Nou, het kammen is dus anders dan het was. Eerst was het heel zachtjes, een soort aaien, en ik moest er toch aan wennen maar van binnen wist ik: dit is eigenlijk best fijn. Dat zachte. En ik kreeg er liefe woordjes bij en ook gewoon aaien.
Dus dat ging best goed.
Alleen toen werd het kammen seeriejeus.
Ondervacht
Ik moet eefe zeggen dat ik een dikke vacht heb. Ik bedoel de vacht die onder mijn vacht zit, dat heet de ondervacht. Daar heb ik korte haren maar wel feel en dik ook. Dus daar ferhaar ik nou alleen die haare die blijfen soms hangen in mijn vagt.
Eerlijk waar het lukte me niet alleen. Dan ging ik wassen en al die haare, nou, ik moest soms ofergeefe.
En toen kwam die kam in huis en toen liet ik me kammen.
Aan dat kammen ben ik nou een beetje gewend. Soms laat ik me ook oferdag kammen en op mijn andere zij.
Dieper
Maar toen feranderde het, gewoon op een afond. Ik lag ontspannen op mijn matje en toen foelde ik dat de kamp dieper ging naar mijn ondervacht.
Ik lag helemaal stil te foelen wat er nou weer gebeurde.
En ik stopte ook met knorren.
Spannend.
Schaar
Op een andere afond pakte mijn vrouw het schaartje en ze ging ermee in mijn vacht. Knerp! Knerp! ik hoorde en foelde het. Ze knipte de harde stukken weg. Nou dan blijf je vanzelf stil liggen zeker weete.
Erna ging ze aaien en ik foelde het: opeens kon ik weer over mijn heup geaaid worden, daar zit de artroosie en aaien is dan moeilijk en fijn tegelijk.
Gefoel
Bijna alle harde stukken zijn nou uit mijn vacht. En ik laat me nog steeds kammen. Als je een oudere kater aan het worden bent, dan moet je eerlijk zijn ofer wat je niet meer kunt. En nou mijn vacht weer bijna helemaal in orde is, en nou met het kammen, nou komt het vast helemaal goed met mijn vacht, dat is mijn gefoel.