Ik had mijn vrouw naar bed gebracht en zij sliep maar ik niet. Dus ik ging op het bed zitten en keek rond in de slaapkamer. Wat kon ik doen?
Kast
Er verandert bij mij in huis haast niks en dat is goed. Dan hou ik het overzicht. Een hele tijd terug kwam er een kast op de slaapkamer. Ik kon er niet tegen, echt niet. Maar toen op een dag rook de kast gewoon en ik zag een handdoek op een plank. Daar ging ik op liggen en sinds die dag ben ik niet meer bang voor de kast. Soms spring ik er gewoon in en uit, dat durf ik nou ook.
Doos
Vanaf het bed kan ik alles zien. De kast dus. En ook de tafel en onder die tafel staan dozen daar zitten boeken in. Ik zag dat er een grote doos open stond. Open?
Ik sprong van het bed, liep in het donker naar de tafel en klom op de eerste doos, wat helemaal niet gemakkelijk was. Eraf, er weer op, er weer af, maar ik wilde het. Toen naar de tweede doos. En met een sprong was ik in de grote doos en ik wist meteen hier zitten boeken in want die had ik onder mijn poten.
“Bertje, wat ben je aan het doen?” vroeg mijn vrouw. Ze deed het licht aan en keek naar mij. Ik keek terug van niks aan de hand. Ze deed het licht weer uit.
Toen heb ik gewoon een tijdje gezeten waar ik zat. Onder de tafel in een doos met boeken. Het was anders dan anders en ik vond het een beetje raar. Want ik wist van Feesboek dat er heel veel katten zijn die van dozen houden maar ik wist niet meer wat ze dan doen.
Tapijt
Dus nou ja, toen ben ik maar weer uit de doos gegaan. Ik ging op het tapijt voor het bed liggen om na te denken over het afontuur, want dat was het. Want ik was toch in de doos gegaan en al ben ik nog steeds geen dozenjongen, ik durfde toch wel iets meer en dat is belangrijk in het leefe, dat je iets durft.