Categorie archieven: uit mijn leven

Toby gaat vandaag pootballen

pootballenWoef! Hooooooooi snorremansen en miauwers, er was goool in de reacties. Jaaaa pootball is kei leuk, woef! Vandaag ga ik verder pootballen. Maar dan met mijn eigen pootbal. Ik heb zelf ook ballen. Woef! Kom mee, dan laat ik ze zien. Links rechts links rechts, woef!

Pootbal

Thuis heb ik een rode mand. Het is geen slaapmand maar mijn speelgoed mand. Daar stop ik al mijn knuffels in en soms ook de muizen van de poezen woef. In mijn rode mand liggen ook ballen. Verschillende soorten en kleuren. Ik heb tennisballen, die zijn groen. Een voetbal, die heeft allemaal kleuren én een echte pootbal of neusbal en die is geel. Nou is het niet meer zo geel want ik gebruik hem heel vaak. Mijn pootbal heeft een geheim! Er zit een gat in en daar kunnen koekjes in. Maar ook snacks en andere lekkere dingen.

Hoe gebruik je hem? Woef, je gaat naar je bal, die pak je met je bek op. Dan ga je naar je mens. Woef, daar kijk je je mens even aan. Laat de bal even vallen. Ze zien dan dat je wilt spelen. Pak hem gauw weer op met je bek en ga dan naar de plek waar de koekjes zijn. Bij mij is dat de keuken. Daar heb ik al mijn koekjes liggen maar ook mijn snacks. De snacks zijn speciaal voor mijn tanden en die zijn super lekker.

pootballenSnoepen

Jaaaa op naar de keuken! Kom je ook. Neem je bal mee. In de keuken krijgen we lekkers. Oh en voordat ik het vergeet te blaffen, je kan hem maar één keer per dag gevuld krijgen. Geloof me, ik heb het heel vaak gewoefd!
Maar dan begint mijn mens meteen van ‘Toby, nee je bent een snoepkont’. Nou ja zeg! Woef! Kom dan gaan we hem laten vullen. Wat gaat er dan in? Koekjes! Jaaaa heel veel lekkere koekjes. Meestal krijg ik van de botkoekjes (die koekjes hebben de vorm van een bot) alle kleuren. Dat zijn er drie, bruin, wit en geel. Dan komen de kleine rondjes erin. Daar zijn er vier kleuren van. Rood, wit, groen en geel. Dat zijn al zeven koekjes! Woef, lekker voor in mijn buik. Daarna komt er een handje brokjes in. Dat is mijn gewone eten. En als laatste komt de snack voor mijn tanden er in. De aller lekkerste van alle snacks. Woef.

Neus ballen

Nu wordt de bal goed door elkaar gehusseld en dan begint het feest. De bal komt op de grond en dan ga ik pootballen of neus ballen. Bij deze bal mag je het zelf weten. Zelf vind ik neusbal iets beter dan pootbal omdat ik kan ruiken of de koekjes en snack er al bijna uit zijn. Wat ga je doen? Woef, je tikt met je neus of poot tegen de bal aan. Net zoals bij gewoon pootbal. De bal gaat rollen en als je het goed rolt, komen de koekjes eruit.
Nou denk je, dit is makkelijk. Ja dat klopt, het is ook makkelijk. Het duurt soms even voordat de koekjes of snack er goed voorliggen voordat ze uit de bal komen. Jaaa en dan ga ik nu een zet geven naar links, loop loop loop. Nog niks. Nu een zet naar rechts, loop loop loop. Snof snof. Bijna! Ik ruik de koekjes.

Ik ga door

Er zitten lekkere koekjes in de bal en ik wil ze allemaal. Dan duw ik nog een keertje met mijn neus en jaaaa daar komen ze! De koekjes rollen uit de bal. Met een paar brokken erbij. Die eet ik straks wel op. Ik wil eerst de koekjes en vooral de snack als eerste. De kleine rondje koekjes komen als eerste eruit. De gele en de rode. Woef, zo lekker.
Nu ga ik door.
pootballenIk duw nog een keer en de bal gaat rollen. Jaaaa, weer koekjes! Het zijn de botkoekjes, alle drie ineens. Oooo jammie. Dat is lekker in mijn bek. Kraak kraak, en smak! Waar zit de snack nou toch? En de andere twee koekjes? Ik geef de bal weer een zet en hij gaat weer rollen. Hij rolt helemaal door de kamer heen, naar de voorraam. Daar stopt hij omdat het niet verder kan. Met mijn poot pootbal ik hem in zijn achteruit en laat hem de kamer weer in rollen.
En dan, dan komen de koekjes wit en groen te voorschijn maar ook de snack! Eerst gauw de koekjes op eten woef! Dan de overheerlijke snack. Jammie! Meestal ga ik met de snack op de bank liggen. Daar kauw ik het op mijn gemak op. Dan kan ik echt genieten van een heerlijke snack. En als allerlaatste, de brokjes. Die moet ik ook nog op eten.

Woef, wat is dit genieten. Lekker hè zo’n snack bal. Ik hoop dat jullie ook genieten! Tot het volgende avontuur!

Japie vertelt verder: aan de fles

aan de flesMijn opleiding van bang verweesd kitten tot stoer huiskatertje met een familie is afgetrapt met een belangrijke les: Tante Cato gaat altijd voor. Mijn grote broer beaamt het. De wil van zijn nukkige moeder is wet. Daarom gaan we gauw verder met vervolglessen.

Niet voor de poes

Foppe miauwt uit ervaring. Al is tante Cato zijn moeder ook voor hem is ze heel streng. Het aantal optaters dat hij van haar heeft gekregen is niet op acht kattenpootjes te tellen. Zijn katvies is om haar zo veel mogelijk te negeren en er met een grote boog om heen te lopen. Dan heb je het minste last van haar. Na een paar pijnlijke pogingen om toch aardig gevonden te worden dringt het pas echt goed in mijn kittenbrein door dat tante Cato niet voor de poes is. Een gewaarschuwd katertje telt voor twee. Leuker zijn de lessen van mijn grote broer. Netjes zitten en iets krijgen. Ik ben een snelle leerling. De finesse van het bietsen van iets lekkers verfijn ik tot in de puntjes van mijn krullende snorharen. Foppe lift mee op mijn succes.

aan de flesDief

Dat ik heb honger heb als een leeuw wordt rap duidelijk. Ondanks mijn bolle buik ben ik een scharminkel. Om groot en sterk te worden schotelt Mo gezonde brokken voor en op zijn tijd een bakje met vlees. Altijd wil ik meer. Mijn buik blijft rammelen. Zodra ik wakker ben, ga ik op strooptocht. Ieder moment van de dag ben ik op zoek naar eten. Ik ontdek dat het achter deuren zit. Of hoog staat. Ik lach erom. In mum van tijd weet ik hoe ik kasten open krijg en hoe ik op het aanrecht moet komen. Daar jat ik alles bij elkaar. Mijn porties worden verdubbeld en nog is het niet genoeg.

Speen

Mijn wanhopige drang om te eten gaat van kwaad tot erger. Ik eet alles wat los en vast zit. Zelfs de vingers van mijn mens. Ook sabbel ik graag op haar spijkerbroek, waarbij ik mijn voorpoten ritmisch in haar bovenbenen druk. Het is overduidelijk dat ik veel te vroeg van aan de flesmijn mama ben gescheiden en nog altijd een zuigbehoefte heb. Bij gebrek aan moederlijke types in ons huishouden, mag ik lurken aan een fles vol warme (surrogaat) kittenmelk. Dat gaat er gretig in. Voor het eerst in lange tijd val ik met een volle buik tevreden in slaap. De oplossing voor mijn onverzadigbare honger lijkt onder pootbereik. Tot het moment dat ik niet alleen de fles leeg slurp, maar ook een deel van de speen opvreet. Het bezoek aan witjas laat mijn nekharen recht omhoog staan. Over dat stukkie speen kan hij kort zijn. Die poep ik vanzelf wel uit. Maar hij is streng en zet me op rantsoen! De weegschaal slaat door naar een gevaarlijk hoog cijfer. Ziekelijke vraatzucht is zijn conclusie. De brokken gaan op de bon en de flesjes melk moeten stoppen. Als ik dat hoor, begin ik te schreeuwen als een speenvarken.

Koppie van Japie

Waarom ik een graver ben en geen jager

jagerHet is dus zo dat ik de laatste tijd meer speel. Dat komt door mijn nieuwe brokjes die moet ik van de dokter eete wegens de artroosie. En nou heb ik elke dag ook een meediesijn-snek. Het heeft mijn leefe anders gemaakt en anders daarmee bedoel ik beter.
Wat ik zeg, ik speel veel meer.

Jagen

Toen ik nog een jongere katerman was, toen deed ik jagen. Achter een propje papier rennen, de hele kamer door en weer terug. En dan het propje verscheuren. Vond ik het leukste dat ik kende.
Rennen! Jagen! Oer in mijn poote!

Graven

Maar ja dat was toen.
Nou ben ik seeniejor, wegens dat ik vijftien jaar ben. Mijn vrouw heeft gezegd dat de dokter zei dat ik een oude kater ben maar het is niet zo, ik ben in de kragt van mijn leefe.
Alleen het is wel zo dat ik geen jager meer ben.
Wel een graver.

Nou ik de soundmous heb is dat mijn liefste speelgoed. Ik wil er elke dag saame mee spelen en soms begin ik vast dan zit mijn vrouw nog aan haar werktafel maar als ik de muis PIEP laat doen dan weet ze: Bert moet speele. Dat doe je saame dus zij moet komen en dat doet ze dan ook.

PIEP

Met een muis aan een hengel kun je veel, en zo heb ik ontdekt dat ik een graver ben geworden. De muis moet diep onder het kraakpapier. Dan beetje bewegen.
KRAAK.
PIEP.
Ik kijk, want je moet als katerman je moment kiezen.
KRAAK. KRAAK.
PIEHIEP.

BAM

En dan ik: BAM.
EROP.
Ik pak de muis met mijn tanden, met mijn poote, ik schud ermee PIEP PIEP en als iedereen weet dat ik gewonnen heb dan laat ik los en wacht ik af.
De muis loopt dan weer weg. Naar achter de gordijnen. Of naar onder het kraakpapier. Ik zit te kijken en ik weet: straks doe ik weer BAM. Dan graaf ik de muis helemaal op en dan heb ik weer gewonnen.
Maar jagen, dat rennen, dat laat ik nou ofer aan de jongere katermannen en poezen. Ik ben een graver dat is gewoon zo.

Waarom draden trekken mijn nieuwe hobbie is

draden trekkenOp een dag lag er een knot wol op het tapijt. Die was voor mij want iedereen weet wat op het tapijt ligt dat heb je dan eerlijk gefonden. Dus ik hapte in de wol. “Bertje!” riep mijn vrouw. Ik dacht wat nou weer.

Mini-knot

Ik moest de knot wol afgeven, wegens dat het per ongeluk op het tapijt lag. Maar eerlijk is eerlijk ik kreeg er iets voor terug. Van die knot maakte mijn vrouw een mini-knot helemaal spesjaal voor mij. “Kijk eens of je er iets mee kunt,” zei ze. Dus ik kijken.

Toen ik aan de wol rook, werd er iets in mij wakker. Iets dat oer was en toch niet van ik moet rennen of scheuren. Een ander oer.
En ik wist meteen wat ik met de wol moest doen.
Draden eruit trekken.
Een voor een.
Ik begon meteen.

Spannend

Het is stevig werk je krijgt soms een raar gefoel van stof in je bek maar het gefoel van oer zorgt dan dat je gewoon doorgaat.
Draden trekken is leuk. Het gefoel is spannend, je trekt aan de draad die gaat eruit die wordt lang en je foelt ik ben sterk ik kan wat.
Dan weer de folgende draad.

Hobbie

Ik had alle draden snel af. Toen kreeg ik van thuis een nieuwe knot en daar heb ik ook draden uit getrokken wegens het nieuwe gefoel van oer dat wilde ik steeds foelen.
En ik wist: dit is mijn nieuwe hobbie.

(tekst gaat door onder video)

Mijn andere hobbie is met de krant scheuren. Thuis heb ik altijd krant liggen helemaal alleen voor mij. Het is iets dat ik alleen doe, dat is een echte hobbie.
Spelen doe ik altijd saame, dat is anders dan een hobbie.

Op de foto is mijn werk te zien, het is van ervoor en erna. Ik wist niet dat ik het kon voordat ik het kon dus nou heb ik ook geleerd het leefe kan opeens een hobbie brengen, dat je het zomaar ontdekt bedoel ik.

Japie over: met meer maten meten

maten metenWeten jullie nog hoe ik doodsbang verstopt zat onder het vest van mijn nieuwe mens? De warmte van haar lijf en hartslag maakten dat ik me steeds rustiger voelde. Toen de rits een stukje naar beneden ging en ik mijn kop naar buiten wurmde, wachtte daar een grote verrassing: mijn zwarte furriend uit de tuin.

Foppe

Samen eten

Zodra ik die zwarte kat in mijn vizier krijg, kijk ik eens wat beter om me heen. Deze kamer is veel groter dan waar ik slaap. Snel scan ik de ruimte. Een meubel waar ik onder kan kruipen, links van me. Eentje waar ik hoog en droog kan zitten aan de andere kant. Hoe beter ik kijk, hoe meer verstopplekjes ik zie. Die zijn goed om achter de poot te hebben. Je weet maar nooit of je ze nodig hebt. Het mens knikt me bemoedigend toe. ‘Durf je het aan? Ga maar, Japie. Je bent hier veilig.’ Dat laat ik me geen twee keer miauwen. Met mijn voorpoten klauw ik de rest van de rits naar beneden en met een hink, stap, spring ik van de bank op de grond.
Die zwarte blijft rustig op zijn stoel liggen. Vanuit mijn ooghoek zie ik een grijs met witte soortgenoot die me onderzoekend aankijkt. Straks. Eerst die zwarte, die me op het spoor heeft gebracht van dit huishouden. Ik dender zijn richting op en tetter: ‘Ken je me nog? Ik ben nu geen Kleintje meer, maar heet Japie. En jij?!’ De zwarte rekt zich uit, spert zijn kaken wijd open (is dat om mij te imponeren?) en meowt geeuwend terug: ‘Aangenaam. Foppe is de naam. En daar in die mand ligt mijn moeder.’

Tante Cato

Met een sprintje ga ik haar kant op, zet mijn voorpoten op de stoel en heb gelijk een pets te pakken. Auw! Die had ik niet zien aankomen. Ik dacht dat ze me net als Foppe aardig zou vinden. ‘Dat zijn geen manieren, jongeman! Je hebt nog een hoop te leren.’ Het groen van haar ogen verandert in vlammend geel. ‘Volgende keer slijp ik eerst mijn stiletto’s als je je zo onbehouwen gedraagt. En nu maken dat je weg komt.’ Voor ze zich nuffig omdraait, hoor ik haar nog net sissen: ‘Voor jou is het Tante Cato.’

Les

Foppe komt mijn kant op. Ik denk aan de pijnlijke plek die ik zojuist heb opgelopen èn aan de puntige hoektanden die Foppe showde en weet even niet zo goed wat te doen. Zijn oren staan ontspannen omhoog en zijn ogen kijken vriendelijk. Denk ik. Want eerlijk gemiauwd heb ik geen flauw idee hoe het werkt in de kattenwereld. ‘Laat haar maar. Mijn moeder is best oké, maar een tikkie chagrijnig. Als ze je beter kent en jij je aan haar regels houdt, is ze wel te pruimen. Kom, ik zal je wegwijs maken. Net zoals Oom Sjaak mij bij de poot nam, toen ik nog een klein Foppetje was.’
Ik ben in tweestrijd. Al lijkt Foppe me wel oké, die tante Cato is niet voor de poes. Ik denk terug aan mijn tijd buiten. De stekels vond ik in het begin ook eng. Maar Kraaloog bleek een toffe egel die het beste met me voor had. ‘Dat is fijn,’ meow ik, ‘zullen we beginnen met een hapje? Ik rammel.’ Een purrrfect idee, aldus mijn kersverse grote broer.

Dat is raar

Ik zie Tante Cato

Foppe gaat voor zijn èn nu ook mijn mens zitten. Zijn pootjes keurig naast elkaar, staart om hem gevouwen. ‘Zo doe je dat, Kleintje, eh Japie. Eerst netjes zitjes en je koppie een beetje scheef. Daar is Mo gevoelig voor.’ Goed kijk ik hoe hij zit en aap hem na. ‘Keurig. Om haar echt om je poten te winden laat je je allerliefste smoelwerk zien.’ In mijn buik kriebelt het. Zou dit werken? Warempel. Mo staat op en komt terug met een groot roze blik. Kipsnackies staat er in koeienletters op. Mijn bek wordt nat en kwijl sijpelt langs mijn kin. Wat er dan gebeurt, gaat mijn kittenbrein te boven. Tante Cato die humeurig in haar mand ligt, krijgt als eerste! Waarom hoeft zij niet mooi te zitten? Mijn eerste les leer ik hier ter plekke. In dit huis wordt met meer maten gemeten.

Koppie van Japie