Japie: hoe ik me in de nesten werk

‘Jeetje, Japie, wat heb jij uitgespookt?! Ga je maar gauw opfrissen.’ Balen dat Mo me heeft zien binnenkomen. Ik deed nog zo mijn best om op kousenpoten door het kattenluik te gaan. Tevergeefs. De klik van het slot heeft me verraden. En dat terwijl het allemaal haar eigen schuld is. Zo begon het:

Terug naar huis

‘Kom eens jongens, ik wil jullie wat leuks vertellen.’ Foppe en tante Cato lijken het enthousiasme van Mo niet te delen. Ze blijven liggen waar ze liggen. Aarzelend kom ik dichterbij. Ik vind het onbeleefd om niet te luisteren en ben stiekem wel meowsgierig. Opgewonden gaat ons mens verder. ‘Je vriend komt terug, Japie.’ Ik heb geen idee wie ze bedoelt. Al mijn vrienden zijn er toch gewoon?! Hier op de blog, buiten in de buurt en op Beestboek. Zodra ze begint over onze laatste tikkie-actie weet ik het weer. Het gaat om een van de Stekels. Die ene die toen zo aan het hoesten was. Stekel is hersteld van een pittige longontsteking, heeft weer vet op de botten en is klaar om op vrijerspoten te gaan. Tijd om het restaurant en het liefdesnestje op orde te maken.

Opfrisbeurt

Mo legt een fris tafellaken neer, trekt een zak verse brokken open en vult de voerbak tot aan de rand. Ook de liefde van de egel gaat immers door de maag. Daarna verschoont ze de bedden. In ieder rommelig hoekje in de tuin staat een huisje, zodat Stekel kan kiezen. Tevreden gaat ze terug naar binnen. Nu begint het echte werk, want ik weet dat ze één plek is vergeten. Om geen slapende egels wakker te maken, heb ik nooit gemiauwd dat ik ze ook wel eens onder een enorme stapel blaadjes heb zien schooieren. Door de aanhoudende regen is de ooit knisperende berg geslonken tot een miezerig hoopje. Met mijn grote poten graaf ik de modderige boel op zodat er weer wat luchtigheid in komt. Ik laat me neerploffen, draai op mijn rug en woel heen en weer. Na een tukkie ben ik tevreden. Het ligt best lekker. Dat is het moment waarop ik door het kattenluik ga.

Kriebels

Ik stink een uur in de wind. Dat ruik ik zelf heus wel. En het kriebelt. Dorre takken, stekelige blaadjes en…. beestjes. Nare beestjes kan ik jullie meowen. De gluiperds kruipen door mijn jas en zetten hun scherpe tanden zonder pardon in mijn vel. Hoe ik ook krabbel, ze bijten zich steeds dieper vast en doen zich te goed aan mijn bloed. De volgende dag voel ik me wat slapjes. Zin in ontbijt heb ik niet. Eén tip voor alle lezers: ga altijd eten als je mens je roept. Want bij de mijne gaan alarmbellen rinkelen als ik niet tevoorschijn kom. Even later word ik van mijn bed gelicht. Mo is in alle staten als ze niet één, niet twee, maar steeds meer teken moet lospeuteren. Voor ik het weet zit ik in de rammelbak richting witjas. Ik heb me flink in de nesten gewerkt.

Koppie van Japie

Pssst Inmiddels gaat het weer purrrfect met me. Het is dus niet zo potig om in een tekennest te gaan liggen. Hoe kon ik dat nou weten?

Kever heeft een mening over kuikens

Mijn vrouw zegt weleens dat ik haar kuiken ben omdat ik haar altijd en oferal achterna loop, ik weet heus wel dat een kuiken een beebievogel is, en ik ben Kever, een katerjongen, dus ik kan helemaal geen kuiken zijn!, maar mijn vrouw legde me uit dat voor een kuiken dat uit het ei komt het eerste dier of mens dat hij ziet zijn moeder is, en dat het soms lijkt alsof het bij mij ook zo ging.

Kouwstik

De eerste keer dat ik mijn vrouw zag was in het asiel, ze lag op haar buik op de grond en stak heel foorsichtig een hand naar mij uit, ze kon als ze haar arm uitrekte nét mijn wang aanraken, ik fond dat niet noodig maar ik bleef wel liggen, onder de kooien, helemaal plat tegen de muur aangedrukt, ze gaf me steeds een klein stukje kouwstik en dat pakte ik foorsichtig van haar aan, daarna zag ik mijn man, hij lag ook op zijn buik en hield me het hele zakje met kouwstiks voor dat mijn vrouw thuis had gemaakt, en ik trok zó het zakje uit zijn hand en kroop een heel eind ferder weg om alles rustig op te kunnen eeten.

Knuffels

Ik wist meteen dat dit mijn mensen waren, Bolle had het me al ferteld in een droom, en het is waar dat ik een beetje foel dat mijn vrouw mijn mamma is, ook al is ze natuurlijk geen vogel en ik ook niet, maar het foelt alsof ik toen in het asiel uit mijn ei kwam en werd wie ik ben, ik find het fijn dat mijn vrouw me beschermt, ze praat met een hooge stem tegen me, en ik praat weer terug, als ze me knuffelt gaat ze vaak met haar hoofd bofenop me liggen en dan draai ik me op mijn rug zodat ze op mijn zachte buik kan liggen, ze zegt allemaal liefe woorden tegen me zoals Keveretti Spaagetti of liefe kleine big, ze kamt de klitten uit mijn haaren bij mijn bips zodat ik er weer netjes uitzie en ik was haar haaren, en ik foel me feilig bij haar.

Mijn man staat altijd in de nacht met me op, ik krijg knuffels en wat brokjes, hij wacht of ik naar buiten wil of niet, als ik naar buiten wil doet hij de deur voor me oopen en blijft hij wakker tot hij hoort dat ik weer binnen ben, hij borstelt mijn haaren elke afond, hij komt altijd kijken of alles in orde is als ik in de tuin ben, hij gaat naast me op de floer liggen om met me te knuffelen, hij praat met een mensenmannenstem tegen me, hij heeft met me geoefend zodat ik nau mijn kattenluikje snap, hij is heel snel bezorgd over me, en ook heel trots op me, en ik foel me feilig bij hem.

Aandagt

Als mijn vrouw gaat slapen ga ik ook slapen, dat hoort zo, en als ze opstaat sta ik ook op, als ik eerder wakker ben ga ik wel efentjes buiten kijken, maar ik kruip gewoon weer in mijn mand, tot het tijd is om op te staan, ik loop mijn vrouw oferal achterna, mijn vrouw zegt weleens dat ze nooit meer iets af heeft kunnen maken sinds ik er ben omdat ik altijd aandagt wil, dat ze niet eens meer de krant uit kan lezen, maar gelukkig zegt ze ook dat ik veel belangrijker ben dan de krant, en dat is ook zo!, als ze er niet is ga ik maar slapen, want wat moet ik dan, zo zonder mijn vrouw?

Maar ik wil ook niet dat mijn man weg is, hij hoort er gewoon te zijn!, als hij heel soms een nachtje weg is word ik stilletjes, ik kruip helemaal tegen mijn vrouw aan en loop haar NOG meer achterna, om op te letten dat zij niet óók nog weg gaat, want dan zau ik helemaal alleen zijn… o, ik moet er niet aan denken!

Tuin

Forige week zaten mijn vrouw en ik buiten, voorin de tuin, ik lag heerlijk in de zon, er floog een Loes-en Brammie-vlinder foorbij, en mijn vrouw zat iets te leezen, mijn man kwam naar buiten en zei Hee Keef en hij liep ferder de tuin in, ik stond entoesjast op en liep een klein stukje met hem mee, maar ineens bleef ik staan en begon te tetteren, ik was helemaal van mijn slag, moest ik nau met mijn man mee of bij mijn vrouw blijfen?, ik liep toeterend naar mijn vrouw toe, en gelukkig begreep ze me: ze stond op en liep met mijn man mee, zodat we met zijn drietjes achter in de tuin konden zitten.

Hoe het presies in elkaar zit weet ik niet, maar wat ik wel weet is dat ik voor altijd bij mijn mensen wil blijfen, en mijn mensen willen dat ook, ik weet dat we voor altijd bij elkaar horen, dat we een famielie zijn, een famielie met een katerjongetje van ellef jaaren, twee mensen en een kuiken!

***

Ik stuur Oscar en Givencio heeeeeeeeel veel beeterschapskopjes, en ik tetter natuurlijk gewoon door voor vreede!
En ik stuur iedereen die iemand mist hele zachte kopjes, voor een beetje troost, en ik zwaai naar alle sterren.

Joep weet heel feel over spelen

Leootje had het er al over in z’n blog van donderdag, en eigenlijk wil ik het daar vandaag toch ook nog even over hebben: speelgoed.
Al vanaf dag één dat ik op mezelf ging wonen heb ik speelgoed in huis. En dat is inmiddels best wel veel geworden in de afgelopen maanden…

Eefe niet

Net als bij Leootje thuis is er altijd wel iets te vinden waar ik even niet meer mee speel, omdat ik elke dag wel iets anders uit m’n speelgoedbak kan pakken om mezelf en m’n personeel urenlang te vermaken.
Soms sneuvelt er ook wel ‘s wat, omdat m’n personeel niet altijd uit hun doppen kijkt en hun pootmaatje heel wat groter is dan die van mij. Tsja, en als dat niet meer te repareren is verdwijnt ‘t in de prullenbak omdat je daar dan écht niemand meer een plezier mee kan doen.
Maar zodra ik in de gaten heb dat m’n personeel ook maar íets van m’n speelgoed weg wil doen omdat ik er al heel lang niet meer naar omgekeken heb laat ik ook dezelfde dag nog zien dat ik er nog steeds mee wil spelen. Net zoals Leootje en Simon. Dan kan ik het na een dag of wat intensief gebruik weer even links laten liggen, tot dat hele verhaal weer van voren af aan begint.

Balletjes

Eén van m’n favoriete speeltjes op dit moment zijn toch wel balletjes. Zoals bijvoorbeeld die ene van rubber met gaten erin, waar een witte speelgoedmuis in zit die al begint te piepen als ik langsloop. Da’s niet alleen nu heel erg interessant vanwege de cursus ‘Hoe vang ik een Weilandmuis’ die ik volg, maar die bal is lekker zacht en precies ‘t goeie formaat.
Heerlijk, als ‘ie vanuit de woonkamer met een enorme zwieper door de gang richting de slaapkamer wordt gegooid. Ik sta daar dan voor ‘t bed al klaar om te voorkomen dat ‘ie er onder rolt. En wanneer die bal hoog wordt aangegooid, vis ik ‘m met alle vier m’n poten uit de lucht nog voordat ‘ie de grond raakt.
Als er ooit nog ‘s een Nederlands Kattenelftal wordt geformeerd, kan ik zo als doelkat opgesteld worden. Er komt geen bal doorheen.

Wachten

Zo kan het dan gebeuren dat na een tijdje een flink aantal ballen voor het bed ligt, want vaak gooit m’n personeel alle ballen die ze kunnen vinden achter elkaar naar me toe. Meestal ga ik er dan, als de laatste gegooid is, gewoon tussen zitten en wacht tot ze komen om het spel te herhalen, maar nu in omgekeerde richting terug naar de woonkamer. Want ík ga die ballen natuurlijk niet terugbrengen als zíj ze gooien.

Eerste speelgoed

M’n allereerste speelgoed heb ik ook nog steeds, hoewel het al een paar keer op de nominatie heeft gestaan om weggegeven te worden.
Ik kreeg ‘t van de broer en schoonzus van Senior: een pluchen kaasblok met een balletje erin. En een knikkerbaan, die vanuit praktische overwegingen onder de salontafel gelegd werd zodat m’n personeel er hun nek niet over brak. Ik denk dat met dat speelgoed ook m’n liefde voor pootbal is begonnen, dus ‘t mag nóóit weg.
Maar daar bleef ‘t niet bij. Al snel kwam m’n personeel thuis met een uitschuifbare telescoophengel, waar veertjes aanhingen. Iets heel anders dan balletjes, maar ik kon m’n jachtinstinct ook daar prima op oefenen. En leren om te balanceren, want als ik met m’n voorpoten op de hengel ging staan dan boog ‘ie zo leuk door…
Tot drie keer toe heb ik ‘m op die manier in stukken gebroken, maar elke keer wist Senior ‘m weer te maken met Duct Tape zodat ik er nog steeds mee kon spelen. Tot de hele hengel bijna van tape aan elkaar hing. En toen ik ‘m voor de vierde keer brak was ‘ie écht kapot en belandde ‘ie toch in de vuilnisbak. Vond ik prima, want met al die lagen tape boog ‘ie toch ook helemaal niet meer zo lekker door.
Gelukkig heb ik nog genoeg andere speeltjes aan een stokje. Die hangen allemaal onder de eettafel, dus ze vallen voor m’n personeel niet zo op als ik er een tijdje niet mee speel.

Veren

Kattenveertjes ben ik trouwens ook dol op maar die raak ik regelmatig kwijt, onder de bank of een kastje. Of m’n personeel gaat er per ongeluk op staan, en dan rollen ze niet meer zo best. Maar ik weet dat in de voorraadkast nog een zakje ligt met nieuwe, in alle kleuren en maten. Dus daar kan ik voorlopig wel mee vooruit zolang er nog geen stoffer onder de bank of de kastjes doorgehaald is door m’n personeel.

Dozen

Met dozen heb ik niet zoveel, maar met tassen des te meer. Ik heb er nu twee voor mezelf, waar de handvatten van losgeknipt zijn zodat ik daar niet in verstrikt kan raken tijdens ‘t spelen. En natuurlijk de papieren zakken, hè. Want die knisperen zo lekker als ik erin duik om er vervolgens de hele woonkamer mee door te schuiven.

Palen

Ook de krabpalen ontbreken natuurlijk niet in m’n huis. Toen ik nog heel klein was kreeg ik een klein kittenpaaltje, waar ik prima mee uit de poten kon. En een platte van karton, waar ik eigenlijk nooit naar omkeek tot ik ‘m pasgeleden weer ontdekte in ‘t hoekje naast de bank. Inderdaad, net toen m’n personeel ‘t idee had om dat ding weg te doen. Best een leuk ding hoor, en ‘t voelt heel anders dan het sisal op m’n krabpaal.

Al snel was m’n eerste krabpaal te kort, en kwam er een hoger exemplaar. En een krabton, waar ik ook nog ’s lekker in kon liggen. Later kwam er nog een stellage bij, waar ik niet alleen m’n nagels aan kon scherpen maar waar ook een holletje en een plank op zit. Best een luxe, al is ‘ie niet zo groot. O, en Junior kwam een paar maanden geleden nog thuis met een grote sisal bol op een vierkante plaat. Die staat nu ook onder de eettafel, maar ik ben er nog niet echt aan toegekomen om uit te testen hoe die vorm aanvoelt om m’n nagels op te scherpen.

Zak

Pas toen m’n personeel met een bijna twee meter lange krabzak thuis kwam die aan het plafond kon worden gehangen, wist ik zeker dat m’n huis een écht kattenhuis zou worden.
In ‘t begin vond ik het heen-en-weer slingeren van die krabzak best wel eng, dus m’n personeel besloot om het onderste stuk op m’n nieuwe krabpaal vast te zetten. Tsja, en toen was er geen houden meer aan, want tijdens m’n zoomies door ‘t huis kon ik nu ook helemaal tot aan het plafond komen. Had ik gelijk een mooi overzicht in m’n woonkamer én de keuken.
Dankzij die krabzak heb ik leren klimmen maar belangrijker, ik kon ook oefenen om weer naar beneden te klauteren. Al koos ik soms ook wel ‘s de weg van de minste weerstand hoor, door me vanaf ‘t plafond in de bank te laten ploffen om daarna op topsnelheid weer verder te gaan waar ik met m’n zoomie gebleven was.

Vis

M’n vang- en vechttrainingen oefen ik sinds kort met Nemo, een oranje-wit gekleurd visje dat met een elastiek aan ‘t plafond boven de bank hangt.
Ik kan ‘m besluipen en naar beneden trekken. En als ik ‘m dan weer loslaat vliegt ‘ie alle kanten uit, zodat ik moet springen om ‘m opnieuw te pakken te krijgen. Of ik geef er een flinke mep tegen en vang ‘m uit de lucht zodra ‘ie mijn kant weer opzwaait. En als ik ‘m dan weer tussen m’n voorpoten vast heb krijgt ‘ie er op de bank flink van langs met m’n achterpoten. Nemo begint dan ook al een beetje pluizig te worden…
Daarna laat ik ‘m weer los zodat ‘ie kan ontsnappen, maar ik krijg ‘m toch altijd wel te pakken, zodat het kat-en-visspel weer van voor af aan kan beginnen.
In gedachten stel ik me stiekem voor dat deze Nemo geen vis maar een Weilandmuis is, waar ik achteraan jaag. Ook een hele goeie oefening zolang ik nog geen echte muis heb kunnen vinden.

Dop

En dan heb ik nog niet eens verteld over m’n speelgoed dat uit zichzelf kan bewegen of geluid maakt. Komt een volgende keer wel, want terwijl ik deze blog zit te mauwen aan Junior zie ik dat er een flessendop op de grond is gevallen die ik nu toch echt eerst even door de kamer moet tikken tot ‘ie onder de koelkast in de keuken ligt…

Dikke knuffel van Joep

Is miauwen eigenlijk alteit fijn?

Ik ben een kat dus ik zeg: miauw. Dat hoort. Een hond is weer anders, dat hoort ook. Iedereen is goed op een eigen manier dat wil ik eefe zeggen. Wat ik nou heb de laatste tijd is dat ik meer miauw.

Rustig

Gewoon mewwww dat deed ik mijn hele leefe hier al. Dan vraagt mijn vrouw iets en dan wil je toch wat laten hoore.
– Ben je in orde Bertje?
– Meww.
Dan is het weer rustig, ik kan gaan liggen en zij zit gewoon aan de tafel te werken. Eefe wat zeggen tegen elkaar en dan weet je nou kan ik door met mijn eigen dingen. Dan is miauwen fijn.

Keihard

Maar de laatste tijd heb ik wat anders.
Dat is als ik in de fensterbank zit en ik zie iets waar ik gefoel door krijg, dan moet ik keihard MEWWW doen. Ik spring dan eerst op het tapijt dan sta ik in de huiskamer en waar ik sta daar gebeurt het.
– MEWWW
– MEWWW
– MEWWW
Het is een moeilijk geluid. het is keihard en rauw. Alles in mijn lighaam doet mee het is net of ik geluid ofergeef. Dus ik heb het liefer niet op de film en mijn vrouw zegt dat respekteer ik Bert.
Ik heb dan heel feel spanning in me. Dan moet ik me uiten. Het gefoel is gewoon te groot, het moet eruit en daarom klinkt het zo.
Na een poosje is het gefoel minder en dan kan ik ophouden. Dan eet ik een brokje of ik ga eefe liggen. Of ik krijg een knuffel en liefe woordjes ofer dat alles in orde is en feilig en al die dingen meer.

Ouder

Misschien komt het door het ouder worden, weeges ik ben gefoeliger voor alles. Voor fijne knuffels daar geniet ik meer van en moeilijke gefoelens die zijn nou moeilijker maar als ik me moet uiten dan doe ik dat gewoon, van thuis mag het ook al is het zo keihard dat ik echt keihardste geluid van het hele huis maak.

Leootje oofer Lente en Speele

Ajooooooooooo allemaal!
Hier ben ik weer!
Leootje fan de Haagse Katers!

Aperil

Wat doet het Weer gek he!
De eene dag legge we te puffe in de son en terwijl ik dit nau sgrijf fal de reege met se bakke teege de raame aan!
So kunne we tog nie buite sitte seg.
Gistere was het lekker warm en sonneg en nau hebbe se de ferwarreming maar weer aangeset weeges het wert kout binne.
Fre kwam hijgent en tot op der draatjes fan der spijkerbroek nat fan de reege tuis.
Se rook lekker fris naar de lente buite maar se font het sellef niet so leuk so te hoore.
Wij weete net als het Weer ook niet wat we moete doen.
Moete we nau rusteg en warrem in onse mantjes blijfe ligge.
Moete we nou met de lente in onse bolle gaan speele?
Het is de maan fan Aperil en die doet echt wat ie wil met se kikker in se bil!

Speelgoet

Onse Tweefoeters, die hebbe de lente in hun bol seg!
Die sijn helemaal fan je hoeplakeej en we gaan opruime en dit moet weg en dat moet weg en ineene ginge se ferrefe en Fre der kaamer moes leeg want die wilde der kaamer ferandere.
Daar sijn se nou al een tijt mee beeseg en we dagte fan mooi die sijn klaar maar die sijn niet klaar.
Wat se eerst hadde gedaan was se foorbe-rijding.
En toen ging het ineene ook oofer ons speelgoet!
Fan die tunnel die gaan se nie meer gebruike he, nee wanneer hebbe se die nau gebruik?
Weet ik nie sei de eene, geen ideej sei de andere.
Nou dan moet het maar weg.
En toen ging het oofer onse balletjes en spieraaltjes en toen seide se het eenege waar se mee speele is de hengels met de muise deraan!
Ja nee en toen ginge se te fer!

Simon

Ik ben naar Simon toe gegaan en ik wees naar se speelgoet en naar al het speelgoet en toen wees ik naar de Tweefoeters en toen schudde ik saggies fan:
“nee…. Het gaat allemaal weg… de fullesbak in.. egt heus waar…”
Nou.. En toen hat ik wat aan me leipe doofe broer hoor!
Want ineene dook tie met se heele hebbe en se heele houwe de tunnel in en ook in de doos die der stont en hij greep de hengels en hij ging als een reeswaage door het huis agter ALLE balletjes muissies en spieraaltjes aan en het gekke was…
Ik font het ook leuk!
Eerst ging ik kijke en toen ben ik ook weer es door de tunnel heen gerent en dat was leuk!
En toen sag Fre dat en sij ging met de hengel hengele foor de tunnel en toen ginge we der doorheen reesen om de muis aan de hengel te pakke en dat was fetkoelkikke joh!
Nau sijn we al een goeie week so hart aan het speele en ik moet segge die Simon hij heef bes gefoel foor huumor.
Hij hoort me niet as ik hem besluip en dat is bes grappeg.
Maar ik sie hem soms nie want hij kan wel goet ferstoppe dus soms laat ie mij ook sgrikke!
Tiga fint het ook leuk om te sien.
Hij gaat erbij sitte en hij is de Tussekat.
De Tussekat sorregt erfoor dat alles eerlek gaat en dat we niet boos worde en gaan fegte.
Chester doet ook Tussekat sijn maar niet meer altijt weeges Simon sprong een keer boofe op hem en toen ging hij keihart gille weeges dat deet pijn.
En dat hat Tiga gesien en nau gaat Chester faaker in se mantje ligge en doet Tiga Tussekat sijn.
Weeges Chester is nou Seeniejor fan se leeftijt en tante Loesje sei altijt fan dat assie seeniejor ben dan ben je gee-rie-jaa-tries en dan moet je in je sagte warreme mantje sijn en rust aan je kop hebbe en kijke hoe de jeugt fan teegeswoordeg speel.
Je moet nie meer so meedoen weeges dan springe se boofe op je gee-rie-jaa-triese rug en dan gaa je sgreewe.
Tiga heef altijt heel goet opgelet oofer wat tante Loesje altijt in haar letters sgreef dus nau lig Chester in se mantje en is Tiga Tussekat.
En de tweefoeters hebbe besloote dat al ons speelgoet mag blijve weeges we speele keihart ermee!

Tiga

Weet je dat ik sellefs me ouwe hobby weer heb opgepak?
Ik ga weer in de agtbaan!
Jaaaa de agtbaan!
Foor alle niewe leesers en iedereen die het alweer fergeete was weeges het is so lang geleeje:
Ik ga je fertelle wat mijn agtbaan is!
Ik heb noodeg een liefe Fre en een doos.
As ik de doos heb dan spring ik derin en dan kijk ik lief en hoopfol en met groote waaterege oogies naar Fre. Dan snap se wat ik bedoel.
Dan pak se foorsigteg de doos en dan spring ik der heel soepel en leeneg en as een egte akkeroobaat derin en dan moet ik er NIET meteen weer uitspringe!
Ik herhaal, NIET der uit springe!
Neehee, want nau kom het leukste fan alles.
Fre gaat foorsigteg loope met de doos en dan steek ik me koppie deruit en dan ga ik fantaaseere dat ik in me eigenste fliegmasjiene sit!
Of dat ik in de agtbaan sit!
Of dat ik sellef een foogul ben!
Ik laat me fantaasie gaan en dan gaat se met de doos wiege en loope en soms hart en soms sagt en dat is egt so fet koelkikke as se dat doet!
Ik wort er heelemaal blij fan en as we dan klaar sijn dan zet ze me foorsigteg met doos en al weer op de gront of op de taafel.
As ik dan ga loope dan foelt het nog steets een beetje assof te dat ik sweef!
Fetkoelkikke he!
Moet je ook es probeere. Het kan in elleke doos maar een groote doos is foor geforderderden weeges daarin kan je sellef ook rolle. In een kleinere doos heb je hau-fast en rol je niet om.
Dan kan je beeter fantaaseere oofer dat je een fliegtuig ben of een hommelbijtje of een vlinder of een foogul die een poepie laat op het hooft fan se ferfeelende broertje.
Hahaha grappie natuurlek he…
Het was een grappie Tiga! Kijk nie so eng naar mij!
Nou eeh.. Ik denk dat het tijt is dat ik om een paar snoepies ga bietsen, Tiga wil je ook??
Pfjoewie ik dagt eefe dat ik een mep kreeg!
Tot de follegende keer!!
Liefs fan Leootje en het is ook naames Tiga, Chester en Simon natuurlek!