke als de pretniezonpille op zijn. Maar 1 ding weet ik wel, het is anders nou, en foel ik mij niet zo van mijn gezond zoals ik eerst was. En treene hellupt ook nie. Dit zijn geen leuke ferhaale he liefe frientjes, ik ga gewoon maar eefe slaape dan kom ik tot rust.

Hoop

Maar frouwtje kom nie tot rust en ik zie tussen de spleete van mijn ooge dat ze blijft zoeke op de aaipet. Van de week zei frouwtje, luister Oscar, we gooie het ofer een andere boeg, de dierendokter heeft zijn best gedaan eg waar. Ik hep foor jou een afspraak gemaakt in Amsterdam bij de hoomeopaatiese dierendokter van de natuur. Die heeft de oude Stokkie-Stefan ook nog kunne hellupe tot het laatste toe, dat et allemaal wat makkelukker ging. De natuurdokter kan jou niet van de groonoes nierfaale af hellupe, maar kan jou misschien ondersteuning geefe foor je keel en neus.
Als kaater begrijp ik niet altijd alles wat frouwtje zeg, maar haar stem klonk ineens hoopfol en opgewekt.

Reistas

Op een ochtend had ik het door hoor, ik ben nie gek. Het is nu al de 4e keer dat ik naar de dierendokter moet dacht ik. De reistas hing aan de kapstok, maar ik had het allang gezien. We gaan een lange reis maake met de oowtoo, helemaal naar Amsterdam Oscar zei ze. Kom maar even naar de gang, dan krijg je nog wat te eete foordat we fertrekke… met een rotgang werd ik in de reistas gestopt en hup die rits weer dicht. Mauwe doe ik nie meer hoor, ik weet dat heeft geen zin. Maar met hard krabbe aan het gaas van de reistas kan ik misschien ontsnppe. Het oer komt dan in mij op en je wil maar 1 ding, vluchten.
Daar ginge we met een noodgang oofer de weg, reegene dat het deed en haagele, tik tik tik op de ruite en het dak van de oowtoo en was er ook nog keiharde woei woei. Toen deed frouwtje remme op de snelweg. Potjandosie Oscar zei ze, als je moet remme en je nie ferder kan rije, heet dat fiele. Het duurde zo lang en moesten we heelemaal omrijden zei frouwtje, en hep ik uit ferfeling en frustraazie aan het gaas van de reistas zitte krabbe. Houw op, houw op, zei frouwtje iedere keer, maar het kon mij niks scheele en mijn foorpoote en neus staake al door het gaas heen.Eindelijk waren we in Amsterdam en heeft frouwtje de reistas dicht tegen haar eigen aangehouden totdat we bij de natuurdokter waren. Ontsnappen in Amsterdam zou het ergste zijn hoor Oscar zei frouwtje. Dan moet Doorie koome om je te zoeken!

Swaajding

Toen we bij de natuurdokter binne waare, ging ze met een soort swaajding foor mij swaaje en had ik een heele kist met kleine flesjes foor mij. Dat heet biejooreesonanzie en zo doe ik nou uitteste zei ze, wat er aan je scheelt Oscar. Moeiluk te begrijpe allemaal en ik dacht als we maar weer naar huis gaan. Ik kreeg allemaal flesjes met druppels mee van de natuur en die gaan mij hoop ik hellupe dat ik mij beeter ga foele. Kwaalieteit van leefe is nu belangerijk. En toen ginge we weer terug in met de oowtoo in de fiele met haagel en woei woei naar huis. Jullie begrijpe vast, dereistas hep ik gesloopt en kan ze weggooie.

Faase

Dat was een heeele lange reis en waren we allebij heel moe. Frouwtje zei, dit is het laatste wat ik foor je hep kunnen doen liefe jongen, en moeten we verder afwachten hoe het met je gaat.
Ik foel dat ik in de laatste faase van mijn leefe zit, maar niet getreurt hoor liefe frientjes. Je weet nooit wanneer je ga oofer die Reegeboogbrug ga. Het kan best nog wel een poosje duren of toch ineens… als het nie meer ga mag ik inslaape en terug naar mijn baasje die forig jaar ooverleede is, waar ik toen in huis was. Hij woont nameluk nu ook in Reegeboogland waar alle andere frientjes woone.
Ik eindig poosietief, no wurries liefe frientjes. Tot de folgende blog en ik hoop jullie te zien op de Stoelendandansfeest in de mooie tuin van Kever. En reuze bedank foor meedeleefe!

Dikke kopstoot en poot van Oscar