Tag archieven: kater Bolle

kater Bolle over: sjips van mensen en mezelf

kater Bolle

Soms eten mijn mensen ’s avonds sjips, uit een bakje. Ik vind dat heel lekker ruiken en probeer altijd aan die sjips te likken.  Maar dat mag ik niet, want het is niet goed voor me. Zeggen mijn mensen.
Volgens mij zijn sjips voor niemand echt goed. Maar wel lekker!

Eigen sjip

Mijn vrouw zegt altijd dat ik mijn eigen sjip heb, dus dat ik niet de hare hoef te pikken.
Mijn sjip zit onder mijn huid, bij mijn schouder. Je kunt hem niet eten, en ik heb hem altijd bij me.
Het is een klein dingetje waar een nummer opstaat. Dierendokters, of mensen van de dierenambulans, hebben een apparaat waarmee ze die sjip kunnen bekijken. Zo zien ze welk nummer er op staat. En bij dat nummer staan mijn adres en mijn telefoonnummer.
Dat is hetzelfde als van mijn mensen. Vind je dat niet toevallig?

Bandje

Kijk, ik weet natuurlijk zelf heel goed wie ik ben en waar ik woon.  Maar mijn mensen hebben me uitgelegd dat ik een sjip heb voor als ik verdwaald raak, en niet meer weet hoe ik naar huis kan lopen. Of als ik misschien gewond ben.
O, ik hoop maar zó dat dat nooit gebeurt!

Ik zou natuurlijk ook een bandje om kunnen, met mijn adres enzo er op. Net als Pop, Beer en mijn Molletje. Zij hadden een bandje om. Met daaraan een plestik penning met hun naam en telefoonnummer.  Je kon die penning makkelijk lezen, ook als je niet heel dichtbij ze was.
Want Pop, Beer en Mol lieten zich niet zomaar aaien door vreemde mensen. Dus was het belangrijk dat je hun telefoonnummer kon lezen, ook als ze op een afstandje waren.

De geps

Maar niet elke kat een vindt bandje prettig.
Pop heeft een hele hoop bandjes kwijt gemaakt. Dan had hij net een nieuw bandje om en ging naar buiten. Even later kwam hij heel trots terug om te laten zien dat zijn bandje weg was.
Je kunt blijven haken aan je bandje, dat kan best gevaarlijk zijn. Dat je bandje blijft haken achter een tak ofzo. Dan zit je vast aan die tak. In een boom misschien wel.
Dus daarom zit er een soort geps (een gesp, volgens mijn vrouw) aan dat bandje. En die gaat makkelijk open, zodat je bandje opengaat. Dat had Pop dus ontdekt, van die geps.

Geen nek

Toen ik hier kwam wonen hadden mijn mensen het erover of ik ook een bandje moest.  Maar ze durfden het nog niet te doen. Omdat ik best hard kon bijten en krabben.
Na een tijdje zei mijn man dat ik geeneens een bandje om kon. Omdat ik geen nek heb.
Ik wist helemaal niet dat je een nek nodig hebt! Er zit wel een heel klein stukje tussen mijn hoofd en mijn schouders, maar dat is breder dan mijn hoofd.
Ik heb het altijd zonder nek gedaan, en dat bevalt me prima.
Maar gelukkig hoefde ik daarom geen bandje.

Verplicht

kater BolleMijn vrouw vertelde me dat elke hond een sjip moet hebben, maar katten nog niet.
Terwijl het juist goed zou zijn als het ver-plicht wordt. Dat betekent dat het MOET.
Ze zei dat mensen dan misschien ook wat beter gaan nadenken voordat ze een kat in huis nemen.
Je gelooft het niet, maar soms kiezen mensen voor een kat, en hebben er na een tijdje ineens geen zin meer in. Dan zetten ze die kat zomaar op straat.
Of ze verhuizen, en laten de kat achter. Dat mag toch niet!
Als elke kat een sjip heeft, zou altijd bekend zijn waar en bij wie die kat ooit woonde. Waarschijnlijk wil die kat dan een ander huis, denk ik. Maar dat kan ook, natuurlijk. Want het adres op de sjip kan ook veranderd worden.
Als een kat verdwaald is, en wel weer naar huis wil, kan de kat terug naar huis omdat op de sjip staat waar dat was. Zo zouden er na een tijd minder zwerfkatten komen.

Beebies

Met die sjip zou de kat ook ver-plicht geholpen moeten worden. Je weet wel, dat is van dat kindertjes krijgen enzo.
Want sommige mensen laten een dameskat steeds maar beebies krijgen , en die verkopen ze dan aan wie ze maar wil hebben. Of ze doen ze doodmaken. Echt waar. Dat is natuurlijk heel erg zielig. Voor de mama en voor de kindertjes.
En er zijn ook al heel veel kindertjes. Zoveel, dat het asiel er in de lente altijd vol mee zit.
Mensen willen vaak persee een kitten, omdat ze dat leuk vinden. Dat is ook zo.

Ouder

Kinderkatjes zijn superleuk, zeker weten. Maar ze worden vanzelf ouder. En dan?  Nou, dat zal ik je vertellen: dan worden ze elk jaar NOG leuker en mooier en slimmer!
Kijk maar naar mij. En naar Bert. En naar Loesje. En naar Katrientje. En naar Jip. En naar Vlo.
En ga zo maar door. Dus dat lijkt me wel duidelijk.

Mijn mensen weten inmiddels dat ik nooit echt heel ver weg ga.  Ik ben geen avonturier meer, dat was ik al lang genoeg toen ik rondzwierf. Meestal blijf ik in mijn eigen tuin, of ik ga even het schuurtje op. Ik luister als ik geroepen word, en kom meteen aanlopen.
En toch heb ik een sjip. Voor als het ooit nodig is.
Maar die andere, lekkere sjips krijg ik nog steeds niet. Jammer. Maar ik blijf proberen om er aan te likken!

kater Bolle over: losse en vaste haren

losse en vaste haren

Ik heb als kat overal haar. Op mijn lijf, op mijn hoofd, op mijn staart.  Net als de meeste katten, behalve naaktkatten dan.

In mijn buik

Ik heb veel haar en dik haar en ook best lang haar.  Veel van dat haar zit vast op mijn lijf, maar er zijn ook losse haren. Vaak ben ik verbaasd dat ik nog vaste haren heb, als ik zie hoeveel haren er van me afvallen.
Mijn mensen zeggen weleens dat ze een tweepersoonsdekbed zouden kunnen vullen van al het haar van Pop, Beer, Molletje vroeger, en het haar dat nu van mij afkomt.
Die losse haren in mijn vacht lik ik op, als ik mezelf was.
En dan komt het in mijn buik terecht.

Twee kanten

Kijk, en daar begint het probleem. Want dat haar in mijn buik moet er ook weer uit. Dat kan aan twee kanten.
Ik zeg niet wélke twee kanten dat zijn, want ik vind dat mijn verhaal netjes moet blijven.

Gloeken

Meestal spuug ik dat haar gewoon uit. Het liefst op Stip, mijn rode kleedje. Dat vind ik het prettigst.
Maar soms zit het haar me dwars, in mijn buik of in mijn keel. Dan loop ik een en tijdje te gloeken, zo noemen wij dat. Dan hoor je gloek, gloek, gloek in mijn keel. Maar er komt niks.  Na een tijdje te hebben gegloekt moet ik dan toch spugen. En dan komt mijn haar dus weer naar buiten.

Ballen

Om goed te kunnen spugen eet ik gras. Kattengras uit een potje of gras uit mijn tuin.
En ik heb brokjes tegen die haarballen. Zo heet dat, als je haar weer terug komt door je mond. Die brokken zijn van Royaal Konijn. Gek hè, want het is voor katten.

GroteBeer

GroteBeer, die hier voor mij woonde, had ook erg veel last van haarballen. Toen hij hier net woonde, moest hij wel vier keer per nacht spugen. Elke nacht. Dan kwamen er gewoon stukken vilt uit, vertelde mijn vrouw me.
Dat is natuurlijk helemaal niet fijn. Daarom kreeg Beer ook die brokken tegen haarballen. En hij kreeg oleifolie. Dat is eigenlijk voor mensen, maar het is ook goed voor katten. Een heel klein beetje dan, natuurlijk. Niet een hele fles! Beer likte het altijd van een klein lepeltje. Hij vond dat lekker. Maar dat is ook logies, want hij kwam uit een Italiaans restaurant. Dus hij kende oleifolie.
Hij kreeg er een mooie vacht van, en minder haarballen.

Gras en brokken

Ik wil geen oleifolie aan mijn lijf. En ook geen kokosolie. Of visolie. Jakkie, dat is allemaal vies. Er is een soort pasta uit een tube, speciaal voor je haren. En er zijn snoepjes, tegen problemen met haar in je buik. Maar ik lust dat allemaal niet. Dus ik moet het doen met mijn gras en mijn brokken.

Kammen

O ja, en ik word soms geborsteld. Dan komt er ook haar van me af. Hele plukken.
In de lente gooien mijn mensen die plukken in de tuin. Dan kunnen vogels daar een nestje van maken. Leuk hè, zo wordt mijn haar een soort matrasje voor beebievogels!
De dierendokter vertelde dat het eigenlijk niet nodig is om mij te kammen. Hij zei dat kammen alleen nodig is bij katten met heel lang haar of katten die ziek zijn, of een beetje oud of gehendikept.
Maar toevallig bén ik een beetje gehendikept, met mijn kromgegroeide benen, dus af en toe kammen mijn mensen me lekker toch.

Kokosmat

GroteBeer wilde absoluut niet gekamd worden. En als Beer iets niet wilde, dan kon je het wel vergeten. Dus werd hij nooit gekamd. Maar toen hij oud werd, kon hij zich niet meer overal wassen. Na een tijdje kreeg hij daarom allemaal klitten, vooral op zijn rug. Hij leek wel een wandelende kokosmat, zei mijn vrouw.
Toen zijn mijn mensen met Beer naar een kat-ten-trim-ster geweest.
Die heeft Beer helemaal gekamd en geborsteld en hij zag er weer als nieuw uit. Het kammen duurde wel een uur, en op het laatst ging Beer zelfs spinnen en kopjes geven!
Hij was supertrots op zijn nieuwe haren, en ging meteen de tuin in om dat aan iedereen te laten zien. En om goed in de aarde te rollen.

Kriebel

Kort gezegd: meestal weten wij katten zelf het beste wat we willen met ons haar.
Maar als je als kat héél erg verhaart is dat vervelend. Dat losse haar kriebelt. Dus dat is een probleem.
Dan is het handig als mensen je een beetje helpen.

Stofzuigen

Een mens kan helpen door je te borstelen, of door een vochtig doekje over je vacht heen te halen, of door je te stofzuigen. Eerlijk waar, sommige katten vinden dat lekker! Ik niet, dat snap je vast wel.
Maar het beste wat mensen kunnen doen is dat ze je steeds flink aaien, terwijl je tegen ze aan ligt. Of dat je goed stevig langs hun benen mag wrijven met je hele lijf. Dat doe ik ook altijd bij mijn mensen. Dan blijft al dat losse haar aan hun kleren vast kleven.
En kijk: het probleem is opgelost. Slim hè?!

kater Bolle over: als je zeker weet dat je iets durft

kater BolleToen ik hier net woonde, was ik voor veel dingen bang. Nou ja, je kunt eigenlijk wel zeggen dat ik voor alles bang was.

Inmiddels woon ik in mensentijd al drieenhalf jaar hier in huis, bij mijn mensen. Ik durf nu veel meer, maar er zijn nog steeds dingen die ik eng vind. Maar soms doe ik ineens iets wat ik een dag daarvoor nog niet durfde.
Waar dat door komt weet ik zelf niet altijd.
Vaak heb ik er al een tijdje over nagedacht, of ik het misschien tóch ga proberen.
En een andere keer weet ik gewoon ineens zeker dat ik iets durf.

Rennen

Een paar dagen geleden kwam ik plotseling KEIHARD naar binnen gerend, uit de tuin.
Binnen ging ik in de slaapkamer heel hard rondscheuren. Dan hóór je me echt remmen en weer omkeren en Stip omver gooien. Dan ben ik een Formule 1-Bolle!
Mijn vrouw begreep dat ik wilde spelen, dus we hebben een tijdje het spel met de veer gedaan.
Tot zover niks nieuws, dat is allemaal al eerder gebeurd.

In de slaapkamer

Maar nadat ik een tijdje in mijn tuin was geweest kwam ik weer terugrennen, de slaapkamer in.
En toen was de veer niet meer genoeg.
Ik bleef maar scheuren, en ik sprong zelfs op een ding (mijn vrouw zegt dat het een “poef” is, dat zou best kunnen) en sloeg een speelgoedmuis eraf. Dat had ik nog nooit gedaan!
We hebben even met die muis gespeeld.
Maar ik bleef hele grote ogen houden, van opwinding. Ik had ook een hele dikke staart, en mijn oren lagen plat naar achteren. Ik was klaar voor avontuur!

Met de muis

Mijn vrouw gooide een balletje naar de woonkamer, en ik rende er achteraan. Mijn man gooide het balletje weer terug en daar rende ik ook weer achteraan.
Toen heb ik met mijn man en mijn vrouw tegelijk gespeeld met het balletje. Dat had ik ook nog nooit eerder gedaan.
En daarna deed ik nog iets helemaal nieuws: mijn vrouw gooide een pluusjen muis naar de keuken. Ik rende er achteraan, en bleef toen staan aarzelen. Mijn vrouw zei: Toe maar, pak hem dan! en toen ging ik me toch een partij voetballen met die arme muis!
Ik tikte hem heen en weer en en gooide hem in de lucht en ving hem zelf weer op. Ik gleed over de tegels, met muis en al. Ik lag op mijn rug en tikte met een achterpoot de muis weer weg.
Ik leek wel een profvoetballer.
Mijn mensen zeiden dat ik uit-ge-la-ten was.
Ik heb die nacht ekstra goed geslapen, want ik was daarna best moe.

Op het bed

Ik ben nu ook aan het oefenen met op bed slapen, want dat vind ik nog steeds best eng.
Ik durf het wel als ik de enige ben die er op slaapt, dat doe ik al jaren.
Maar ik durf het niet zo goed als mijn mensen er ook slapen.
Sinds een paar dagen klim ik nu zelf op bed als mijn man er alleen ligt te slapen. En sterker nog, dan ga ik tegen zijn benen aanliggen.
Ach, en dan moet je mijn vrouw zien kijken. Dan is ze ja-loers. Want dat doe ik niet bij haar.
Dat vond ik toch een beetje zielig voor haar.
Dus nu lig ik ’s avonds, als ze ligt te lezen, ook bij haar op bed. En dan blijf ik nog een tijdje liggen, als ze gaat slapen. Dat durf ik nu best.

Samen praten

Ik ben ook steeds meer tegen mijn vrouw aan het praten. Zij zegt iets tegen mij, en dan maak ik kirretjes terug. En dan maakt zij een geluid tegen mij (ze kan best goed miauwen voor een mens) en dan maak ik hetzelfde geluid weer terug. Daarna zij weer, en zo hebben we dan een gesprek.

Zwiepen

En een uurtje geleden kreeg ik mijn vlooienpipet.
Daar heb ik zo’n hekel aan! Ik ren daarna altijd snel naar buiten, want ik vind het eerlijk gezegd ook griezelig. Dat stinkende spul in mijn nek, bah. Ik snap niet waarom dat nodig is.
Mijn vrouw zegt dat het tegen vlooitjes is. (Niet tegen jou, kater Vlo!!) Maar ik heb nooit vlooitjes, dus waarom zou ze het dan elke maand doen?
Maar nu kon mijn vrouw dat vieze spul op mij doen, en ook nog twee nagels van mijn voorpoot knippen.
Toen was ik er ook echt wel helemaal klaar mee, en dat merkte mijn vrouw ook. Ja logisch, want ik lag met mijn staart te zwiepen.
Maar ik bleef toch gewoon op bed liggen, dapper hè?

Op krachten

Ik vind zelf dat ik ineens dus een hele hoop nieuwe dingen durf. Dat kost natuurlijk wel een hoop energie. Omdat ik zoveel ren en speel en praat en knuffel krijg ik ekstra lekker eten, zodat ik op krachten blijf.
Als ik op mijn kurk klim, val ik als een blok in slaap. Dan snurk ik soms zelfs een beetje.
En als ik wakker ben, bedenk ik wat ik nu wil gaan doen. Gewoon met de veer spelen, of buiten in de tuin gaan rennen, of iets aan mijn vrouw vertellen, of met mijn man en mijn vrouw met een balletje spelen. Of zal ik weer eens met die muis spelen?
Ik wist nooit dat je zoveel verschillende dingen kon doen, als kater!

kater Bolle over: sneeuw en schone voeten

sneeuw
Ik lag op de vensterbank, lekker boven de verwarming, te slapen. Ineens riep mijn vrouw “Kijk nou eens Bolle!”

Ik was al bang dat ik weer op de foto moest, maar ze wees naar buiten. Ik keek ook en ik zag het meteen. Mijn hele tuin was wit geworden van de sneeuw. O jee, dacht ik, dan moet ik mijn patroeje gaan lopen door die sneeuw.
En dan zak ik tot mijn schouders weg en mijn hele onderstel wordt nat en koud.
Mijn tenen worden ijsblokjes, en mijn oren vriezen bijna van mijn hoofd.
Je begrijpt het al; vind er niks aan, aan die sneeuw.

Graven

Kijk, ik hoef van mijn mensen niet naar buiten. Maar ik vind dat het persee moet, ook al ligt er sneeuw.  Want ik moet mijn land kontroleren. Ik moet gaan ruiken wie er allemaal geweest zijn, en hoe lang en wanneer. Ik moet overal kopjes geven, zodat andere katten weten dat het mijn tuin is.
En er is nog iets.
Ik heb binnen een toilet, maar ik ga liever buiten. In mijn tuin. Daar heb ik de ruimte om heel goed te graven.
En ik kán graven. De aarde spat altijd alle kanten op. Mijn voeten zitten helemaal onder, maar dat loop ik vanzelf weer aan de vloerbedekking af. En aan de keukentegels. En aan het buro. Eigenlijk overal waar ik loop laat ik dan aarde achter. Alleen niet op mijn kurk natuurlijk, want dat is vies. Dus ik zorg dat mijn voeten schoon zijn voor ik op mijn kurk klim.

Superkoud

Binnen op mijn bak heb ik een soort korrels, en dat graaft heel anders.
Mijn mensen hebben wel eens aarde in mijn bak gedaan maar dat vond ik raar. Dat hoort nou eenmaal niet, op mijn huiswc.
Als ik binnen op de bak ga heb ik altijd het gevoel dat ik in de gaten word gehouden.
Ik hoef maar richting mijn wc te gaan of ik hoor mijn mensen tegen elkaar zeggen “Bolle gaat op de bak”. Ik ben dan altijd een beetje bang dat ze met me meegaan. En dat wordt veeeels te klein, zo met zijn drietjes op mijn wc!
Maar het probleem van mijn buitenwc is dat ik superkoude billen krijg als ik daar nu ga zitten. Straks vries ik nog vast, ik moet er niet aan denken.

Gaatje in de sneeuw

Popje, Beer en Molletje wilden nooit op hun binnenwc. Ab-so-luut niet. Vooral de GroteBeer niet. Die hebben mijn mensen NOOIT op de binnenwc gezien.  Ze gingen altijd de tuin in, maakt niet uit wat voor weer het was. Ook toen ze oud waren.
Als er erg veel sneeuw was gingen mijn mensen met ze mee.
Popje vond het altijd spannend om door hele hoge sneeuw te rennen, zodat je hem niet meer kon zien. Dan miauwde hij heel hard, en dan zeiden mijn mensen waar ben je nou?  En dan gingen ze hem zoeken. Niet echt hoor, het was maar een spel!
En Pop vond het ook altijd heel biezonder om een plasje te doen in de sneeuw. Want het was meteen verdwenen, er was alleen een gaatje in de sneeuw over. Dan riep hij mijn mensen en deed het nog een keer, om het te laten zien.
Zelfs in de sneeuw waren ze soms wel een uur buiten. En Beer liep twee keer per dag het hele blok rond, ook als het vroor.
Ze liepen altijd in elkaars voetstapjes, want dat is het makkelijkst. Dus zelfs als er dagenlang sneeuw lag was er maar één spoor.

Naar buiten

Tja, zo’n avonturier ben ik nou eenmaal niet meer. Ik vind dat ik lang genoeg buiten ben geweest toen ik nog geen huis had.  Toen heb ik genoeg regen en sneeuw meegemaakt voor de rest van mijn leven.
Wat zeg ik: meer dan genoeg!
Maar ik ben gisteravond uiteindelijk toch naar buiten gegaan.
Mijn mensen stonden naar me te kijken. Ze moesten lachen, want ik rende kriskras door mijn tuin. En daarna sprong ik als een konijn door de planten, met grote hoge sprongen. Mijn vrouw zei dat ik wel een sneeuw-ko-nijn leek.
Ik kwam heel hard weer naar binnen rennen, en schudde mijn voeten uit. Want daar zat allemaal sneeuw aan.

Op het grote bed

Mijn mensen hebben me toen op het grote bed getild, we hebben met zijn drietjes geknuffeld, ik heb brokjes gegeten en ben daarna niet meer naar buiten geweest.
Ik ben er klaar mee, met die sneeuw.
Dan maar de binnenwc. Ik probeer gewoon te gaan als niemand kijkt.
Ik wil niet het risico lopen dat mijn billen buiten afvriezen, of dat ik ingesneeuwd raak.
Dus ik ga nu op het grote bed liggen wachten op de zomer!

kater Bolle over: rond en vierkant

Bolle

Deze week schreef Bert dat hij zijn sportbrokken liever niet meer wil eten. Hij krijgt nu ’s avonds gelukkig wat anders.
En Jip, een vriend van ons die sportbrokken moet eten, vindt ze ook niet echt lekker meer.

Net als Bert en Jip moest ik een tijd die sportbrokken eten.
Ondanks dat ik tegen mijn mensen had gezegd dat ik geen sportman ben. Ik ben meer een fieloosoof, een kater die over het leven nadenkt. Dus hoezo sportbrokken?
Maar het hielp niet dat ik dat zei. Ik moest die brokken tóch eten.
Dat was al weer een tijdje geleden. Dus daarom geef ik nu een updeet.

Kast

En hoe gaat het dan nu met mijn sportbrokken?
Daar kan ik best kort over zijn: goed!
Mijn sportbrokken staan in de kast, en ze staan daar veilig.
Want ik eet ze niet meer.

Heen en weer

Dat komt door mijn vrouw.
Toen ik steeds vaker die brokken liet staan, snapte ze meteen dat ik ze niet lekker vond.
Ze zei tegen me dat ze al had gedacht dat het zo zou gaan. Ja, ik ook.
En mijn man al helemaal, zei hij.
Mijn man kan best een klein beetje streng zijn over mijn eten. En hij vond dat het dure brokken waren en dat ik ze echt wel zou eten als ik honger had. Maar mijn vrouw zei dat die brokken niet bederven, en dat ik ze niet hoefde te eten als ik dat echt niet wil.
Dat ging een paar dagen zo heen en weer tussen mijn mensen, maar gelukkig heeft mijn vrouw gewonnen.
Want stel je voor dat ik die hele zak van twee kilo leeg had moeten eten… dat had nog superlang kunnen duren. Ik moet er gewoon niet aan denken, dat zou echt heel erg vreselijk zijn geweest!

Lekker

Zo kreeg ik dus weer de brokjes die ik voor mijn sportbrokken at. En wat waren die ineens lekker geworden!
Eindelijk at ik weer met smaak. En ik hoefde niet steeds snel aan te komen lopen voor mijn eten, om te ontdekken dat ik wéér die stomme sportbrokken kreeg.

Vorm

Nou moet ik wel eerlijk zeggen dat ik nog best een klein beetje rond ben. Vooral aan mijn buik.
Mijn hoofd is prima, en mijn poten ook. Mijn staart is precies goed, en mijn schouders zijn breed en gespierd. Mijn buik is dan weer een beetje groot.
Ik heb een flubber onder mijn buik, maar die is niet leeg zoals bij Bert en Jip na de sportbrokken.
Mijn flubber zit nog vol met mezelf.
Maar is dat erg? Ik vind van niet. Ik ben eigenlijk altijd een beetje rond van vorm geweest. Zelfs toen ik nog buiten woonde was ik vrij kom-pakt, zegt mijn vrouw.
Het is dus gewoon mijn figuur, dat ronde.

Kaloriejen

Maar mijn vrouw was zenuwachtig geworden toen Bert misschien suikerklontjes-ziekte zou hebben. Vanwege dat hij ook rond was.
En toen moest ik dus die brokken om minder rond te worden. Dat is wel gelukt, maar nog niet helemaal. Een béétje is het gelukt, zeg maar.
Daarom krijg ik nu nog ekstra natvoer. In plaats van brokken. Want natvoer heeft minder kaloriejen volgens mijn vrouw.
Ik weet niet wat er mis is met die kaloriejen, want ik vind ze best lekker. Maar ik vind natvoer ook lekker, gelukkig.

Hart

En ’s avonds krijg ik dan blokjes runderhart, gewoon rauw. Dat vind ik toch wel het aller, aller, ALLERlekkerst!
Ik sta altijd al een beetje te dribbelen als mijn vrouw ze voor me in mijn eetkom doet. Mijn man vindt die blokjes vies. Nou gelukkig maar, dan hoef ik niet bang te zijn dat hij ze stiekem opeet!
Als mijn vrouw mijn bak neerzet loop ik er snel naar toe en begin te eten.
Eerst haal ik elk blokje uit mijn kom en leg het op de vloerbedekking. Onder mijn kom ligt nog een plees-met, tegen knoeien. Dus om die schoon te houden leg ik mijn vlees op de vloerbedekking. Zo doen tijgers dat ook, in het wild.
En dan eet ik mijn blokjes op. Ik moet goed kauwen, en dat doe ik ook. Graag zelfs.
Soms eet ik alles meteen op, maar meestal laat ik nog een paar blokjes staan voor later op de avond. Als snek, dat ik me er nog op kan verheugen!
Als ik die blokjes hart eet, voel ik me altijd echt een leeuw in de djungel. Dan ben ik groot en gevaarlijk en stoer.
Niet echt waar hoor, maar zo voelt het dan.

Rond

Maar wat ik me nou afvraag is dit.
Als Bert te rond was en Jip en ik. En Katrientje en Loesje zijn ook een beetje rond, zeggen ze zelf.
En Popje en Beer en mijn Molletje, die hier voor mij woonden, waren ook best rond.
En mijn zoon Spruit is ook best rond.
Voel je waar ik heen wil?
Als katten dus bijna altijd rond zijn, waarom is dat ronde dan niet goed?
Waarom moeten we dan een andere vorm worden?
En WELKE vorm dan? Vierkant?
Ik snap er niks van, maar ik ben blij dat ik van die sportbrokken af ben!