Tag archieven: kat is onzeker

Als je van de regen bang wordt

bang

Nou zegt u vast: dat is ook stom dat je zelfs van de regen bang werd. En dat is misschien ook stom als je een senior katerman bent die in een veilig huis woont en je hebt al heel lang verkering.

Half oog

Het was al dagen lente, echt superfijn met zon en warme oortjes en ik kon helemaal rieleksen. Dat ik nergens meer aan dacht en op niks meer lette behalve hoe lekker de zon op mijn vacht scheen. O ja, af en toe keek ik nog met een half oog naar de straat. Het was daar toch in orde.

En net toen ik niet meer wist of mijn voorpoten warmer waren dan mijn achterpoten, of andersom, toen werd het kouder. En donkerder. En ik voelde dat er iets ging gebeuren, alles was zo anders.

Raam

De regen begon zachtjes dus dat ging. Mijn vrouw deed het raam dicht. Het regende harder en toen keihard, ik hoorde het tegen het raam dat was een moeilijk geluid. Ik wilde weg van het raam. Maar ik bleef er toch naar kijken want daar was het geluid. Het klonk steeds harder en het was zo donker terwijl ik zeker wist dat het overdag was. Dus toen werd ik bang. Vanzelf. Ik kon er niets aan doen.

“Kom op je kussen Bertje,” zei mijn vrouw en ze klopte er zachtjes op. Dat herkende ik. Want dat doet ze vaker. Dus ik snapte het ook al was ik bang.

Zacht

Op mijn kussen kreeg ik heel zacht aaien. Het geluid van de regen werd langzaam minder en het licht kwam weer terug en ik voelde dat ik minder bang werd. Toen het gevoel weg was, bleef ik nog wel opletten. Ik kon goed eten, ook omdat ik kip kreeg.

Maar toch was het best moeilijk geweest, dat ik opeens bang was.

Als je een gevoelige katerman bent

gevoelig

Op mijn Feesboek zei iemand dat ik er wollig uitzag. Nou zo voel ik me ook. Lekker met weer wat wintervacht erbij wegens dat het de hele tijd koud is. Dat groeide weer wegens dat ik een gevoelige katerman ben.

Gevoelig, dat is iets van binnen en van buiten. Alletwee. Ik snap niet hoe het kan maar het is zo.

Onzeker

Nou woon ik al ik weet niet hoe lang hier bij mijn vrouw en het is hier stil en veilig en er komt alleen een monteur of een glazenwasser maar mijn vrouw kan ze aan, en toch ben ik onzeker in mezelf. Soms weet ik het even niet meer. Dan is het net of ik van binnen opeens heel klein en bang ben.  Als mijn vrouw thuis is, gaat ze naast me zitten. Of ze aait heel zachtjes en ze zegt dat alles in orde is enzo. Of ze zegt:” Ooo, Bertje toch”  dat heb ik eigenlijk liever niet want dan voel ik me nog kleiner maar het is toch fijn.

Ze zegt ook dat ik gewoon een gevoelige katerman ben. En dat gevoelig goed is.

Warm

Ik ben dus ook gevoelig voor warm en koud, maakt niet uit dat ik een binnenkater ben. Warm dat is zon en knuffels en lekker eten en lente dus dat je kunt rieleksen en dat alles goed is.

En nou is het al een hele tijd weer herfst en volgens mij, nee, ik weet het zeker heb ik weer extra wintervacht. Wegens de natuur en mijn gevoel. Dat ik meer vacht nodig heb. Dus zo kwam het.

Alleen nou hoor ik dat het weer serieus lente gaat worden met warme zon. Dan ga ik vast weer verharen en dat kriebelt.  Wat een gedoe is het als je gevoelig bent.

Gevoelig

Maar ik moet ook eerlijk zeggen dat ik wegens het gevoelig zijn ook meer kan genieten. Wegens dat ik alles heel erg voel. Dus aaien is fijner, en lieve woordjes en bij mijn vrouw op bed slapen, en ’s middags samen bankhangen en naar buiten kijken en gewoon alles van mijn leven dat is meteen superduperfijn omdat ik dus gevoelig ben.

Dat is er ook.

kater Bolle over: als je zeker weet dat je iets durft

kater BolleToen ik hier net woonde, was ik voor veel dingen bang. Nou ja, je kunt eigenlijk wel zeggen dat ik voor alles bang was.

Inmiddels woon ik in mensentijd al drieenhalf jaar hier in huis, bij mijn mensen. Ik durf nu veel meer, maar er zijn nog steeds dingen die ik eng vind. Maar soms doe ik ineens iets wat ik een dag daarvoor nog niet durfde.
Waar dat door komt weet ik zelf niet altijd.
Vaak heb ik er al een tijdje over nagedacht, of ik het misschien tóch ga proberen.
En een andere keer weet ik gewoon ineens zeker dat ik iets durf.

Rennen

Een paar dagen geleden kwam ik plotseling KEIHARD naar binnen gerend, uit de tuin.
Binnen ging ik in de slaapkamer heel hard rondscheuren. Dan hóór je me echt remmen en weer omkeren en Stip omver gooien. Dan ben ik een Formule 1-Bolle!
Mijn vrouw begreep dat ik wilde spelen, dus we hebben een tijdje het spel met de veer gedaan.
Tot zover niks nieuws, dat is allemaal al eerder gebeurd.

In de slaapkamer

Maar nadat ik een tijdje in mijn tuin was geweest kwam ik weer terugrennen, de slaapkamer in.
En toen was de veer niet meer genoeg.
Ik bleef maar scheuren, en ik sprong zelfs op een ding (mijn vrouw zegt dat het een “poef” is, dat zou best kunnen) en sloeg een speelgoedmuis eraf. Dat had ik nog nooit gedaan!
We hebben even met die muis gespeeld.
Maar ik bleef hele grote ogen houden, van opwinding. Ik had ook een hele dikke staart, en mijn oren lagen plat naar achteren. Ik was klaar voor avontuur!

Met de muis

Mijn vrouw gooide een balletje naar de woonkamer, en ik rende er achteraan. Mijn man gooide het balletje weer terug en daar rende ik ook weer achteraan.
Toen heb ik met mijn man en mijn vrouw tegelijk gespeeld met het balletje. Dat had ik ook nog nooit eerder gedaan.
En daarna deed ik nog iets helemaal nieuws: mijn vrouw gooide een pluusjen muis naar de keuken. Ik rende er achteraan, en bleef toen staan aarzelen. Mijn vrouw zei: Toe maar, pak hem dan! en toen ging ik me toch een partij voetballen met die arme muis!
Ik tikte hem heen en weer en en gooide hem in de lucht en ving hem zelf weer op. Ik gleed over de tegels, met muis en al. Ik lag op mijn rug en tikte met een achterpoot de muis weer weg.
Ik leek wel een profvoetballer.
Mijn mensen zeiden dat ik uit-ge-la-ten was.
Ik heb die nacht ekstra goed geslapen, want ik was daarna best moe.

Op het bed

Ik ben nu ook aan het oefenen met op bed slapen, want dat vind ik nog steeds best eng.
Ik durf het wel als ik de enige ben die er op slaapt, dat doe ik al jaren.
Maar ik durf het niet zo goed als mijn mensen er ook slapen.
Sinds een paar dagen klim ik nu zelf op bed als mijn man er alleen ligt te slapen. En sterker nog, dan ga ik tegen zijn benen aanliggen.
Ach, en dan moet je mijn vrouw zien kijken. Dan is ze ja-loers. Want dat doe ik niet bij haar.
Dat vond ik toch een beetje zielig voor haar.
Dus nu lig ik ’s avonds, als ze ligt te lezen, ook bij haar op bed. En dan blijf ik nog een tijdje liggen, als ze gaat slapen. Dat durf ik nu best.

Samen praten

Ik ben ook steeds meer tegen mijn vrouw aan het praten. Zij zegt iets tegen mij, en dan maak ik kirretjes terug. En dan maakt zij een geluid tegen mij (ze kan best goed miauwen voor een mens) en dan maak ik hetzelfde geluid weer terug. Daarna zij weer, en zo hebben we dan een gesprek.

Zwiepen

En een uurtje geleden kreeg ik mijn vlooienpipet.
Daar heb ik zo’n hekel aan! Ik ren daarna altijd snel naar buiten, want ik vind het eerlijk gezegd ook griezelig. Dat stinkende spul in mijn nek, bah. Ik snap niet waarom dat nodig is.
Mijn vrouw zegt dat het tegen vlooitjes is. (Niet tegen jou, kater Vlo!!) Maar ik heb nooit vlooitjes, dus waarom zou ze het dan elke maand doen?
Maar nu kon mijn vrouw dat vieze spul op mij doen, en ook nog twee nagels van mijn voorpoot knippen.
Toen was ik er ook echt wel helemaal klaar mee, en dat merkte mijn vrouw ook. Ja logisch, want ik lag met mijn staart te zwiepen.
Maar ik bleef toch gewoon op bed liggen, dapper hè?

Op krachten

Ik vind zelf dat ik ineens dus een hele hoop nieuwe dingen durf. Dat kost natuurlijk wel een hoop energie. Omdat ik zoveel ren en speel en praat en knuffel krijg ik ekstra lekker eten, zodat ik op krachten blijf.
Als ik op mijn kurk klim, val ik als een blok in slaap. Dan snurk ik soms zelfs een beetje.
En als ik wakker ben, bedenk ik wat ik nu wil gaan doen. Gewoon met de veer spelen, of buiten in de tuin gaan rennen, of iets aan mijn vrouw vertellen, of met mijn man en mijn vrouw met een balletje spelen. Of zal ik weer eens met die muis spelen?
Ik wist nooit dat je zoveel verschillende dingen kon doen, als kater!

Het kleine bang zijn

Op het tapijt lag een kraaktas. Muis kwam er net uit en ik dacht, wie of wat zou er nog mee in die tas zitten? Ik voelde me bang worden. Van dat kleine bang, dat je nog wel gewoon brokjes kunt eten maar dat je toch de hele tijd weet o er is iets en daar ben ik bang voor.

De dag was dus een beetje moeilijk. Maar ik ben er toch goed doorheen gekomen en dit is wat ik heb gedaan.

Als je voor iets kleins bang bent, helpt het om te wennen. Dan moet je de tijd nemen. Dus ik rook vaak aan de tas. Een keer heb ik met mijn pootje erin gestaan maar dat was omdat ik ontdekte dat er een brokje in lag. Meestal liep ik met een bocht om de kraaktas heen, dan had ik even pauze van het wennen.

Wat ook helpt, is samen zijn. Muis is wel heel groot en blauw, maar hij is mijn vriend. Soms lig ik samen met hem in mijn doos. Vind ik fijn. Samen-zijn is belangrijk. Dus toen Muis in de tas lag, dacht ik nou… misschien is het leuk. Mijn vrouw is naast me komen zitten en toen hebben we samen in de tas gekeken. Zij stak haar hand in dat donkere. Ik kon die hand niet meer zien. Vond ik raar. Ze haalde heel langzaam haar hand uit de kraaktas en deed het nog een keer, en daardoor snapte ik het een beetje.

Dit zijn mijn tips. Veel is het nog niet en ik weet geeneens hoe het afloopt met die kraaktas en mij. Want ik ben er nog druk mee bezig. Maar ik dacht, ik geef het vast door misschien heeft u er wat aan!!  Als u tips heeft  dan lees ik het graag bij de reacties.

Ik ben psychisch (blog)

Toen er een brokje op een rare manier wegstuiterde, schrok ik. En toen mijn vrouw naast me ging zitten, werd ik plotseling bang en moest blazen. Dat er iets niet goed was, wist ik zelf ook wel. Alles was net zo fijn en nou dit. Ik voelde me klein. Mijn vrouw keek me aan en zei droevig: “Bertje toch.” Dat vond ik nog veel erger.

Wat er aan de hand was, begreep ik niet. Deze week wonen we negen maanden samen en alles ging gewoon goed. Ik ben nog steeds aan het leren hoe het is om een huiskater te zijn. De een is nou eenmaal wat sneller dan de ander, en ik ben die ander. Want ik heb tijd nodig om iets te begrijpen en te voelen dat het hier echt, helemaal veilig is. Het is in orde, geloof ik. Daarom was het des te gekker dat ik schrok en bang werd.

Na het blazen heeft mijn vrouw me geaaid op die zachte manier waar ik het meeste van hou. Het deed me goed. Ik werd van binnen rustig. Ze zei, dat het een nieuwe fase kon zijn. Dat er dingen van vroeger weer terug in mijn kop kwamen juist omdat ik me veilig ben gaan voelen. En ze zei dat ik misschien psychische problemen had en dat ze mij ging ondersteunen. We zouden voortaan langer aaien, ik kreeg extra druppeltjes en speltherapie voor mijn zelfvertrouwen. Dus langer aan de gang met het lintje.

Tegen die dingen heb ik geen bezwaar. Juist fijn. En ik geloof ook wel dat het helpt. We aaien elke ochtend lekker lang. Ook voordat ze naar bed gaat, dan val ik onder haar hand gewoon in slaap. Tussendoor aaien we en als ik ’s nachts zin heb,  kan ik haar wakker miauwen.

En die druppels, eerlijk is eerlijk, ze helpen.

Maar therapie?

Wat een stom idee.

Tim, de kater hier voor mij was, heeft een boek geschreven. Daarin klaagde hij dat hier alles zo gauw therapie wordt. Nou snap ik wat hij bedoelde. Spelen is toch geen therapie? Dat is gewoon spelen. Een lintje is een lintje, hoe je het ook noemt. Tegen dat therapie-idee protesteerde ik dus, hoewel dat niks uithaalt bij een vrouw.

Toch gaat het alweer wat beter met me, geloof ik. Ik ben niet meer geschrokken.  Ik wil wel even zeggen dat ik het helemaal niet erg vind om psychisch te zijn. Iedereen is weer anders, en ik ben bijzonder, dat zegt mijn vrouw en dat geloof ik wel meteen!!

(DIt blog verscheen eerder bij de Vereniging Kattenzorg)