Nadat Loes in de flauwerpauwerauwtoo was gepropt trapte Katrien het gaspedaal in en vrrroem daar gingen de meisjes. Katrien zong van Zandvoort aan Zee terwijl Loes haar oogjes dicht hield van de schrik.
Desjbord
Loes: Oooh Katterien mij hart is bang en jij durf alles. Jij rij in jou flauwerpauwerauwtoo offie nooit anders heb gedaan. Mij eigen durf maar amper mij oog open te doen. Mij hart heb moeilijke gefoelens Katterien, mij buik heb mij tonijn nodig.
Katrien: Ooooh ga dan gewoon naast me zitten.
Loes: Van me eigen doe ik mij best maar mij buik zit vast teege jou desjbord. Dan zit jij niet makkelijk Katterien. Oooh maar assie naar buite kijk, mij tand breek bijna uit mij bek zo mooi.
Onderweg hadden de meisjes zoveel bekijks in hun stoere auto. Gelukkig keken ze alleen op de weg en niet naar de katers die naar de meisjes stonden te fluiten. Katrien zong vrolijk verder met haar liedje van Zandvoort. Loes droomde van haar Bert en zat al te smakken bij de gedachte aan haar tonijn.
Parkeertje
Katrien: “We gaan naar Zandvoort al aan de zee. We nemen hengels en eten mee” Ooooh Loes, moet je kijk!! Ikjes zie de see al!!
Loes: Ooooh Katterien, echt waar. Mij hart dacht aan mij Bert en offie ze avondsnek al heb gehad als ze vrouw het niet vergeete is??
Katrien: Oooooh koel. Zullen we hier van je parkeertje doen?
Loes: Ik vind het goed van mij eigen. Helpie mij dan uit jou flauwerpauwerauwtoo Katterien?
Na wat getrek en gestuntel stonden de meisjes naast de auto. Loes dook meteen in haar tas met eten en samen genoten ze alvast van hun sneks met kip en rund. Daarna haalden ze alles uit de auto en gingen ze de hengels opzetten. Ooooh toen kwam het engste. Wie deed het wurmpie aan het haakje. Katrien keek vol angst en Loes was nog banger.
Bij het water
Loes: Ooooooooh Katterien, wat hebbie nou meegenoome? Ik vind het eng. Van mij eigen heb ik niks met wurmpies…
Gelukkig kwam er een vriendelijke man langslopen die het enge wurmpie aan de haak deed.
Katterien: Ooooh wat een gelukkie Loes. Oooh die wurm keek ons zo eng aan.
Loes: Oooh Katterien en nu? Gooi jij jou sliert in jou waater?
De meisjes begonnen onhandig aan hun hengels te friemelen en hup, Katrien had de smaak al te pakken. Loes zat erbij en keek ernaar, ze zag Katrien ineens bijna het water ingetrokken worden.
Loes: Oooh Katterien hebbie beet??
Katrien: helluppie!! Loesie!!
Nou…ik gillen en krijsje doen. Mijn voetjes waren helemaal kleddertjenat. En toen kwam Loes toe ze reskjoe. Zij gooide haar gewicht in de streit en haar prettig gevulde buikje redde mij. Loesje werd mijn ankertje. Ze trok me uit de see. Ze trok de hengel op het sand en we zagen waardoor ikjes zowat verdween in de see. Een zoute haring!!
Nou, die hadden we gelijk op de gril gegooid. Die smaakte echt waar heerlijk.
Akzie
Loes: ik voel mij emozie van mij akzie. Dattie bijna in jou see lag tussen jou haring. Ik vind het spannend van mij afontuur. Mij Bert schrik assie hoor van mij gefaar. Maar wij heb nu wel haring op jou gril Katterien. Mij tand kom tot mij leeve. Mij water loop mij uit mij bek.
Wat eetie nou?? Uitjes, brrrrr….. soveel?? Oooh mij ooge, ik voel mij traane…
De avond viel…
Lees ook deel 1: klik en lees