Ik zeg hoera en gefeeliesieteerd. Wegens dat de Vereniging Kattenzorg jarig is. Ze hebben een superdik blad gemaakt en daar sta ik ook in. Wilt u de Vereniging steunen, klik dan hier.
Hieronder staat mijn column die ik op de foto nog een keer lees.
Superfijn
Als u mij ziet slapen of hangen of helemaal rieleksen wegens dat ik net weer een lange knuffel op mijn buik heb gekregen dat weet u dat mijn leven superfijn is. Maar dat is niet altijd zo geweest.
Opvang
Voordat ik hier kwam zat ik in de opvang en daarvoor leefde ik op straat. Dat was moeilijk. Iedereen denkt van een straatkat o die redt zich wel, en voor een hond bellen ze meteen de ambulance want die is zielig. Een hond heeft dan steun nodig, en ik zeg eerlijk een kat ook. Want op straat is het leven gewoon moeilijk. Je hebt geen bak, wanneer er eten is dat weet je niet en mensen jagen je best gauw weg dus knuffels heb je haast nooit, en iedereen heeft liefde nodig dus een straatkater ook. Wegens al die moeilijkheden en ook door de andere straatkatten ging het slecht met mij. Ik was heel raar van binnen. Dat ik niet goed meer wist wat echt was en wat niet, en ik vond alles gevaarlijk en moeilijk. Dan ben je ver weg, hoor. Op een dag hebben mensen me gevangen en binnen gehouden dus toen zat ik in de opvang.
Gewend
Ik kreeg medicijnen. En ik kreeg knuffels achter mijn oor, dat waren de medicijnen voor van binnen. Druppeltjes kreeg ik ook. Er ging ik weet niet hoeveel tijd voorbij en net toen ik dacht nou hier blijf ik, toen kreeg ik bericht dat ik in aanmerking kwam voor een huis.
Een huis? Ik was net gewend. Maar zo deden ze het, zeiden de mensen van de opvang, en als ex-asielkater durfde ik niks te zeggen.
Gelukkig wilde niemand me hebben. Er kwam steeds bezoek en de andere katten gingen dan miauwen en voorin hun hokje staan dus die kregen een thuis. Ik miauwde nooit en ik verstopte me. Ja, en als je dan al zeven jaar bent en je hebt angstklachten, dan is er gewoon geen belangstelling, echt waar niet.
Keihard miauwen
Op een dag kwam er een vrouw voor mijn hokje staan. Iemand van de opvang stond naast haar. Ik voelde me bang worden. Dus ik meteen na de oorknuffel achterin mijn hok. Even later hoorde ik dat ik met haar mee naar huis moest. In de taxi heb ik keihard gemiauwd.
Een thuis
Hier in huis gebeurde niets. Soms zei ze wat tegen me. Dus toen kreeg ik het gevoel van misschien is het iets, een thuis. Ik heb die nacht naast haar geslapen wegens dat gevoel en daarna begon de eerste dag van ons leven samen. Ik kreeg lekker eten. Ik leerde spelen en knuffels en samen op de bank hangen. Ze zei dat ik niet op schoot hoefde als dat te moeilijk voor me was.
Zo heb ik geleerd wat het betekent als je een thuis voor je eigen hebt. Er is iemand die je kunt vertrouwen en die van je houdt zoals je bent. Dus dat hoop ik voor iedere kat in de opvang.