Het chip-tuning waar ik in mijn vorige blog over meowde heeft heel wat stof doen opwaaien. Jullie klommen massaal in het toetsenbord met voorstellen om het tunen tot een nog groter succes te maken. Werkelijk waar, jullie bruisen van de ideeën! Een greep uit de suggesties:
- Een vliegmodus om sneller vogels en vliegen te vangen
- Snackjesregulator die ervoor zorgt dat je om de zoveel minuten iets lekkers krijgt
Blikopenerfunctie, buitengewoon praktisch als je eigen blikopener te laat is - Speciaal voor duo’s: tijdschakelaar, die regelt wie wanneer welke dienst heeft: slapen, spelen of controle
- Pinkelregelaar, vooral mevrouw Loes heeft hier bijzondere belangstelling voor, geen idee waarom
- Al jullie tips heb ik doorgestuurd naar de fabrikant. Hoe tof zou het zijn als Chip-tuning 2.0 snel uitgebracht kan worden. Er zit namelijk een aantal kittenziektes in de eerste versie waar ik heel graag van af wil.
Kitten
Optie 8 blijft namelijk hangen. Niks aan de poot zou je denken, want Japie klimt graag in bomen. Dat is helemaal waar. Alleen krijgen zowel mijn mens als ik em niet meer uit. Switchen naar een andere optie lukt ook niet. Wat Mo ook doet in de PAW-er App de klauterregulator staat in error. Het effect is dat ik nu zoveel energie verbruik dat de weegschaal op hol slaat. Het cijfer wordt steeds lager. Wat dat betreft is het ook nooit goed. Eerst was ik te zwaar en riep witjas dat ik lui èn dik was. Nu krabbelt diezelfde witjas achter de oren. Het weegding laat zien dat al mijn pretvet als sneeuw voor de zon verdwijnt, terwijl ik eet als een bouwvakker.
Mijn bezoek aan witjas is een heuse belevenis. In de auto zing ik uit volle borst, dan nog met borstharen. Mo is zo aardig om met mij een duet te vormen. Alleen jammer dat zij geen toon kan houden. Ik miauw nog dat het door de chip komt, maar daar heeft ze geen oren naar. Alleen een bloedonderzoekje, zegt Mo, dat is zo gepiept. Witjas beaamt dat. Beetje scheren, naald erin, bloed eruit, naald eruit, klaar. Dat is de theorie. Nu de praktijk.
Vergiet
Zonder pardon scheert een apparaat mijn volle borstrok aan gort. Daarna prikt een scherpe punt door mijn vel. Wat er uit komt, geen bloed. Nog een keer prikken, weer niks. Iets met een ader die wegrolt. De andere kant van mijn nek moet er aan geloven. Precies hetzelfde. Een eeuwigheid later nog steeds geen druppel. Een rondje lopen zou mijn rollende aderen kunnen kalmeren. Ik mag over een brede vensterbank paraderen, die bij ons thuis niet zou misstaan. Vanuit die etalage heb ik een magnifiek uitzicht over de straat. Er is veel belangstelling voor me. Mijn mens grapt dat er een bordje bij moet waarop staat dat ik niet te koop ben. Tegen de tijd dat het eindelijk lukt om een paar druppels van het rode vocht uit me te persen zijn we een uur verder en ben ik net een vergiet.
Er komt niks uit mijn bloed, zoals mensen dat noemen. Dat kon ik zo al miauwen. Het is de chip. Die is blijven hangen op optie 8.
Koppie van Japie