Tag archieven: huiskater bert

Dit doe ik om slimmer te worden

slimmer

Ik ben nou 12 jaar en dan ben je seenior dus dat betekent ekstra opletten. Op je lichaam. En ook op je hersens. Want die heb ik.

Denkspeelgoed

Er zijn katten die krijgen denkspeelgoed, dat is iets raars waar brokjes in zitten en dan moeten ze bedenken hoe die brokjes eruit moeten. Zoiets had ik ook. Een bal met openingen. Ik moest ermee rollen, ook om in beweging te blijven. Persoonlijk snapte ik snel wat ik ermee kon. Niks. Als ik miauwde, dan schudde mijn vrouw de brokjes eruit. Denkspeelgoed, ik kan er niks mee.

Buitenkater

Als huiskater heb ik een ander leefe dan buitenkaters. Op mijn Feesboek zie ik vrienden in hun tuin of op het dak, en van Bolle weet ik hoe druk het ’s nachts buiten kan zijn. Dan heb je stiemulans voor je hersens. Je let vanzelf beter op, je ziet van alles en dat moet je meteen begrijpen anders kan het mis gaan. Misschien ben je van jezelf slimmer als buitenkater zijnde. Maar ik zit dus binnen.

Wat doe ik dus voor mijn hersens:

  • ik slaap op de krant als die er is, dan heb ik infoormaazie die vanzelf in mijn hersens komt
  •  ik scheur kranten en tijdschriften, maar geen boeken, daar heb ik dat gefoel niet voor
  •  ik geef kopjes aan boeken, dat is een spesjaal gefoel vooral aan de zijkant van mijn kop
  •  ik luister naar mijn vrouw als ze met me praat, vooral als ze vragen stelt

Folgens mij helpt het.
Want ik snap haast alles wat hier gebeurt.
Dus dat is goed.

Deemenzie

Oja en ik eet gezond en ik let op mijn slaap, want mijn hersens zitten in mijn lichaam en als ik goed voor mijn lichaam zorg dan helpt dat ook.

Ik wil ook zeggen dat je ook voor jezelf kunt zorgen en toch deemenzie krijgen, daar kun je niks aan doen, dat is dan niet je schuld ofzo dan heb je gewoon pech.

Zo leerde ik te zeggen wat ik wilde

zeggen

Van mezelf zie ik er stoer en sterk uit, en dat ben ik ook maar eerlijk waar, ik heb thuis moeten leren om echt te zeggen wat ik wilde. Voor mezelf opkomen kon ik niet zo goed.

Samen

Voor mij is samenzijn het belangrijkste dus dat ik niet alleen ben. Dat heeft met vroeger te maken toen ik op straat moest leven. Toen was ik heel erg alleen en ook eenzaam, en ik dacht dat het altijd zo zou blijven en dat niemand met mij samen wilde zijn, dat is een heel erg moeilijk gefoel. En nou ik een thuis met een vrouw heb, wil ik hier voor altijd blijven.
In het begin wilde ik dus niks verkeerds doen.
Toen ging ze me helpen.

Knuffel

Op een gewone ochtend thuis is het zo dat ik op de bank lig en dat mijn vrouw aan tafel zit te werken. Dan hoor ik wat geluiden van de straat en ik hoor haar tikken aan de compjuter, ik foel me dan veilig en goed. En dan opeens wil ik een knuffel. Dat ze bij me komt en me aait en liefe woordjes tegen me zegt.
Toen ik hier pas woonde, wist ik niet zo goed hoe ik dat moest vragen.
Ik sprong dan van de bank af op het tapijt en dan bleef ik staan.
Zij tikte gewoon door.
Ik: Mewww.
Doortikken.
ik: Meewwww?
Het tikken stopte. Ze keek naar me en vroeg: “Bertje, waar heb je behoefte aan?” Dan sprong ik terug op mijn kussen en keek haar aan: “Mewwww!”
ZIj: “Wil je knuffels?”
Ik: Meewww.
En dan kreeg ik een knuffel.

Leren

Als je hulp van thuis krijgt, dus dat je de tijd krijgt om te leren dat je ook wat te zeggen hebt, dan is het leefe gemakkelijker en fijner. Ik ging ook steeds harder miauwen omdat ik durfde.
Soms krijg ik niet wat ik wil en soms weer wel, maar ik mag altijd zeggen wat ik wil dat heb ik geleerd.

Liggen is iets met gefoel erin

liggen

Als huiskater ben ik altijd thuis, dus dan is het belangrijk dat je dingen voor jezelf hebt. Voor mij als seniejor is het ekstra belangrijk dat ik goed kan liggen. Maar waar?

Vaste plekken

Ik heb natuurlijk vaste plekken. Op de bank heb ik een kussen en daar ligt een handdoek op. Boven op bed heb ik ook een handdoek en daar ligt een lap op. En in mijn doos heb ik flanel liggen. O ja ik heb ook een dekentje op de bank liggen. In de vensterbank heb ik niks en dat wil ik ook niet, als ik daar lig dan moet ik zekerheid onder me hebben en dat is de vensterbank. Soms lig ik ook op mijn tapijtje dat is alleen voor mij. Of middenop het tapijt dan kan ik alles overzien.

Gefoel

Maar laatst zei mijn gefoel: Bert, ga eens aan de andere kant van de kamer liggen. Ik deed het want je moet luisteren naar je gefoel, dat zegt Loesje ook.
Dus ik daar liggen.
En toen?
Nou, niks.

Raar

Ik lag er te liggen en ik foelde me geeneens fijn. Want het was een rare plek, ik kon de bank achter me niet zien, alleen zag ik goed een stuk de werktafel van mijn vrouw, maar daarvoor kan ik beter op het krukje liggen dat erbij staat. Dat was ik nog vergeten te noemen.
Dus ik stond maar weer op en ik ging op de bank liggen.
Raar, hè.

Zekerheid

Op de bank lag ik meteen goed. Dus ik kon nadenken en dit is wat ik bedacht: dat liggen iets is met gefoel en dat moet je onderzoeken. Soms heeft je gefoel gelijk en soms ook niet, maar dat weet je nooit. Nou had ik geleerd dat ik niet aan die ene kant van de kamer hoef te liggen. Aan de andere kant weer wel, en dat is nou mijn zekerheid.

Het gewone leefe is weer terug

gewone

Eerst was het keiheet, daarna moest ik bijkomen en toen ik klaar was met de dutjes werd ik wakker en ik foelde het meteen. Het gewone leefe is weer terug.

Nieuw

Gewoon is dat ik alles weer kan doen zonder dat ik te warm of te moe ben of dat ik foel ik heb geen puf. Dus dat is goed. Alleen is het raar dat ik nou ook wel nieuwe dingen doe en ik zal zeggen wat die zijn.

  •  ik lig nou graag midden op het tapijt dat komt omdat in de hitte het waaiding daar stond en daar was het lekker koel dus mijn gefoel zegt hier kan ik goed liggen
  •  ik heb nog steeds dat ik overdag een nat hapje krijg wegens dat ik helemaal niet gemakkelijk drink, en als ik mijn natte hap heb dan ga ik geen gewoon water drinken natuurlijk
  •  ik verhaar nog steeds meer daar kan ik niks aan doen als zoiets eenmaal begint dan gaat het verder

Raar, he?

Misschien is dit nou ook gewoon, dat weet ik nog niet. Als het leefe verandert, moet ik er altijd aan wennen.

Wennen

Wennen dat is dat je iets nieuws moet doen tot het gewoon is, en als het gewoon is, dat hoort het bij je leefe. Ik kan best wennen aan elke dag sneks in water op een bordje maar ik heb thuis al gehoord dat ik weer gewoon water moet drinken. Maar ik hoorde ook dat ik overal mag liggen waar ik lekker lig dus ook middenop het tapijt dan stapt ze over me heen, dus dat is goed nieuws. Het verharen daar ben ik nog niet uit hoe dat moet.

Wennen dat doe je ook aan als iets fijner is. Toen ik verkering kreeg moest ik wennen aan dat een mooie en liefe poes als Loesje met mij samen wilde zijn, en dat ze het echt helemaal wilde. Dan zei ik soms maar ik ben ook bang als kater wil je dan liefer een stoere katerman. Of ik zei dat er een stuk uit mijn oor was. Of dat ik dingen niet wist. Maar ze wilde alleen verkering met mij en dat was zo fijn daar moest ik ook aan wennen. En nu hoort verkering ook bij mijn gewone leefe.

Ik hoop dat alles nou gewoon blijft, echt waar.

Wat ik doe als het eten moeilijk gaat

eten

Ik kan goed eten, dat weet ik zeker. Maar toen kwam de hitte en ik had opeens een ander gefoel over mijn avondeten. Een gefoel van bleeh.

Als je dat van binnen hebt, kun je gewoon niet eten. Dat weet iedereen. Anders moet je spuuge en Loes heeft gisteren heel goed uitgelegd hoe dat gaat en dat het soms nodig is maar daarom nog helemaal niet fijn. Daarom liet ik dus mijn avondeten staan. Brokjes eten vond ik ook al moeilijk.

Belangrijk

Eten is belangrijk, dat weet ik van mezelf en ik hoor het thuis vaak genoeg. Belangrijk voor je lichaam en voor dat je je goed voelt en dat je niet mager wordt of juist te zwaar, er kan van alles zijn en dat is helemaal zo als er hitte is.

Kip

Ik kon alleen een beetje saus eten en een paar stukjes. Mijn vrouw zag dat ik ophield. “Wil je misschien kip, Bertje? ” vroeg ze. Dat wist ik niet zeker. “We gaan het proberen,” zei ze en even later had ik een bord kip voor me staan.
Kreeg ik meteen helemaal op.
Er zat ook een beetje water in, dat maakte me niks uit, terwijl ik daar anders best krieties op ben.

Later op de avond kreeg ik een snek uit een staafje met weer een beetje water erbij. Dat kon ik ook eten.

Hapjes

De dag erna was superfijn. Er kwamen steeds hapjes op een bordje en ik kon best goed eten. Ik foelde wel dat het hete er nog steeds was dus ik moest ook ekstra slapen tussen de hapjes door.
Het leefe is anders wanneer het zo keiheet is. Je moet steeds opletten of alles wel goed gaat en eigenlijk ben je daar toch te moe voor want je wil slapen of gewoon hangen en niksen. En toch moet je dan eten ook al is het moeilijk.