’s Nachts is alles anders en spannender, zeker weten. Vannacht heb ik in de bak gegraven, door het huis gerend en ik heb uit de vensterbank boven gesprongen en toen was het tien voor drie. Dat weet ik omdat mijn vrouw dat riep.
Ze was dus wakker. Het kan mij eerlijk waar niet schelen hoe laat het is als ik even druk ben. Dus toen was ik even de war.
Bak
Als ik overdag naar de bak ga, is dat gewoon iets dat ik doe. Na dat iets graaf ik een beetje en dan ga ik even aan de krabpaal hangen. Of ik ren een stukje. Meer dat ik zeg, ik voel me opgelucht en ik wil mijn energie kwijt en daarna is alles weer zoals het was maar dan beter.
Maar ja, dat is overdag.
Nacht
Ik vind ’s nachts alles spannender. Het huis is dan van mij. Het is stil en donker en ik kan doen wat ik wil. Buiten zijn de lichten van de auto’s. Niemand ziet me. Ik zie alles en iedereen. Soms val ik van die spanning gewoon in slaap. En soms moet ik naar de bak. Daarna voel ik me oer.
En dan bedoel ik ook oer. OER.
Wild
Vannacht waren de geluiden harder dan anders en ik moest gewoon het halve huis door om weer bij te komen, en dat was ook al spannend. Dan weet je niet wat je moet doen als kater. Dus je doet van alles gewoon om een beetje weer jezelf te worden.
Stem
Dus ik rennen en springen en toen kwam er een stem uit de slaapkamer. Mijn vrouw wilde tegen me zeggen hoe laat het was. Tien voor drie. Ze klonk raar. Ik ging kijken wat er met haar was en toen kreeg ik knuffels en ze zei dat ze wilde slapen. Ik ben toen bij haar gaan slapen, ik lag er toch. Toen ik wakker werd was alles weer gewoon.