Tag archieven: wintervacht

Wat ik leerde toen er opeens zon kwam

zon

Ik ben bezig met mijn wintervacht, de verwarming staat bij mij thuis aan en soms zeggen vrienden op mijn feesboek dat het straks heel koud gaat worden. Maar gisteren had ik opeens zon. Lekker warm.

Veel gefoel

Ik ben een katerman met veel gefoel van binnen. Dus als ik iets fijns hoor dan heb ik fijne gefoelens en hoor ik iets naars dan is het moeilijk. Als vrienden beginnen over heel erg koud dan is het meteen anders van binnen. Net of er hele verschrikkelijke dingen gaan gebeuren.

Als mijn vrouw overdag lang weg moet, zegt ze dat nooit. Ze zegt alleen ik kom altijd weer terug Bertje en dan zijn we weer samen. En dat is ook zo. Dus ik heb het liefste dat alles poosietief is.

Het warme

Gisteren lag ik lekker op de bank en ik was helemaal klaar om te doezelen wegens dat er regen en wind was dat kan ik zien door het raam. Toen opeens kwam er een verandering. De zon begon te schijnen. Eerst alleen door het raam en toen steeds meer in de huiskamer. Ik sprong van de bank af en ik ging op het tapijt zitten, midden in het warme.  Mijn vacht werd warm, mijn oortjes ook en van binnen werd ik vanzelf ook warm. Daarna ben ik gaan liggen en ik doezelde helemaal weg maar ik sliep niet want ik wilde de hele tijd dat gefoel hebben hoe fijn het was de zon op me te voelen schijnen.

Poosietief

Nou komt wat ik heb geleerd. Dat is dat er opeens iets heel fijns kan gebeuren ook al denk je ik moet wachten tot de zomer komt eer het weer warm is want iedereen zegt het.  Dus er kan altijd en elke dag iets fijns gebeuren, ook als je denkt kanniet en iedereen zegt van niet. Dan kan het want ik heb het zelf meegemaakt toen opeens de zon kwan. Dus je moet poosietief zijn dat weet ik nou zeker.

Wat ik doe nou het kouder is

kouder

De zomer is weg aan het gaan en ik voel dat het weer kouder wordt. Als binnenjongen heb ik nog altijd mijn instinct dus zo weet ik dingen.

Slaapkamer

Toen het zo keiheet was, kon ik geeneens doen wat ik wilde. Want als mijn vrouw naar de slaapkamer gaat dan wil ik erbij zijn. Maar toen zei mijn instinct het is te heet niet doen. Dus dan lag ik soms even op de planken voor het bed omdat samenzijn heel belangrijk voor me is alleen het ging gewoon niet wegens te heet en dan moest ik naar beneden van mijn  instinct.  Daar was het koeler. En alleenig. Gelukkig is het keihete weg.

Vacht

Volgens mij krijg ik meer vacht. Nog meer haar om te wassen, want het is best een gedoe om dat bij te houden. En mijn vriend Jip zegt altijd we hebben een klein lapje en een groot lichaam en daar heeft hij gelijk in. Maaar warm blijven is nou weer iets fijns. Dus een wintervacht is belangrijk, en het gaat vanzelf dus ik hoef er niets voor te doen.

Anders

Van mezelf doe ik weer andere dingen nou het kouder wordt:

  • ik slaap weer op mijn dekbed op het bed, niet de hele nacht maar wel gewoon als ik zin heb en ik voel me gezelliger
  • ik heb behoefte aan meer aaien voor het warm en het fijn, met twee handen aaien is ook super, dus de ene hand op mijn buik en de andere hand aan de achterkant over mijn kop
  • eten is gemakkelijker het is net of mijn brokjes lekkerder zijn maar ik weet dat het mijn gewone brokjes zijn, ik hoef ook niks nieuws
  • en ik zit vaker in de vensterbank om de straat te controleren, als ik denk nou moet het, dan kan het gewoon zonder dat mijn oren keiheet worden dus dat is fijn
  • spelen lukt ook weer, gisteren pakte ik opeens een propje papier en ik rolde ermee

Serieus, warme zon is het fijnste dat er is. Maar nou het wat kouder is, ontdek ik weer van alles dat ook fijn is. En als er dan een beetje zon komt, ben ik een gelukkige kater.

Als je een gevoelige katerman bent

gevoelig

Op mijn Feesboek zei iemand dat ik er wollig uitzag. Nou zo voel ik me ook. Lekker met weer wat wintervacht erbij wegens dat het de hele tijd koud is. Dat groeide weer wegens dat ik een gevoelige katerman ben.

Gevoelig, dat is iets van binnen en van buiten. Alletwee. Ik snap niet hoe het kan maar het is zo.

Onzeker

Nou woon ik al ik weet niet hoe lang hier bij mijn vrouw en het is hier stil en veilig en er komt alleen een monteur of een glazenwasser maar mijn vrouw kan ze aan, en toch ben ik onzeker in mezelf. Soms weet ik het even niet meer. Dan is het net of ik van binnen opeens heel klein en bang ben.  Als mijn vrouw thuis is, gaat ze naast me zitten. Of ze aait heel zachtjes en ze zegt dat alles in orde is enzo. Of ze zegt:” Ooo, Bertje toch”  dat heb ik eigenlijk liever niet want dan voel ik me nog kleiner maar het is toch fijn.

Ze zegt ook dat ik gewoon een gevoelige katerman ben. En dat gevoelig goed is.

Warm

Ik ben dus ook gevoelig voor warm en koud, maakt niet uit dat ik een binnenkater ben. Warm dat is zon en knuffels en lekker eten en lente dus dat je kunt rieleksen en dat alles goed is.

En nou is het al een hele tijd weer herfst en volgens mij, nee, ik weet het zeker heb ik weer extra wintervacht. Wegens de natuur en mijn gevoel. Dat ik meer vacht nodig heb. Dus zo kwam het.

Alleen nou hoor ik dat het weer serieus lente gaat worden met warme zon. Dan ga ik vast weer verharen en dat kriebelt.  Wat een gedoe is het als je gevoelig bent.

Gevoelig

Maar ik moet ook eerlijk zeggen dat ik wegens het gevoelig zijn ook meer kan genieten. Wegens dat ik alles heel erg voel. Dus aaien is fijner, en lieve woordjes en bij mijn vrouw op bed slapen, en ’s middags samen bankhangen en naar buiten kijken en gewoon alles van mijn leven dat is meteen superduperfijn omdat ik dus gevoelig ben.

Dat is er ook.

supergelukkig in de zonnewarmte

 Volgens mij is de zon voor iedereen fijn maar voor katten superfijn. Voor mij wel en helemaal nou ik nog een wintervacht heb.

Daar wil ik wat over zeggen.

Wintervacht

Ik ben wel aan het verharen maar ik heb nog lekker veel vacht. Van dat dikke. Ook op mijn rug al gaat daar het meeste haar uit dat komt door het aaien. Ik wil het haar vasthouden maar ik kan het aaien niet missen. Daar kom je niet uit als binnenkater. Op mijn buik zit ook veel vacht, lekker veel maar ja… ik wil buikkriebels en dan gaan de haren er toch uit. Dus vandaag heb ik meer vacht dan morgen. Zo is het. Dus moet ik vandaag extra superlang in de zon.

Broeien

In de zon ga ik broeien. Zo noemt mijn vrouw het. Dat ik op het tapijt of in de vensterbank lig en blijf liggen en steeds warmer word tot ik helemaal broei. Vind ik lekker.  Dat je helemaal slap wordt in je lichaam en ook heel erg warm. Ik hou van broeien. Daarna kan ik heel goed slapen. Vooral als ik dan een snack krijg en knuffels erna.

Straat

Soms kijk ik tijdens het broeien naar de straat. Dan zie je rare dingen. Er zijn mensen met winterjassen aan en met zomerkleren aan. Zij moeten dus ook wennen aan dat het lente is. Een winterjas is voor mensen wat voor mij een wintervacht is.  Die hou je aan zolang je kunt, want dan heb je het extra warm.

Dus daarom hoop ik nou elke dag dat de zon schijnt en flink ook. Dan kan ik er meteen in. Elke dag verlies ik haren uit mijn vacht. Straks heb ik een zomervacht en die is veel te dun voor de lente als je een kater bent die van broeien houdt. Dat is nou mijn probleem.

Een kattendeken en eronder slapen (filmpje)

Die kattendeken heeft een verhaal. Niet alleen over mij. Maar waar de deken vandaan komt. Dat zal ik eerst vertellen en dan hoe ik het vind om eronder te slapen.

Erfstuk

Die deken is van Tim geweest, de kater die hier voor mij woonde.  Toch rook de deken niet naar hem maar naar wasmiddel. Mijn vrouw had het gewassen en in twee stukken geknipt. Het was een erfstuk, en nu moest ik op mijn manier de deken gebruiken. Dus het was dezelfde kattendeken maar toch anders, namelijk van mij.
Eerst ging ik er gewoon op liggen. Best lekker. Warm en zacht dat kwam ook omdat er een kussen onder lag.
Toen kwam de winter. En al ben ik een huiskater, zoiets voel ik toch. Ik krijg ook een wintervacht tenslotte.

Oefenen

Op een dag knipte mijn vrouw een halve deken weer in twee stukken. Toen had ik dus een halve deken en twee kattendekentjes. Eentje legde ze half over mijn kussen, waar ik net lag te slapen. Ik werd meteen wakker van dat enge. Het moest weg! Ik voelde nee!
Dus het ging weg.
Gelukkig.
En toen kwam het terug maar anders. Ik kon er gewoon tegenaan liggen, eronder hoefde niet. Zo raakte ik aan het dekentje gewend. Het was eigenlijk best fijn. En ik voelde me steeds meer op mijn gemak ermee. Dus ik oefende ermee.

Onder de kattendeken

Een heel enkele keer lag ik per ongeluk met een achterpoot onder de deken. Dan had ik een hele lekkere warme poot. Niet verkeerd hoor. Dus toen mijn vrouw af en toe de deken opschoof, vond ik dat spannend en fijn tegelijk. Het kon alleen met kleine stukjes en dan af en toe, dus niet de hele tijd. Dat was ook oefenen.

Nou kan ik voor de helft eronder en dan slapen. Maar dan moet ik natuurlijk wel weten waar ik mijn ene voorpoot kan laten.