Ik woon in een tweepersoonshuishouden. De ene persoon is mijn vrouw en de andere persoon ben ik. Dus ik ben de enige kat hier. Is dat zielig? Sommige mensen denken van wel.
Toen ik nog in het asiel zat, vond ik niet zo veel aan andere katten. Als we op de binnenplaats waren, keek ik een keertje. Meer niet. Spelen of vechten of wat dan ook hoefde voor mij niet. Ik had ook veel aan mijn kop, want door alle toestanden van het straatleven was ik nogal onzeker geraakt. Op mezelf. En gevoelig al zou je dat niet zeggen als je me ziet. Ik weet dat ik stoer en mannelijk oog.
Mijn vrouw mocht me alleen meenemen omdat ze een rustig huis heeft waar nooit iets gebeurt. Als ze niest, schrik ik al. Als ik miauw, schrikt zij soms ook. Ze zit meestal te lezen of te schrijven.
Dus je zou kunnen zeggen, nu kan er een poes bij. Maar ik wil dat niet. Ik ben zo’n kater die weet dat hij in zijn eentje het beste af is. Dan kan ik alles beter overzien. Komt er iemand bij, dan zou ik de hele tijd zenuwachtig zijn. Zoals het nu is, moet het blijven.
Het gaat dus om de wensen en mogelijkheden van de kat. Er zijn katten die door omstandigheden het liefste alleen zijn. Dan moet u niet gaan zitten dwingen omdat u meer katten zo leuk vindt. Ga dan maar op het internet plaatjes ervan kijken en thuis is gewoon thuis. Er zijn ook katten die altijd samen zijn geweest en die opeens alleen komen te staan. Dan moet u met heel veel overleg en goed nadenken een kat erbij kiezen en heel erg lang doen over aan elkaar laten wennen. Een maand minimaal.
Ik vind dit het belangrijkste: dat u het verschil weet tussen wat u leuk vindt en wat uw kat nodig heeft. Dat wilde ik even zeggen.