En daar isse ikjes weer. Vandaag ga ik het over aaien hebben. Dat vind ikjes niet altijd even prettig. Komt door vroeger zegt vrouw altijd.
Soms geniet ik heel erg veel van aaien, maar soms duik ik ineen omdat ik bang ben daarvoor. Dan zakt mijn lijfje terwijl ik gewoon doorloop. En dan hoor ik vrouw tegen man zeggen van laat maar. Ze is bang. En dat vind ik stom van mij eigen. Want waarom zou ik nu eigenlijk nog bang zijn?
Ik heb nog wel eens een mensenkind gezien hoor. En die liet mij gewoon lopen. En ze speelde ook heel leuk met mij. En ik speelde met haar. En toch had ik zoiets van oppasje, dit is een mensenkind en mensenkinderen zijn eng. Want jij bent hun speelgoed.
Ze mocht mij ook niet aanraken.
Naast mijn vrouw
Ik lig graag naast mijn vrouw op mijn eerlijk ingepikte wolletjedeken. En soms krijg ik heerlijke aaitjes. Ooooh en dan geniet ik hoor. Ik geef haar dan likjes op haar hand. Soms wel een heleboel. Maar soms wil ik het niet.
En dan rrrrr ik en kijk ik haar boos aan. Echt boos. En dan zegt vrouw sorry.
En ik kijk haar dan aan met doe dat niet meer. En dan laat ze me ook met rust.
Op de trap
Als ik op de trap mag nouuuuu oooooh dan wil ik helemaal plat geknuft worden hoor. Dan zet ik mijn spinnertje op luid (lees standje 1) en dan mekmek ik en man krijge kopjes. Oooooh dan geniet ik gewoon van de aaitjes.
Soms zo erg dat ik per ongelukje krasjes maak op vrouw haar arm met mijn naaguls.
Ze zegt dat ze het gelukkig niet erg vind, en als het perongeluk op mijn poottattjetoe gebeurd ze weer naar opa jan toe gaat om het bij te laten werk.
Mijn man
Mijn man mag mij aaien, maar alleen als ikjes het goed vin.
Hij is een manmens, en die zijn toch eng. Hij weet dat ikjes het toch te spannend vind. Maar wat ik raar vin van mezelf is dat hij mij smorregens vroeg wel mag aai. Ooooh en dat is dan weer fijn.
Maar gelukje vind man het niet erg. Hij zegge altijd dat ikjes zijn meissie ben en blijf. Ooooh toen werd ik best wel verleeg hihihi.
Dit was het weer voor dees week.
Veel liefs en een kusje
Katrien (raar prinsesje van beroep)