Vorige week schreef ik over vertrouwen en dat ik dat nu van me eigen best wel heb. Ik dacht er deze week nog verder over na want ik voelde mij eigen best goed.
Alles was rustig om me heen, me vrouw was thuis. Me Bert was aan ze werk op ze vensterbank. En hij heb ook de zorg voor ze vrouw dus dan is het fijn als ze dag gewoon is. Ik wist hoe me eigen dag eruit zou zien. Dan heb ik rust in me kop en geen zorgen of moeilijke gevoelens. En er is ook tonijn.
Ik kende hem niet
Nu denkt U misschien Loesje is een saaie huispoes. Maar ik wil U zeggen dat gewoon niet saai is van ze eigen. Gewoon is normaal. Alles is hetzelfde en ik snap me leven. Het is goed en er is ook rust. Me Bert en ik praten vaak over gewoon, we begrijpen elkaar. Ik vind het fijn dat me Bert nu een gewone Huiskater is. Vroeger was me Bert een jongen van de straat. Hij is nooit strietwais geweest van ze eigen. Ik kende hem niet. Hij leefde op straat en hij wist niet hoe ze dag zou zijn. Me Bert wist niets van mij bestaan want hij had nog geen Feesboek. Als je zwerft hebbie geen Feesboek want je heb geen kompjuuter. En ik wist het niet van me Bert en van ze leven. Het was gewoon zo.
Ze goede balans
Vroeger was gewoon dus anders. Me Bert heb nu ze vrouw en hij heb rust. Ik heb mij eigen leven en we hebben verkering. Me leven is in ze goede balans en ik heb vertrouwen. Ik zeg U eerlijk, ik ben geen poes voor de straat. Ik wil me wereld niet bestormen en me vrouw ongerust in huis achterlaten. Ik houd van gewoon, dat ik elke dag weet wat er gaat gebeuren en dat me vrouw er is. Als ze er niet is, is het toch anders. Gewoon is dat ik op de bak zit als me vrouw thuiskom van ze werk. Zij geef me dan wel me preifussie want dat vind ik belangrijk. Daarna gaan we knuffelen en krijg ik eindelijk me eten. Ik heb daar dan wel de hele nacht op moeten wachten en dat vind ik soms best moeilijk voor me eigen. Eten hoort gewoon bij mij leven. Zo begint me dag en zo eindigt me dag. Ik vind dat mijn normaalste zaak van me wereld.
Als me vis bekend is
Normaal is ook me tonijn, ik weet hoe het ruikt en ik weet hoe ze moote smaake. Soms vind ik het fijn om een andere vis te eten. Me vrouw heb de hele viszaak al bijna leeggekocht voor mij gezondheid. Ze zeg dat ze afwisseling belangrijk vindt in mij eetpatroon. Voor mij eigen hoef het niet, maar ik wil het best opeten. Ik wil mij visboer niet kwetse of mij vrouw teleurstellen.
Soms brengt ze kabbeljouw mee of ansjevis, soms ook makkereel of heilbotte. Ze bedoel het vast goed maar ik vind het moet wel eetbaar zijn. Me hartje trilt pas als me vis bekend is. Dat me vrouw ze tas openmaakt en dat ik het dan al ruik. Dan kan ik mij eigen verheugen want ik weet wat er komt. Ik vind verheugen fijn. Ik kan mij eigen uren verheugen want ik ben een rustige poes. Ik ben me eigen lekkerbek en ik houd gewoon van tonijn.
Me eigen
Gewoon in me bakje en als het kan iedere dag. Dan pas is me leven normaal en kan ik gewoon me eigen zijn. Ik vind gewoon het fijnste van me leven.
Liefs Loesje