Sinds een paar dagen zijn er mannen in de straat. Ze maken lawaai. Niet de hele tijd. Soms wel, dan weer zijn ze stil. Het zijn schilders, hoorde ik thuis. En ze blijven nog een tijdje. Ik vind dat moeilijk.
Nou is het wel zo dat ik de laatste tijd meer zelfvertrouwen heb gekregen. Het groeide heel langzaam en opeens voelde ik het. Ik durf meer. Als ik de badkamer in wil, maak ik gewoon de deur open. En vroeger durfde ik niet eens de keuken in. Laatst ben ik op een stapel boeken in de slaapkamer geklommen, daar moest ik vroeger ook niet aan denken. Het leven is gemakkelijker met zelfvertrouwen.
Op die schilders had ik niet gerekend. Echt waar niet. Ze zijn hier nog nooit geweest. Dus ik vond het raar. Er kwam een woonwagen in de straat. Mannen in auto’s en ze schreeuwden naar elkaar. Toen kwam er veel lawaai omdat ze steigers gingen bouwen. Het duurde de hele dag. Ik deed toen alsof ik sliep, want in de vensterbank zitten was te moeilijk voor me.
Ik voelde me best gespannen.
En onrustig.
Slapen lukte niet goed.
In de middag was het opeens stil. Weer zo gek. Toen sprong ik in de vensterbank om te kijken. Geen man te zien.
Thuis heb ik toen een goed gesprek met mijn vrouw gehad. Ze aaide erbij, dan kan ik altijd beter luisteren. Van dat hele zachte aaien. En ze zei dat die mannen buiten waren en wij binnen, en dat we elkaar hadden en dat we veilig waren. Ze zei ook, dat sommige van die mannen thuis een dier hadden waar ze lief en goed voor waren, maar dat wij niet wisten welke mannen dat waren. Daarna zei ze dat de mannen over een tijdje weer weg zouden gaan en dat alles dan weer gewoon zou zijn. Dat vond ik eerlijk gezegd het fijnste.
Ik vind mannen moeilijk. En geluiden ook. Door het gesprek voel ik me weer beter en ook door het aaien. Al met al is het weer een nieuwe ervaring in mijn leven als huiskater. Het is moeilijk, maar toch zit er iets fijns in.