Tag archieven: kat is bang

kater Bolle: over bang zijn en een thuis vinden

bang zijn

Bert schreef deze week iets over bang zijn, en Loesje ook. Bang zijn begrijp ik heel goed. Het is helemaal niet fijn. Maar soms kan je het ineens zijn.

Bang

Vroeger was ik de hele tijd bang.
Voordat ik in mijn huis van nu kwam wonen, heb ik al ergens gewoond. Ik wil niet zeggen waar dat was, want ik wil er liever niet meer aan denken. Ik was daar heel bang geworden voor mensen. Want mensen slaan en schoppen, vooral manmensen. Daarom wilde ik niet meer in een huis wonen, en bleef buiten in de tuinen wonen.
Tot ik mijn grote liefde Molly zag. Bij haar durfde ik wel in huis te wonen. En als zij de mensen die er bij hoorden lief vond zou ze wel gelijk hebben, dacht ik.
Ik vond het wel eng. Super eng. Gelukkig durfde Molly zomaar alles in huis, en hielp ze mij door er gewoon te zijn.

Molletje

Tot ze een hele mooie ster werd. Toen was ik ineens alleen. Met mensen, die nu ineens alleen van mij waren.

Ik was stiekem heel blij dat ik een huis had, maar ik durfde er niet op te vertrouwen dat ik mocht blijven. En dat mijn mensen me geen pijn zouden gaan doen.
Het eerste jaar zat ik alleen op mijn krabkarton, of op bed – als mijn vrouw me daar op tilde. Verder ging ik nergens kijken in huis, want ik was bang dat ik dan straf kreeg.
Ik was zó moe van alles wat ik had meegemaakt dat ik alleen maar sliep en at.

En ik zocht mijn Molletje. Maar ik kon haar niet meer vinden. Alleen haar geur was er nog, en de herinneringen aan haar. En dat mijn mensen moesten huilen. Dat begreep ik heel goed, want ze misten haar ook.

Au

Als mijn vrouw me aaide, ging ik spinnen. En daarna beet ik, of ik krabde. Dan had mijn vrouw een bloederige kras, of een rij tandjes in haar arm.
Mijn vrouw stopte dan met aaien en zei “Au!” En wilde me eventjes niet meer aaien. Dat snapte ik heus wel, dus na een tijdje hield ik op met bijten en krabben. Want ik wilde mijn vrouw geen pijn doen, maar ik wilde wél geaaid worden.
Eén keer trok mijn vrouw haar riem uit haar broek terwijl ze me aankeek. Toen ben ik op mijn buik naar buiten gekropen, zo bang was ik. Mijn vrouw moest een beetje huilen en probeerde me weer naar binnen te lokken. Ze zei dat ze er helemaal niks mee bedoelde. Maar ik durfde pas na een half uur terug te komen.

Verleden

Als mijn man zijn jas aandeed, of een colbert, raakte ik elke keer zo in paniek dat ik laag bij de grond naar buiten rende. Ik zag dan niet meer dat het mijn man was, maar ik was dan helemaal terug in het verleden. Ik zag alleen de vorm van een manmens. Die me pijn ging doen.
Dus deed mijn man zijn jas of colbert niet meer aan in huis, maar pas op de gang.
Ook het ritselen van die jas vond ik al eng, of het ritselen van een plastic zak, of het ritselen van papier, of als mijn mensen bewogen, of als ze hoestten. Gewoon alles, eigenlijk.
Zo is het een hele tijd gegaan, ik denk in mensentijd wel een jaar.
Het was voor ons alledrie geen makkelijke tijd.

Eieren

Ik weet echt wel dat mijn vrouw het er erg moeilijk mee had. Ze vond het erg dat ik zo bang was. Soms zei mijn vrouw dat ze de hele tijd op eieren moesten lopen. Maar die heb ik nooit zien liggen.
Een keer zei mijn vrouw dat ik misschien beter ergens anders kon gaan wonen, waar ik niet bang zou zijn. Toen werd mijn man boos, en zei waar dan? Dat ik ergens anders nóg banger zou zijn, en dat ik toch zelf hier wilde wonen, en binnen bleef komen.

Ja, dat is waar. Dat bleef ik ook doen. Ik was mijn mensen aan het uittesten, of ik op ze kon rekenen.

Thuis

bang zijnNa zo’n anderhalf jaar van uitproberen durfde ik er uiteindelijk op te vertrouwen dat ik veilig was en dat ze me geen pijn zouden doen. En dat ik mocht blijven.

Soms schrik ik nog wel eens hoor, maar niet meer zo vaak.

Tegenwoordig was ik mijn man, en ga ik op mijn rug liggen zodat mijn vrouw mijn buik kan kussen en dan was ik haar haar.
Ik lig languit op bed, of opgerold in één van mijn vier mandjes, of ik ga op de krant liggen die mijn vrouw aan het lezen is.
Ik kom hard aanrennen als ze me roepen in de tuin.
Ik speel het spel met de veer, en durf daar om te vragen.
Ik maak kikkersprongen op het bed.
Ik kruip naast mijn man als hij in zijn eentje in bed ligt.
Ik ben thuis.

Schilders en bang zijn en wat je dan moet doen

kat is bang Over schilders en bang zijn en wat je dan moet doen.  Ik heb nou schilders voor het huis. Ze hebben hekken tegen de ramen gezet en ze praten. En ik ben daar raar van. Dat ik eigenlijk bang ben, dat is het.

Dat heb ik op mijn Facebook verteld. Andere katten zeiden dat ze ook bang waren van schilders en van herrie.

Dus nu ga ik vertellen wat je dan kunt doen.

Hulp

Als je bang bent, dan heb je hulp nodig. Dat is gewoon zo. Bang is dat je het niet alleen kunt, daarom ben je ook bang. Dus hulp maakt je minder bang. Ik kreeg zachte knuffels van mijn vrouw. Aaien over mijn lichaam. Daardoor werd ik rustiger van binnen. Dat ik weer een beetje kon ontspannen. Volgens mij was het voor haar ook goed, want de schilders waren met z’n allen en wij zijn maar met ons tweetjes. Dus mijn eerste tip is hulp zoeken bij je eigen mensen.

Gewoon

Wat best moeilijk is en toch belangrijk dat is zo gewoon mogelijk doen. Dus ik ging op mijn kussen liggen waar ik altijd op lig en ik moest wel steeds naar het raam kijken maar ik lag wel op mijn gewone kussen en dat was toch fijn. En ’s avonds at ik gewoon mijn eten, ook al ging dat niet zo gemakkelijk als anders. Wanneer je gewone dingen blijft doen, dan voel je dat je nog je gewone leven hebt. Dat is mijn tweede tip.

Wachten

Mijn derde tip is wachten tot het moeilijke waar je bang voor bent weg gaat. Dus proberen te gaan slapen of naar iets anders te kijken. Ik kan dit niet goed, dat zeg ik eerlijk, maar ik weet wel dat het belangrijk is. Persoonlijk heb ik het meeste aan zacht aaien en dat mijn vrouw bij me blijft en  dat er nog gewone dingen zijn.

Oja, als je erg bang bent dan helpen druppeltjes van Bach.

 

Bang zijn is gewoon moeilijk

  Bang zijn is gewoon moeilijk. Gisteren moest Loesje, mijn verkering, naar de dierenarts. Het was voor controle. Dus dat is alleen kijken en friemelen. Maar ze was toch bang.

Dat snap ik wel. Ze moest er helemaal heen en daarna voel je je anders. Ik ben soms ook bang. Dus ik weet hoe moeilijk het is.

 

Geluid

Van geluiden ben ik heel gauw bang, vooral van die geluiden van buiten in de straat. Rare harde geluiden die je boem! opeens! hoort. Dan voel ik me klein en raar in mijn kop. Mijn vrouw zegt dan: “Dat zijn geluiden van buiten, en wij zitten binnen dus wij zijn veilig.” Dat helpt. Maar als ik alleen thuis ben, dan is  ze er niet en dan moet ik wachten tot ik weer mezelf durf te zijn.

Soms zijn er ook harde geluiden in het huis. Laatst lag ik lekker op de bank, hoorde ik een bonk in de keuken. Ik schrok ervan. Mijn vrouw ging kijken wat het was en ze vertelde dat de prei van het mandje was gevallen.

Spanning

Als er thuis spanning is, dan voel ik het ook. Dus dan ga ik miauwen dat het gewoon moet worden. Daar schrikt mijn vrouw van. En dan schrik ik weer van haar. Voor zoiets weet ik nog geen oplossing. Ik wou dat ze druppeltjes nam, dat deed ik vroeger ook.

Aaien

Wat goed helpt tegen bang zijn, dat is aaien tijdens het bankhangen. Echt aaien, dus dat je samen bent en aan niks anders denkt. En dan af en toe  zuchten en gapen. Ik hoef dan geeneens te spinnen, zo fijn vind ik het. Nou ja, soms doe ik het even, voor de gezelligheid.

Dus met dat aaien en zuchten en praten gaat de spanning weg. Een snack kan ook helpen maar dan moet ik van de bank en daarvoor ben ik dan net te ontspannen.

 

Het kleine bang zijn

Op het tapijt lag een kraaktas. Muis kwam er net uit en ik dacht, wie of wat zou er nog mee in die tas zitten? Ik voelde me bang worden. Van dat kleine bang, dat je nog wel gewoon brokjes kunt eten maar dat je toch de hele tijd weet o er is iets en daar ben ik bang voor.

De dag was dus een beetje moeilijk. Maar ik ben er toch goed doorheen gekomen en dit is wat ik heb gedaan.

Als je voor iets kleins bang bent, helpt het om te wennen. Dan moet je de tijd nemen. Dus ik rook vaak aan de tas. Een keer heb ik met mijn pootje erin gestaan maar dat was omdat ik ontdekte dat er een brokje in lag. Meestal liep ik met een bocht om de kraaktas heen, dan had ik even pauze van het wennen.

Wat ook helpt, is samen zijn. Muis is wel heel groot en blauw, maar hij is mijn vriend. Soms lig ik samen met hem in mijn doos. Vind ik fijn. Samen-zijn is belangrijk. Dus toen Muis in de tas lag, dacht ik nou… misschien is het leuk. Mijn vrouw is naast me komen zitten en toen hebben we samen in de tas gekeken. Zij stak haar hand in dat donkere. Ik kon die hand niet meer zien. Vond ik raar. Ze haalde heel langzaam haar hand uit de kraaktas en deed het nog een keer, en daardoor snapte ik het een beetje.

Dit zijn mijn tips. Veel is het nog niet en ik weet geeneens hoe het afloopt met die kraaktas en mij. Want ik ben er nog druk mee bezig. Maar ik dacht, ik geef het vast door misschien heeft u er wat aan!!  Als u tips heeft  dan lees ik het graag bij de reacties.