Tag archieven: asielkat

Hoe de kleine Unagi zijn grote broer vond

unagi  Ze lijken net broertjes, maar ze zijn het niet. Rechts de kleine Unagi. Links Suzume.  U weet door die namen al waar we zijn: inderdaad, in Japan.

Dit is een heerlijk fijn-gevoel-verhaal, juist omdat het echt is gebeurd.

Zoefff… we gaan naar kattenland nummer één.

 

Katertje

In het plaatsje Yamaguci zat een jong katertje in het asiel.  Hij had twee parmantige oortjes, mooie streepjes in zijn vacht en prachtige hagelwitte pootjes. Een van de bezoeksters aan het asiel kon haar ogen niet van hem afhouden: hij leek wel een jonger broertje van de kater Suzume die ze thuis had.   En ze wist, dat het katertje nog maar een week de tijd had in dit asiel. Anders, nou ja. Daar wilde ze niet aan denken. Op de laatste dag nam de vrouw van Suzume vrij en haalde het jonge katertje op.

Dierenarts

Ze gingen eerst naar de dierenarts. Unagi – zoals hij nu heette – bleek 860 gram te wegen en zo’n 2.5 maand oud te zijn. Zijn gezondheid leek in orde te zijn. Toen kon hij naar zijn aanstaande grote broer, die ook ex-asielkat was.

Wennen

Hoe zou het gaan tussen die twee? Net is het huis, miauwde Unagi. Meteen rende Suzume naar de plaats van het geluid.  Op gepaste afstand stopte hij. Ze keken naar elkaar.

In de dagen erna kregen beide katten de tijd en de ruimte om aan elkaar te wennen. Elk had een eigen kamer, dus een eigen territorium om zich in terug te trekken. Dat voelde veilig.  Suzume kwam af en toe kijken naar de nieuwkomer, en die vond dat goed. Zo raakten ze langzaam en zeker aan elkaars geur in huis gewend.  Omdat hun mensen geduld hadden.

Samen

unagiEn nu zijn Onagi en Suzume de hele tijd samen. Het kleine broertje is onder de indruk van de grote kater en wil graag bij hem zijn. Samen slapen is een groot geluk. Door hem gewassen worden ook.

Waar Suzume is, daar wil Onagi ook zijn, maakt niet uit of er veel of weinig plaats is.

Suzume vindt het best. En zelfs fijn, want met een kameraadje is het leven voor hem ook gezelliger geworden.

(bron: Lovemeow)

Uit het asiel en naar een huis

asiel  Vroeger zat ik in het asiel. Dat weet ik nog. En toen kreeg ik een huis en daar ben ik nou nog en daar blijf ik voor altijd.  Ik weet dat mensen vragen hebben over asielkatten dus ik dacht daar vertel ik wat over.

 

 

In het asiel

Toen ik in het asiel kwam, was dat voor mij al een vooruitgang. Want ik leefde op straat en ik had het heel moeilijk. Zwerven is erg hoor. Je weet niet waar je veilig bent en waar je kunt slapen en hoe je aan je eten moet komen. En ik werd ook ziek, dus dat was helemaal beroerd. De mensen van het dierenhospitaal hebben me toen opgehaald en opgenomen in de ziekenboeg. Dus zo kwam ik erin.

Uit het asiel

Het duurde best een paar maanden eer ik  me beter voelde. Ik kreeg medicijnen. En een verstopdekentje. En toen leerde ik dat knuffels fijn waren dus ik kreeg steeds meer knuffels, ook achter mijn oor.  Op een dag zeiden ze dat ik toe was aan een eigen huis.  Eigenlijk wilde ik dat niet. Want ik voelde me net lekker veilig en ik wilde dus geen verandering.  Waarom kon alles niet blijven zoals het was?

Bij mij op de gang zaten andere katten die heel graag een eigen huis wilden. De een wilde een tuin, de ander een balkon, en weer iemand anders wilde alleen een warme schoot. Dus dat waren gewone kattenwensen. Het waren ook gewone katten, alleen hadden ze dus wat meegemaakt waardoor ze daar zaten.

Huis

Op een middag kwam er een vrouw speciaal naar mij kijken. Ze friemelde ook achter mijn oor. Ik voelde gewoon dat ze iets met mij wilde.
Dus ik draaide mijn kop weg en ik ging expres achterin  mijn hokje zitten.
Maar ze nam me mee. Ik moest in een reiskorfje en we gingen met een taxi. Onderweg heb ik eerst keihard gemiauwd en toen ben ik gaan liggen.

En zo ben ik hier gekomen.  En weet u wat het gekke is? Ik voelde me supersnel thuis en nou heb ik met mijn vrouw afgesproken dat we voor altijd samen blijven.