Als ik slaap, hoor ik van alles. Hoe dat kan dat weet ik niet. En als ik wakker ben, dan hoor ik helemaal alles. Maar of ik luister dat is weer iets anders.
Horen
Voor mezelf is het zo dat ik informaazie belangrijk vind. Dus dat ik alle geluiden hoor:
- de trap kraakt wat is dat
- er rijdt een grote auto door mijn straat gaat dat wel goed
- mijn vrouw loopt naar de gang als ze maar niet boodschappen gaat doen, o nee, ze rommelt in de keuken
- vreselijk de glazenwasser, als het stil is dan is hij echt weg
Luisteren
Bij al die geluiden hoort ook dat mijn vrouw geluid maakt. Ook dat ze tegen me praat, dat zijn vaak liefe woordjes en ze vertelt aan me hoe gezellig we het samen hebben, dat weet ik al. En soms vraagt ze iets, dan wil ze dat ik luister.
Luisteren is dat ik meteen doe wat ze wil.
“Bertje, kom eens hier”
Dan kijk ik meestal van waarom-nou, en als ik dan net lekker op de bank lig, blijf ik ook liggen en wat gebeurt er dan? Niks. Of zij komt naar mij toe. Dus luisteren hoeft niet, dat heb ik zo ontdekt.
“Eet nog eens wat brokjes, dit is echt niet genoeg”
Soms eet ik een paar brokjes maar dat is alleen omdat ze kijkt en ik erna een knuffel en een compliement krijg want ik maak toefallig zelf uit wat ik eet, maar ja ik ben natuurlijk wel een knuffelkater.
“Hier is een leuk propje, ga maar spelen”
Ik niet hoor. Want spelen doe je samen, of als je het gefoel ervoor hebt. Dus ik doe het nooit. En vaak komt ze dan meedoen en het kan zijn dat ik van mening verander het kan ook zijn dat ik knuffels wil.
Foorbeelden
Dit zijn maar een paar foorbeelden.
Wat ik wil zeggen is dat ik als kat zijnde nooit hoef te luisteren, het zit niet in me en eigenlijk is het ook nergens voor nodig.