Tag archieven: huiskater bert

Waarom ik het leefe per dag leef

per dag

Gisteren voelde ik me blèh. Een beetje. Dus ik ging ekstra slapen, dat gaat vanzelf en ik sliep lang en diep. Tot ik thuis mijn naam hoorde: “Bertje!” Ik wakker.

Neus

Toen ik wakker was dacht ik al nou ik wilde dat ik nog sliep. Mijn vrouw zat voor de bank en keek heel intens naar me. Vooral naar mijn neus. Wegens dat er een korstje op zat aan de zijkant en op mijn neus heb ik me geschaafd. Waaraan weet ik niet. Het was opeens zo en het gaat vast opeens weer weg. Als het aan mij ligt dus.
Mijn vrouw belde de dokter en die komt dus vandaag.
De hoomeeoo-druppels krijg ik minder maar wel twee keer per dag. In een snek, dus mij maakt het niks uit.
Je wil niet weten hoe gespannen mijn vrouw gisteren was voor het bezoek van de dokter en ze zat op de computer allerlei enge plaatjes te bekijken net zolang tot ze helemaal emo was. En toen kwam ze bij mij en toen werd ik van haar gespannen. Ze doet aan gefoelens voor een dag die er nog helemaal niet is. Dat vind ik raar.

Dus ik bedoel, je kunt het beste je leefe per dag doen.
Soms heb je een gewone dag.
Soms is het wat moeilijker.
Vandaag is morgen niet.
Wel vandaag.

Dokter

Gisteren foelde ik niks toen ik het hoorde van de dokter. Omdat het gisteren was. En nou komt de dokter straks en pas als ze er is dan heb ik er gefoelens bij.
Al zeg ik nou al eerlijk, voor mij hoeft het niet, die dokter.
Maar ze komt.
En dan gaat ze weer weg dat weet ik zeker.

Ik erfaar dat ik een oudere katerman ben, mijn leeftijd is 13 jaar. Het leefe doe ik per dag, daar heb ik genoeg aan. Een dag duurt best lang, ik heb gefoelens en ik doe van alles, en daarna is het avond en dan komt de nacht.

O ja als de dokter geweest is zal ik hier een updeet neerzetten.

updeet

De dokter is weg en er was niks aan. Ik wist meteen wegwezen Bert dus ik onder tafel. Ze kwam met snoep dat hoefde ik niet. Er kwam een prik. Dat op mijn neus moet vanzelf goed komen dat dacht ik al. En ik kreeg pillen om me van binnen sterker te doen voelen, die komen in een lekker hapje. Einde updeet.

Hoe ik ontdekte dat er iets met mijn avondhapje is

avondhapje

Voor mij persoonlijk is een avondhapje belangrijk. De dag is voorbij. De avond ook. Dan begin ik aan de nacht. Maar niet meteen.

Kip

Tussen de avond en de nacht zit het hapje, dat is al zo sinds ik hier kwam wonen. Het is klein en superlekker en het komt op een schoteltje. De laatste tijd is het altijd Gourmet Kip. En iets anders. Daar ben ik nou achter.
Dat er iets in zit.
Een pil.

Truukjes

Met een pil ben ik heel gemakkelijk want die neem ik niet. Ik wil niks in mijn bek geduwd krijgen dat is eng en dan voel ik me bang dat weet ik nog van na mijn operazie. Toen moest ik erna pillen en ik kon gewoon niet het was zo grieselig.
En mijn vrouw zei, Bert dat hoeft niet meer.
Ook niks van in een propje doen, die truukjes snap ik.

Geur

Nou met mijn gefoelige maag krijg ik een pil zonder dat ik die neem. Dat weet ik. Want een keer had ik heel erg trek in mijn avondhapje dus ik ging klaar zitten en ik zag wat mijn vrouw in de keuken deed.
Ze pakte een pil uit een doosje.
Ze deed die in een vijzel heel erg klein maken.
Toen deed ze alles in Gourmet Kip en ze deed het door elkaar en ik róók het lekkere en die geur maakte dat ik nog veel meer trek kreeg dus toen het schoteltje eindelijk naar de kamer kwam, begon ik meteen te eten.

Gezellig

Soms lig ik nog gewoon te liggen en als het schoteltje komt en ik doe niks, dan geeft mijn vrouw het Gourmet beetje voor beetje van haar vingertop. Dat smaakt lekker en erna krijg ik ook weer een compliement.

Dus eerlijk is eerlijk, het is een truukje met die Gourmet en ik snap het, maar het is wel Gourmet en van haar vingers eten kan anders nooit, dus het avondhapje is ook gezellig dat is mijn erfaring.

Hoe ik meehielp met het bed

meehelpen

Echt waar, ik zie het nooit aankomen en dan opeens is het zover. Ik moet mee naar de slaapkamer, om mee te helpen. Het bed krijgt schone lakens.

“Help je mee, Bertje?” En dan gaan we de trap op, naar boven. In de slaapkamer blijf ik staan want zij gaat eerst alles van het bed afgooien, daar hoef ik niet bij te zijn. En dan komt het eerste laken dus dan spring ik op het bed. Met lakens is het zo dat je er meteen bij moet zijn.

Het laken

Het laken moet aan alle hoeken van het bed vast zitten, weet ik. Dat gaat niet vanzelf. Dus ik ga op het laken in een hoek staan, daar is het dus in orde.
Wat doet mijn vrouw? Ze trekt aan het laken terwijl ik daar dus op sta. Echt waar. Ik zet mijn poten diep in het laken en met mijn nagels hou ik me vast. Zij trekken. Ik blijf staan. En dan gaat ze een andere hoek van het laken doen. Dus om te helpen loop ik mee en ga er bij staan. Gewoon om te kijken of het lukt en het lukt dus niet dus dan blijf ik helemaal staan, anders lukt het nooit.
En het duurt best lang voordat ze aan de andere hoek van het laken begint dus zeker weten dat ik meega. Ze zegt: “Bertje, wat moest ik zonder jou beginnen?” Dat weet ik echt niet.

Het overtrek

Na het laken kwam het dekbedovertrek. Ze legt dan het overtrek op het bed en ik ga er meteen op zitten. Of ernaast. Beter is óp het overtrek want als je hard werkt aan zoiets belangrijks dan moet je pauze houden dat weet iederéén.
Behalve mijn vrouw.
Dus daar help ik ook al mee.
Ze gaat dan liggen en ik ook en dan hebben we knuffelpauze.

Helpen

Nou moet ik eerlijk zeggen dat ik daarna zelf naar beneden ben gegaan, wegens dat ik foelde dat ik een brokje nodig had na mijn werk. Even later kwam mijn vrouw en ze bedankte me voor mijn hulp. Zo doen wij dat thuis. We helpen elkaar. Maar gelukkig hoeft dat van het bed niet elke dag, het is een zware klus maar wat moet dat moet.

Waarom ik nou thuis aaitherapie krijg

aaitherapie

Ik heb al eens verteld dat ik de laatste tijd een gefoelige maag heb. En dat ik dus anders moet eten. Vorige week moest ik weer overgeefe. Nou krijg ik thuis aaitherapie.

Steefige hand

Het is iets geks dat weet ik, aaien gebeurt gewoon vanzelf dat hoort bij het leefe als huiskater, het is iets dat er elke dag is en het is steeds weer anders.
Beifoorbeeld. Als ik mijn avondeten een beetje op heb dan wil ik langzaam aaien, en dan ga ik op mijn kussen op de bank liggen. Een beetje over mijn rug, een beetje achter mijn oor, een paar liefe woordjes erbij. Langzaam en zacht. Maar het kan ook dat ik naar de bak ben geweest en ik foel me dan supertrots dus dan ga ik het aan mijn vrouw vertellen en dan wil ik een steefige hand op mijn lichaam hebben van kroelen en een beetje knijpen.
Hoe het aaien moet, heeft te maken met wat er gebeurt.

Therapie

Nou gebeurt het dat ik een gefoelige maag heb. Overgeefe is niks aan dat is een moeilijk moment. Het komt gewoon en ik kan er niks aan doen. Ik heb ander eten van de dokter, en andere sneks. En soms praat mijn vrouw met de dokter, over mij.  Mijn vrouw dat ik voortaan elke dag aaitherapie krijg, wegens dat het rust en goede hormoone in mijn lichaam brengt.
Ik dacht het zal wel.
Dus ze begon.
Elke dag.

Nagenieten

Nou denk ik van wanneer komt het. Want aaitherapie is dat ik aaien krijg presies zoals ik het dan fijn vindt en ze denkt dan alleen aan mij (dat foel ik gewoon) en het duurt en het duurt en het duurt lang, en soms zegt ze ook dingen erbij dat alles goed komt en dat ik een gefoelige katerman ben dus ook voor fijne dingen en dat is eigenlijk ook wel zo.
Na de aaitherapie ben ik heel rustig, dat is nagenieten zegt mijn vrouw. Dus dat kan ik nou óók al.

Hoe ik nadenk en andere katten ook

nadenk

Op de foto ben ik aan het nadenken, dat gaat het beste in de zon. Dus daarom doe ik het. Soms vraagt mijn vrouw: “Bertje, waar denk je aan?” Nou zo gaat dat niet dat zal ik uitleggen.

Heel veel

Ik weet hoe mensen nadenken wegens dat mijn vrouw het heeft verteld. Mensen denken na door heel veel gedachten achter elkaar te doen of door elkaar en dan krijgen ze een idee of hoofdpijn of alletwee. Zelf heb ik een gefoelige maag dus ik hoef geen pijn in mijn kop erbij en nadenken dat gaat bij mij heel anders.

Stil

Het begint met mezelf stil houden.
Dus liggen. Of zitten. In de zon is het beste want dan foel ik de warmte in mijn vacht en dan ben ik steeds rustiger van binnen en dat is goed. Als ik wil nadenken moet ik eerst helemaal niks in mijn kop hebben alleen een grote stille ruimte. Ik staar dan voor me uit, dus dat is dat ik wel wakker ben en kijk maar niks hoef te zien. Dat is staren.

Zo begint dus het nadenken. Heel soms komt er iets in mijn kop, dat is een gedachte. Het komt heel langzaam en dan denk ik erover na en dan gaat het weer weg. Voor mij is het fijnste dat ik één gedachte per keer heb dan kan ik diep gaan met mijn gedachten.
De laatste keer dacht ik: als je een huisdier bent, ga je dan op je mensen lijken of gaan ze juist op jou lijken?
Daar denk ik nog steeds over na.

Beter

Persoonlijk vind ik het superfijn om in de zon te zitten met een gedachte, dat ik het niet meteen weet, want dan blijft de gedachte in mijn kop.
Dus dat is het verschil. Mensen doen zoveel mogelijk gedachten. Ik zo weinig mogelijk want dan denk ik beter. En ik krijg ook geen pijn in mijn kop dat is ook belangrijk.