Categorie archieven: uit mijn leven

Bibi en Filos: over ver weg en toch dichtbij

Bibi en FilosBibi: Mag ik eerst?
Filos: of mag ik eerst?
Of nee, laten we het samen vertellen

Kom, poot in poot gaan we samen over de drempel van de blog en we roepen heel hard naar iedereen: Kaalieméera!!!
Dat is een meow uit ons eigen land en het betekent goedendag. Het is Grieks. Wij zijn heuse Griekse katten-poezels, van het eiland Lesbos.
Bibi: ik ben een meisjes-poes.
Filos: ik ben een kater-jongen.

(tekst gaat verder onder video)

De opvang

Ieniemienie klein, nog maar een paar dagen oud waren we toen we in de vuilnisbak lagen. Geen mama in de buurt. Een paar zachte handen tilden ons eruit. Handen van een foster mevrouw. Ze nam ons mee naar huis. Daar kregen we lekker te drinken en een zacht warm plekje om in slaap te snuggelen. Met elke paar uur slurpen aan een flesje lauwe kittenmelk. We werden vertroeteld en voelden ons warm en veilig.
Na een paar weken ontdekten we dat we samen met andere poezenvriendjes in een opvanghuis woonden. We mochten er blijven tot we wat groter gegroeid zouden zijn. En dan naar een eigen thuis met eigen mensen personeel. In Griekenland wonen de mensen liever niet met poezen in huis. Ons nieuwe thuis zou dus ergens anders op de wereld moeten zijn. Bijvoorbeeld in Nederland.
Dat wordt zoals wij Grieken zeggen, zoeken naar een vlo tussen het stro.
Wij wilden helpen met zoeken, want hee vlooien daar hebben wij poezen wel verstand van, toch? Samen met de mensen van de opvang maakten we een advertentie.

In het hart

Twee lieve jonge katten, broer en zus, speels, aaibaar en ondernemend zoeken een huis met mandje, liefde en lekker eten. U krijgt er 1001 kopjes en knuffeltjes en veel poezenplezier bij cadeau.

Bibi en Filos
hier zaten we nog in de opvang

Dan met een lief filmpje en foto’s en hop het internet op.
Zij, die nu ons Maria-mens is, zag dat filmpje. Ze vond ons meteen lief. We sprongen gewoon in haar hart zou je kunnen zeggen. Mooi zitten blijven in dat hart en er nooit meer uitspringen Bieb, zei Filos nog, dan komt het vast helemaal goed.
Zo hebben we elkaar gevonden, wij Bibi en Filos op Lesbos en zij Maria-mens in Nederland. Hoeveel poezen-staarten reizen zou dat zijn?
Ver weg kan echt dichtbij worden. Daarover zullen we de volgende keer vertellen.

psssst nog even dit….. lieve mijnheer Bram de katermans, dit is/was uw plekje en nu mogen wij hier onze letters schrijven. We sturen u en uw vrouw sterkte pootjes en zachte neusjes. Bibi en Filos

Wat er was en is met mijn gezond

mijn gezond“Vertel het aan je vrienden Bertje,” zei mijn vrouw, en Loesje meelde van ik steun jou Bert, dus nou komt mijn ferhaal over wat er was en is met mijn gezond.

Ik ben er gewoon hoor dus dit is geen grieselig ferhaal en iedereen kan gerust ferder lezen, dat wil ik er eerst bij zeggen.

Telefoneren

Het was dus zo dat ik op een ochtend dacht ik lig waar ik lig en ik blijf gewoon liggen. Ook al wegens toen ik anders wilde gaan liggen het moeilijk ging, het lukte haast niet, mijn poote deden nee. En als ik dan van ja deed dan had ik pijn. Dus ik deed weinig.
Nou mijn vrouw zag het meteen.
Ze keek heel intens naar me dat ik wist ze denkt aan de dokter.
En ja hoor ze ging telefoneren over mij. Alsdat ik zo zwak en raar deed en niet goed op mijn poote stond en wat het kon zijn. Hele ferhalen over wat ik deed en had gedaan en nou niet, echt mijn preifussie was niks waard. Ik dacht meteen deze jongen gaat niet in een auto naar de dokter want ik blijf hier.

En toen kwam het. Artroosie.
Ik moest andere brokjes.
Ik moest meedisijn.
En mijn vrouw zei: je hebt nu ook langere knuffels nodig Bert, en daar was ik het meteen mee eens.

Beter

Toen ik de tweede dag mijn snek-plus op had, kon ik opeens weer meer.  En toen het nacht werd, ging ik naar boven en KABOEM sprong ik op het bed, mijn vrouw werd wakker en ik kreeg knuffels en ik moest keihard spinnen omdat we weer samen waren in de nacht, het kon weer, en zij was ook blij.

Dus nou foel ik me beter. De brokjes zijn gewoon, niet lekker en niet fies. De meedisijn zit in een snek en ik kan het best eete en erna krijg ik compliementen.
Het gaat niet weg, zei mijn vrouw, eerlijk is eerlijk, maar folgens mij kan ik best leefe met artroosie.

Opmerking mevrouw Bert
Bert eet nu Hill’s Prescription Diet Feline K/D +Mobility Kattenvoer met Kip, het ondersteunt ook de nierfunctie.
Ik heb Seraquin als aanvulling aangeboden, maar dat lustte hij (nog) niet.
De pijnstiller Onsior is wegens Brexit slecht tot niet leverbaar, nu krijgt hij Novacam, een week volgens dokters voorschrift.

Japie en: Van bloK naar bloG

Japie Wauw miauw, wat een hoop leuke en lieve reacties op mijn eerste furhaal. Ik ben er helemaal stil van. Terwijl mijn snorharen glimmen van trots zie ik mijn mens wit wegtrekken. Zweetdruppeltjes parelen op haar voorhoofd.

‘Wat is er aan de poot, Mo?’, miauw ik haar. ‘Het is toch hartstikke leuk dat iedereen zo enthousiast is?!’ Ze mompelt iets over een schrijversblok. Ik snap er helemaal niks van. We gebruiken helemaal geen blok om mijn furhaal op te schrijven. De letters komen uit een toetsenbord. ‘Wat bedoel je precies met een schijfblok?’, vraag ik. ‘Dat is dat je niet kunt schrijven, Japie, dat alles in je hoofd blokkeert, zodra je wilt gaan schrijven.’

JapieWaargebeurd

Ik vind het klinkklare onzin en laat dat in duidelijke miauws aan haar weten. ‘Het is mìjn blog! En ik heb geen last van een blok. Ik ben juist de frisse wind die je nodig hebt om al die spinnenwebben uit je hoofd te blazen. Kom op, we gaan aan de slag! Waar zullen we starten? Met waar ik vandaan kom? Of over mijn hobby’s? Wie mijn familie is, wie mijn furriendjes zijn? Genoeg om over te furtellen. Zowiezo wil ik iedereen dank je wel meowen, omdat ze zo uitbundig zijn over mijn debuut.’ Onder de indruk van mijn betoog drukt ze het knopje van de computer in. Ik weet dat ik gewonnen heb. ‘We beginnen met een sprookje,’ miauw ik, ‘een waargebeurd sprookje. Natuurlijk eentje met een blij einde.’ Zodra het scherm licht geeft, zegt ze zachtjes: ‘Dat lijkt me een goed idee, Japie. Begin jij maar met vertellen, dan typ ik de letters.’

Er was eens

Er was eens een klein katertje. Moederziel alleen zwierf hij onder bosjes waar gemene stekels in zijn vacht prikten. Zijn lange haren waren nat en zaten vol modderige klitten. Zijn korte pootjes deden zeer van het lopen. Al dagen zocht hij naar zijn moeder. En naar zijn broertjes en zusjes. Waar waren ze toch gebleven? Achter welke boom hij ook keek, nergens een glimp van zijn familie. Hij stak zijn snotterige neusje in de wind om een vleugje van hun vertrouwde geur op te vangen. Tevergeefs. In een droog hoekje vond hij een stapel knisperende blaadjes. Daar krulde hij zich op, om heel even te rusten. Als hij sliep, voelde hij zijn pijnlijke buik niet. Die was leeg, want tijdens zijn zoektocht was hij nergens brokjes tegen gekomen. Of sappige stukjes vlees. Ook geen warme melk van zijn mama om z’n hongerige maag te vullen.
Tijdens zijn hazenslaapje voelde hij een spitse snuit in zijn smoezelige vacht porren.
‘Hij jij daar, je ligt in mijn bed’, tetterde iemand in zijn oor. Verschrikt vloog het katertje overeind en keek om zich heen. Twee glanzende kraaloogjes keken hem priemend aan. ‘Wie ben jij? Wat doe jij in mijn slaapkamer?’, wilde Kraaloog weten. Het katje dook in elkaar, bang om weggestuurd te worden, net nu hij een fijn plekje had gevonden. Stamelend vertelde hij dat hij helemaal alleen was, honger had als een paard en koude rillingen voelde. Terwijl hij zijn vermoeide lijfje overeind hees en zich honderdduizend maal verontschuldigde, biggelden tranen over zijn ingevallen wangen. Kraaloog bekeek hem wat beter, prikte hier en daar tegen zijn magere botten en zei toen: ‘Stil maar, Kleintje, ik bedoel het niet zo slecht. Volgens mij kun jij wel een beetje hulp gebruiken. Kom, dan stel ik je voor aan mijn stekelige vrienden.’

JapieWordt vervolgd

Verwoed knipper ik met mijn oogleden. Stiekem doet het me wel wat, het relaas van dat kleine katertje, al weet ik dat het goed eindigt. Ook ben ik moe van het vertellen. Hoewel ik er tegen vecht, vallen mijn ogen steeds weer dicht. Het toetsenbord stopt met rammelen. Menslief kijkt me vragend aan. ‘Hoe gaat het verder, Japie? Jouw lezers willen wel weten hoe dit afloopt.’ ‘Het is genoeg voor nu, Mo. Zal ik dat volgende keer miauwen?’

Koppie van Japie

Hoe het moeilijke opeens poositief werd

poositief Die ochtend keek mijn vrouw me anders dan anders aan, ze friemelde achter mijn oor, ik wist meteen dat er iets was, en toen zei ze: “Bertje, ik moet vandaag weg, zul je flink zijn nou je alleen bent?”

Flink zijn

Nou toen had ik helemaal geen zin in flink zijn. Echt waar niet. Dat moet alleen als er iets gebeurt dat je niet wil of dat je moeilijk findt en waarvan je denkt ik hoef het niet.
Alleen zijn daar hou ik niet van.
Daarfoor ben ik geen huisdier geworden.
Dat was voor het samen zijn.

Wat ik doe

Als ik alleen ben, dan doe ik mijn dingen, en dat kan ik ook wel daar gaat het niet om. Ik zit in de vensterbank en ik controleer of alles in orde is in de straat. Of ik doe een dutje net waar ik zin heb om te liggen. Met de krant scheur ik haast nooit als ik alleen ben, er moet toch iemand zijn die dat ziet en er een compliement ofer geeft, dat hoort erbij, waarom weet ik ook niet.

Soms gaat mijn vrouw een hele dag weg. Heel soms hoor. Dan zegt ze dan pas als het ochtend is maar ik merk het al de dag ervoor, dan is ze druk. Ja, Bertje is niet gek, ik snap dat soort dingen.
Een hele dag alleen is heel lang.
De straat is stil.
Met slapen ben ik klaar.
Dan ga ik meestal in de vensterbank zitten kijken of ze al terug komt.
Iets anders weet ik dan niet meer.

Gefriemel

Dus nou was ik alleen die ochtend. Ik zat op het tapijt en ik dacht waar zal ik beginnen en toen helemaal opeens hoorde ik beneden gefriemel met de sleutel.
“Ik ben er weer Bert,” zei mijn vrouw.
Dat had ik al gezien.
Ze zei iets over treinen en dat de dag anders ging en toen ging ik vast liggen en ja hoor, ze kwam erbij en ik kreeg zachte kriebels op mijn buik, en toen was ik samen en helemaal ontspannen. Dus zo was het. Uit iets moeilijks kwam opeens iets poositiefs, dat had ik niet verwacht en toch gebeurde het.

Loesje vertelt over assie Saame deel…

Saame Lieve allemaal hier ben ik weer want deze dag is Loesjesdag. Dank u wel dattie allemaal zofeel betrokke ben alteit. Nie alleen met mij eigen maar u leef mee met iedereen van onse blog en onse vriendjes.

Wat ik weet

Van mij eigen vin ik het belangrijk dat zoies ook gezeg wor daarom begin mij letters deze week met mij kompliement foor u en ik zeg ook dank wel. Van mij hart weet ik, iedereen foel troos assie het Saame doe. Assie ferdriet heb moet jij jou eigen nie alleen foele. Dan geef letters troos in jou hart. Leefe is nu moeiluk met ruusie en kriesis maar Saame ben jij sterk. Dattie Saame ofer dinge naadenk en jij praat erofer. Dan kan jij deele en assie jou smart deel ben jij goed beesig. Mij vrouw zeg dat deze spreekletter anners is maar selluf vin ik dattie in jou tijd van kriesis wel jou eigen spreekletter mag maake.

Deele

Door onse blog en onse Feesboek deel wij heel feel dinge van onse leefe. Wij leef met elkaar mee en wij steun elkaar. Mij vrouw zeg wij heb nu zofeel kriesis in onse land, zoies kan jij niemeer alleen. Jij heb elkaar noodig foor begrip en troos. Selluf heb ik nie zofeel saameferstand van kriesis, als seeniejorpoes kan jij nie alles bijhouwe. Maar mij buikmaatje Bolle heb mij eigen alles geleerd van Saame. Hij was erfaringdeskunnig van Saame. Hij zeg Loes, assie kriesis heb of jij heb ruusie dan moet jij dinge Saame oplosse. En zo is het wel in onse leefe. Jij kannie jou heele leefe kibbeldinge eete, er kom een dag en dan moet jij jou kibbelding begraafe. Dattie jou punt zet agter jou gedoe want jij heb er niks nie aan. Iedereen van onse blog tetter al heel feel lang foor onse Vreede. Onse vriendje Kever speel sellufs ze spieraal. Hij trek zofeel hard aan ze spieraal dat ze mense denk, breng Vreede alstoeblief! Maar onse geduld wor op ze proef gesteld en dan ben jij blij assie zoies Saame kan deele.

Preifussie

Assie Saame deel heb jij allemaal jou eigen stukje. Jij hoef nie alles alleen op jou rug te sjouwe. Mij vrouw zeg, nou Loes jij heb erop gestuudeer. Maar soms weet jij dinge. Van mij eigen ben ik al zofeel lang bij onse blog dat jij dinge zie en jij denk er ook ofer naa. Selluf vin ik deele soms moeiluk dat moet ik wel toegeefe van mij eigen. Assie bijfoorbeeld net jou makkareel zit te eete en jou broer Oopa Floris steek ze kop in jou bak. Maar assie saameegowissies ben kom jij nerges nie. En ik leef wel met mij Zusje, mij broer én onse vrouw in mij huis.
Tog weet ik van mij eigen wel heel feel seeker. Mij verkering ga ik nooit nie deele. Mij Bert deel ik met iedereen van onse blog en al onse vriendjes. Maar onse verkering deel wij met elkaar. Anners krijgie jou soete infal en dat moet jij niemeer wille op onse leeftijd. Onse verkering is moodern weeges dat wij heel feel diegietaal doe. Maar jij moet in jou verkering ook dinge foor jou eigen houwe. Jij hoef nie alles op jou blog te gooie, jou preifussie hoef jij nie te deele. Wij sta oope in onse leefe, maar dan hoefie nog nie jou oope verkering te hebbe. Dat is mij eigen meening en die wil ik wel met u deele. Het is mij vrijzijn van mij eigen meening uitte. Als poes hebbie daar ook jou regt op.

Leefe viere

Saame deele als leefe moeiluk is vin ik belangrijk. Mij Bert zeg Loes onse blog breng ons Saame en wij deel ook onse erfaring. Offie nou jeug van teegeswoordig ben of jij ben seeniejor,  jij wor wijs in jou hart assie dinge van jou leefe deel. Wij heb al heel feel meegemaak en Saame ferdriet gehad. Maar selluf ben ik zofeel trots dat u allemaal mee ga doen met onse Hoedjessjoow. Als Moeder van alle Sterre weet ik, soms deel jij ferdriet met jou traan maar jou lach is nooit ver weg.
saameEn mij meening is, jij mag ook leefe viere. Jij los jou ruusie en jou kriesis er nie mee op maar onse hart wor sterk door Saame. Dank wel dat u met een kleine gebaar van u hart Saame sterker maak. Soms moet jij zoies tog eefe zegge want assie jou kleine gebaar nie eer, kom jou garnaaale uit Fooledam nimmer weer.

Dank u wel,

Loesje