Tag archieven: knuffelen

Kater Bolle over als je knuffels krijgt. En geeft.

knuffels

Sinds ik een huiskater ben geworden heb ik een heleboel dingen geleerd. Dat het fijn is om binnen te zijn als het koud is, of nat. En zeker als het koud EN nat is. Dat had ik al snel door, maar ik heb ook geleerd dat de verwarming heerlijk is om op te liggen.

Vertrouwen

Ik heb geleerd wat een binnenweecee is, en dat het soms best handig is als je er eentje hebt.
Ik heb gemerkt dat ik sommige brokjes niet lust en dat ik die kan laten staan. Mijn vrouw vindt het zielig als ik iets echt niet lust. Mijn man niet. Dus ik ga naar mijn vrouw en kijk haar aan, met mijn ogen groot en mijn hoofd scheef. En dan krijg ik andere brokken, gelukkig maar.
Het belangrijkste dat ik heb geleerd is om mijn mensen te vertrouwen. Dat was moeilijk en heeft lang geduurd. Maar nu vertrouw ik ze helemaal. En zijn mij. Dat kan ook, want ik bijt en krab niet meer.
Ik weet nu dat ik knuffelen helemaal geweldig vind. Ik vind bijna alles fijn, daar ben ik makkelijk in. Maar er zijn dingen die ik ekstrafijn vind. Dat is anders bij mijn man dan bij mijn vrouw, waarom weet ik zelf eigenlijk niet.

Van mijn vrouw

knuffelsVan mijn vrouw vind ik het het fijnst als ze me kusjes geeft. Als ze een kusgeluidje maakt hou ik mijn hoofd al scheef, zodat ze er makkelijk bij kan. Zij geeft mij een paar kussen en dan geef ik haar er een paar. Ik vind het super als ze echt klapzoenen geeft, boven op mijn kop. KLAPKLAPKLAP gaat dat. Dan doe ik keihard brommen.
Met mijn vrouw lees ik ’s ochtends de krant. Ik krijg een eigen stukje om op te liggen en zij leest een ander stuk. Eerst geven we een paar kopjes aan elkaar. Daarna ga ik liggen en aait zij me achter mijn oren en op mijn hoofd. Af en toe kijken we naar elkaar en krijg ik een kus. Meestal ga ik een beetje soeselen met mijn hoofd in haar hand.
Soms was ik een pluk van haar haar. Dan zegt ze altijd Dankjewel Bol, maar dat is veel te veel werk voor je. Dus ik doe maar één stukje.
Ik vind het heerlijk als mijn vrouw aan mijn buik snuffelt. Ze doet dan snufsnufsnuf en blaast zachtjes in mijn haren. Mijn vrouw vindt dat ook leuk, want volgens haar ruikt mijn buik naar fanielje. Ze snuffelt ook vaak aan mijn teenkussentjes. Die ruiken zo lekker, zegt ze, als ik tenminste niet door mijn buitenweecee heb gelopen.

Van mijn man

knuffelsVan mijn man vind ik het het fijnst als we samen op het grote bed liggen, vlakbij elkaar. Hij slaat een arm om me heen, maar niet helemaal want dat vind ik eng. Met zijn andere hand aait hij me over mijn hoofd en mijn rug. Ik spin dan eerst heel hard en daarna steeds zachter. Maar ik blijf spinnen. Soms vallen we samen in slaap, tegen elkaar aan. Totdat mijn vrouw komt kijken waar we zijn gebleven. En dan is ze een klein beetje jaloers, want ik doe dat niet met haar.
Ik vind het lekker als mijn man me zachtjes over mijn rug en buik aait, of als hij mijn haren kamt. Mijn man aait zachter dan mijn vrouw. Hij kriebelt meer, mijn vrouw krabbelt. Ik vind het allebei lekker, en het is leuk dat ik op zoveel verschillende manieren wordt geaaid.
Ik was graag de handen van mijn man, dat doe ik elke morgen. We doen soms neusje neusje en we geven kopjes aan elkaar, net als mijn vrouw en ik.
Hij geeft me ook kusjes, maar minder dan mijn vrouw. Ik geef mijn man kusjes terug door mijn ene hoektand tegen zijn neus te duwen. Dat is een spesjaal mannenkusje.

Op mijn rug heb ik een plek die mijn mensen de wasplek noemen. Als ze me daar aaien ga ik het eerste waar ik met mijn tong bij kan wassen. Popje had die plek ook, presies op dezelfde plaats. Mijn man vindt dat het een beetje pijn doet als ik hem was. Wegens dat mijn tong net schuur-pa-pier is, zegt hij. Als mijn man met zijn gezicht vlakbij mij is gaat mijn vrouw vaak ekspres die wasplek aaien, want dan was ik zijn neus. Rasp-rasp, zo doe ik dat.

Met zijn drietjes

Het allerallerallerfijnste vind ik het als we met zijn drietjes knuffelen, op het grote bed.
Dan wriemel ik me in allerlei houdingen om maar overal geaaid te worden. Mijn motor staat heel hard aan en ik ga een beetje kwijlen. Ik ben dan helemaal wappie, zo noemt mijn man dat.
Ik ben blij dat mijn mensen zo goed kunnen knuffelen. Mijn mensen vinden dat ik ook heel goed kan knuffelen. Omdat ik kusjes en kopjes en neusjes en likjes geef. En soms sla ik mijn staart om hun nek heen, als we op het bed liggen.
Knuffelen is superbelangrijk. Het maakt dat je lekker in je velletje zit, het maakt dat je kunt rieleksen, het zorgt ervoor dat je elkaar goed leert kennen en leert vertrouwen. En het is natuurlijk heel fijn.

Grote dikke zachte knuffel

Weet je wat ik zo graag zou willen? Dat ik iedereen die dit leest een knuffel zou kunnen geven. Alleen als je het wilt natuurlijk, anders niet.
Als je een knuffel van mij wilt, moet je nu eventjes opletten… kijk maar, daar komt ie aan! Een grote dikke zachte knuffel, die een beetje naar fanielje ruikt. En naar vis.

Niet op schoot (blog)

Iedereen is lief op een eigen manier, en ik ben het dus op mijn manier. Ik geef kopjes, ik spin op zeventien verschillende manieren maar ik wil niet op schoot. Of nog niet. Misschien durf ik het niet. Hoe dan ook, ik doe het niet. En ja, dan moet je net een huiskater zijn.

Mijn vrouw zou heel graag willen dat ik op schoot kwam zitten. Voor haar wil ik het wel doen maar voor mezelf zeg ik: nee, niet aan beginnen. Maar zij wil het. Heel, heel graag. Dat voel ik gewoon. Dus elke keer probeer ik het eventjes.

Het begint er altijd mee dat ze in haar stoel bij de werktafel mijn naam roept met die stem waaraan ik meteen kan horen dat ze het weer wil. Ik loop naar haar toe en geef de stoel kopjes. Dan een beetje eromheen lopen en draaien, wat miauwen, zodat zij hopelijk weet dat ik het eigenlijk niet wil. Ik snap haar beter dan zij mij, hoor. Want ze blijft roepen en op haar schoot kloppen van kom-nou, toe-nou, heel-eventjes. En dan ben ik zo’n watje dat denkt, nou ja, misschien, ik probeer het gewoon.

Dat gaat niet vanzelf natuurlijk. Eerst spring ik op de bank, die staat achter haar stoel. Zij schuift de stoel dichter bij de bank. Weer dat op schoot kloppen en zo voel ik gewoon hoe ze ernaar verlangt, en daardoor verlang ik het opeens ook een beetje. Niet heel erg. Maar net genoeg om van de bank op haar schoot te stappen.

Ben ik daar, dan weet ik op hetzelfde moment al beter. Nee! Nee! Ik van die schoot af. Bonk, op het tapijt en wegwezen. Wat is dat hoge toch griezelig. En ik kan haar benen voelen, eng is dat. Ik voel liever een kussen onder mij. Veel steviger. Dus ik ga snel op mijn kussen liggen, dat is van Xenos en het is precies mijn maat. Van mensenbenen kan ik dat niet zeggen.

Dan komt ze naar me toe. Ze is nooit boos. Wel een beetje teleurgesteld. Ze komt me aaien en we gaan praten of nou ja, zij praat en ik ga spinnen en dat vinden we alletwee wel fijn. Ja, als je samenwoont, moet je je aanpassen, dat snap ik best. Behalve als het eng is, dan hoeft het niet. Dat vind ik.

(Dit blog verscheen eerder bij de Vereniging Kattenzorg.)

Superknuffels

Er zijn gewone knuffels en er zijn superknuffels. Dat weet iedereen. Maar ik weet het pas sinds kort. Omdat ik meer durf, daar komt het door.

Ik heb nou twee soorten superknuffels ontdekt.

Het eerste is vachthappen. Dan lig ik op het kussen op de bank of op mijn tapijtje, en dan na het gewone aaien ben ik heel ontspannen. Dus ik rek me uit en ik lig lekker slap op het kussen, nou en dan begint het. Mijn vrouw komt heel dichtbij met haar hoofd en dat vind ik geeneens eng maar fijn. Ze stopt haar gezicht zachtjes in mijn vacht, maakt niet uit waar en dan neemt ze een zacht hapje van mijn vacht. Het is geen bijten. Het is happen. Zacht en stevig tegelijk. Soms praat ze erbij en eerlijk waar, ik heb geen idee wat ze zegt maar het maakt me niet uit want het klinkt goed. Dat je voelt, ga door, ga door.

Van vachthappen word ik superontspannen daardoor wist ik dat het een superknuffel was.

De tweede superknuffel is borstkroelen. Dat gaat anders maar het begint hetzelfde. Ik lig op mijn zij. Kan boven op bed zijn of ergend beneden. En mijn vrouw ligt voor me. Eerst het gewone aaien, net als bij het vachthappen. Daarna friemelt ze met haar vingers op mijn borst en dan eerst heel voorzichtig zodat ik aan het gevoel kan wennen. Daarna gaat ze onder mijn kin en terug naar mijn borst en dan weer naar boven en zo de hele tijd. Vind ik superduperfijn, serieus waar.

Ik wil elke dag vachthappen of borstkroelen of allebei en dat gebeurt dus ook. Het gekke is dus dat ik vroeger geeneens wist dat dit bestond. En ik weet niet wat er nog meer voor fijns is. Misschien ontdek ik dat pas als ik tien jaar wordt, dat is op 3 juni van het volgende jaar. Het leven is best spannend, vind ik.

(dit blog verscheen evenals andere blogs bij de  Vereniging Kattenzorg)